Inhaltsverzeichnis
Werbung
- Verbind de zwarte meetleiding met de COM-bus (10) en de rode
meetleiding met de VΩ-bus (11) tot deze vlak op het meettoestel
liggen.
- Zet de bereikskeuzeschakelaar (7) op "2000 Ω".
- Controleer de meetleidingen op doorgang door beide meetpun-
ten met elkaar te verbinden. Dan moet er een waarde van 0 wor-
den aangetoond.
- Verbind nu de twee meetpunten met het meetobject (diode).
Wanneer u een diode in doorlaatrichting (rode meetleiding aan de
anode = diodenkant zonder ringmarkering) controleert, zal u een
spanning van ca. 0,6 V (siliciumdiode) meten, voor zover de dio-
denweg niet defect is. Meet u daarentegen de sperrichting (rode
meetleiding aan de kathode = diodenkant met ringmarkering),
wordt in het display "OL aangetoond". Wordt er echter een
"spanningswaarde" aangetoond, dan heeft u of het meetobject
verkeerd aangesloten of het is defect.
Meting geluidspeil
De meting van het geluidspeil dient voor vergelijkingsmetingen in
het huisgebruik en is niet voor professioneel gebruik geschikt. De
meting gebeurt volgens beoordelingscurve C (lineair).
Let op!
Wees voorzichtig bij sterk omgevingslawaai. Uw
gehoor kan erdoor worden beschadigd. In luide
omgevingen altijd oorbeschermers gebruiken!
88
Gleichspannungsmessung
Zur Messung von Gleichspannungen gehen Sie wie folgt vor:
- Verbinden Sie die schwarze Messleitung mit der COM-Buchse
(10) und die rote Messleitung mit der V(-Buchse (11) bis diese
plan am Messgerät aufliegen,
- Stellen Sie den Bereichswahlschalter (7) auf Position "V=".
- Verbinden Sie nun die beiden Messspitzen mit dem Messobjekt
(Batterie, Schaltung usw.),
- Die jeweilige Polarität des Messwertes wird zusammen mit dem
augenblicklichen Messwert in der Displayanzeige (2) angezeigt.
Der Gleichspannungsbereich "V DC" weist einen Eingangswider-
stand von ca. 1 MOhm auf. Sobald bei der Gleichspannung ein
Minus "-" vor dem Messwert erscheint, ist die gemessene Span-
nung negativ (oder die Messleitungen sind vertauscht).
Hinweis: Dadurch, dass der Messeingang sehr empfindlich ist,
kann es sein, dass bei freiliegenden Messleitungen (nicht mit
einem Messobjekt verbunden) irgendwelche Messwerte ("Phan-
tommesswerte") angezeigt werden. Diese "Erscheinung" ist nor-
mal und verschwindet, sobald Sie Ihre Messung durchführen.
Wechselspannungsmessung
Achtung!
Überschreiten Sie auf keinen Fall die max. zulässi-
gen Eingangsgrößen, auch nicht bei der Messung
von überlagerten Gleichspannungen (z.B. Brumm-
spannungen). Max. 600 V ACrms. Berühren Sie keine
13
Werbung
Inhaltsverzeichnis
