Inhaltsverzeichnis
Werbung
Diodentest
Beim Diodentest bezieht sich der angezeigte Wert auf die Durchlass-
spannung einer SI-Halbleiterstrecke (Silizium-PN-Übergang).
Zu dieser Messung gehen sie wie folgt vor:
- Verbinden Sie die schwarze Messleitung mit der COM-Buchse
(10) und die rote Messleitung mit der VΩ-Buchse (11) bis diese
plan am Messgerät aufliegen.
- Stellen Sie den Bereichswahlschalter (7) auf Position "2000 Ω ".
- Überprüfen Sie die Messleitungen auf Durchgang, indem Sie die
beiden Messspitzen miteinander verbinden. Daraufhin muss sich
ein Wert von ca. 0 einstellen.
- Verbinden Sie nun die beiden Messspitzen mit dem Messobjekt
(Diode). Wenn Sie eine Diode in Durchlassrichtung (rote Messlei-
tung an der Anode = Diodenseite ohne Ringmarkierung) prüfen,
werden Sie eine Spannung ab ca. 0,6 V (Siliziumdiode) messen,
sofern die Diodenstrecke nicht defekt ist. Messen Sie dagegen
die Sperrrichtung (rote Messleitung an der Kathode = Diodensei-
te mit Ringmarkierung), so erscheint im Display "OL". Wird dage-
gen ein "Spannungswert" angezeigt, so haben Sie entweder das
Messobjekt falsch angeschlossen oder es ist defekt.
Schallpegelmessung
Die Schallpegelmessung dient zu Vergleichsmessungen im Hausge-
brauch und ist nicht für professionellen Einsatz geeignet. Die Mes-
sung erfolgt nach Bewertungskurve C (linear).
18
Meting gelijkspanning
Voor de meting van gelijkspanning doet u het volgende:
- Verbindt de zwarte meetleiding met de COM-bus (10) en de rode
meetleiding met de V(-bus (11) tot deze vlak op het meettoestel
liggen,
- Zet de bereikskeuzeschakelaar (7) op "V=".
- Verbindt nu de twee meetpunten met het meetobject (batterij,
schakeling enz.),
- De betreffende polariteit van de meetwaarde wordt samen met de
ogenblikkelijke meetwaarde op het display (2) aangetoond.
Het gelijkspanningsbereik "V DC" toont een ingangsweerstand van
ca. 1 MOhm aan. Zodra bij de gelijkspanning een min "-" voor de
gemeten waarde wordt aangetoond, is de gemeten spanning nega-
tief (of de meetleidingen zijn verwisseld).
Opmerking: Omdat de meetingang erg gevoelig is kan het
gebeuren dat bij vrijliggende meetleidingen (dus niet met een
meetobject verbonden) meetwaarden worden aangetoond
("fantoommeetwaarden"). Deze "verschijning" is normaal en
verdwijnt zodra u uw metingen doorvoert.
Meting wisselspanning
Let op!
Ga in geen geval de max. toelaatbare Ingangswaar-
den te boven, ook niet bij de meting van interfere-
rende gelijkspanning (bijv. bromspanningen). Max.
83
Werbung
Inhaltsverzeichnis
