Inhaltsverzeichnis
Werbung
Messtoleranzen
Angabe der Genauigkeit in ± (% der Ablesung (= reading = rdg) +
Anzeigefehler in digits (= dgt = Anzahl der kleinsten Stellen)). Die
Genauigkeit gilt ein (1) Jahr lang bei einer Temperatur von +23°C ±
5°C, bei einer rel. Luftfeuchtigkeit von kleiner als 70 %, nicht kon-
densierend (beim Multimeterteil).
Multimeterteil
Funktion
Bereich
Auflösung
200 mV
0,1 mV
DC V
20 V
10 mV
600 V
1 V
AC V
(45 Hz
200 V
100 mV
bis
600 V
1 V
450 Hz)
200 µA
0,1 µA
DC A
200 mA
100 µA
10 A
10 mA
200 Ω
0,1 Ω
2000 Ω
1 Ω
Ohm
10 Ω
200 kΩ
2000 kΩ
1 kΩ
•)))
Akust. Durchgang
Teststrom
Messspannung
Testbereich
hFE
Basistrom
Vce (Uce)
24
Genauigkeit
Eingangswider-
stand/Überlast-
schutz
± (0,5% + 2dgt)
± (1,0% + 2dgt)
1 MOhm
± (1,2% + 10dgt)
± (1,0% + 2dgt)
F 0,2A / 250 Vrms
± (1,2% + 2dgt)
± (2,0% + 5 dgt)
Ungesichert
± (0,8% + 4dgt)
± (0,8% + 2dgt)
250 Vrms max. 15 s
± (1,0% + 2dgt)
<100 Ω
1,4 mA
2,8 VDC max.
0 bis 1000
ca. 10 µA
max. 2,8 V DC
• In scholen en opleidingsinstellingen, hobby- en doe-het-zelf-
werkplaatsen dient de omgang met meettoestellen door opgeleid
personeel verantwoordelijk te worden bewaakt.
• Zorg er voor iedere spanningsmeting voor, dat het meettoestel
zich niet in het stroommeetbereik bevindt.
• Voor iedere wijziging van het meetbereik moeten de meetpunten
van het meetobject worden gescheiden.
• Wees bijzonder voorzichtig bij de omgang met spanningen >25 V
wissel- (AC) resp.. >35 V gelijkspanning (DC)! Reeds bij deze
spanningen kunt u bij aanraking van elektrische leiders een
levensgevaarlijke elektrische schok oplopen.
• Controleer voor iedere meting uw meettoestel en de bijbehorende
meetleidingen op beschadiging(en). Voer in geen geval metingen
door, wanneer de beschermende isolatie beschadigd (inge-
scheurd, afgescheurd etc.) is.
• Om een elektrische schok te voorkomen, moet erop worden gelet
dat u de te metende aansluitingen /meetpunten tijdens de meting
niet, ook niet indirect, aanraakt.
• Let erop dat uw handen, schoenen, kleding, de vloer, het meet-
toestel resp. de meetleidingen, schakelingen en schakelonderde-
len etc. in ieder geval droog zijn.
• Indien blijkt dat het niet meer mogelijk is het toestel op een veilige
manier te gebruiken, dient u het toestel buiten werking te stellen
en onopzettelijk gebruik te voorkomen. Men mag ervan uitgaan,
dat een veilig gebruik van het toestel niet meer mogelijk is, indien
- het toestel duidelijke beschadigingen vertoont,
- het toestel niet meer werkt en
- na lange opslag onder ongunstige omstandigheden of
- na zware belastingen tijdens het transport.
• Schakel het meettoestel nooit meteen in, nadat het van een kou-
de naar een warme ruimte wird gebracht. Het hierbij gevormde
condenswater kan het toestel eventueel vernietigen. Laat het toe-
stel uitgeschakeld op kamertemperatuur komen.
77
Werbung
Inhaltsverzeichnis
