nEDERLanDs
Laders
Stanley FATMAX‑laders hoeven niet te worden afgesteld en zijn
zo ontworpen dat ze zo gemakkelijk mogelijk te gebruiken zijn.
Elektrische veiligheid
De elektrische motor is slechts voor één voltage ontworpen.
Controleer altijd dat het voltage van de accu overeenkomt met
de voltage op het typeplaatje. Let er ook op dat het voltage van
uw lader overeenkomt met dat van uw netstroomvoorziening.
i
Uw STANLEY FATMAX‑lader is dubbel geïsoleerd,
overeenkomstig EN60335; daarom is er geen
aardingsdraad nodig.
Als het netsnoer is beschadigd, mag dit alleen
worden vervangen door STANLEY FATMAX of een
erkende onderhoudsorganisatie.
Vervanging van de stekker
(alleen V.K. & Ierland)
Als er een nieuwe stekker op het netsnoer moet worden
gemonteerd:
• Verwerk de oude stekker veilig bij het afval.
• Sluit de bruine draad aan op de faseaansluiting van de stekker.
• Sluit de blauwe draad aan op de nulgeleider van de stekker.
WAARSCHUWING: Er mag niets op de aardingsklem
aangesloten worden.
Volg de instructies voor de aansluitingen die bij stekkers van
goede kwaliteit worden geleverd. Aanbevolen zekering: 3 A.
Een verlengsnoer gebruiken
Gebruik alleen een verlengsnoer als het absoluut noodzakelijk
is. Gebruik een goedgekeurd verlengsnoer dat geschikt is voor
het ingangsvermogen van uw lader (raadpleeg Technische
gegevens). De minimumafmeting van de geleider is 1 mm
maximumlengte is 30 m.
Rol het snoer altijd volledig af, wanneer u een haspel gebruikt.
Belangrijke veiligheidsinstructies voor alle acculaders
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES: Deze handleiding
bevat belangrijke instructies voor de veiligheid en
gebruiksaanwijzingen voor compatibele acculaders (raadpleeg
Technische gegevens). Lees voordat u de lader gebruikt, alle
instructies en aanwijzingen voor de veiligheid op de lader, de accu
en het product dat de accu gebruikt.
WAARSCHUWING: Gevaar voor elektrische schok. Laat
geen vloeistof in de lader dringen. Dit zou kunnen leiden tot een
elektrische schok.
WAARSCHUWING: We raden het gebruik van een
verliesstroomschakelaar met een nominale lekstroom van 30 mA
of minder aan.
OPGELET: Gevaar voor brandwonden. Laad alleen
oplaadbare accu's van STANLEY FATMAX op, om het risico
op letsel te verminderen. Andere types van accu's zouden uit
elkaar kunnen barsten en persoonlijk letsel en materiële schade
kunnen veroorzaken.
OPGELET: Er moet op worden toegezien dat kinderen niet
met het gereedschap kunnen spelen.
OPMERKING: Onder bepaalde omstandigheden, wanneer
de stekker van de lader in het stopcontact zit, kunnen de
niet-afgeschermde laadcontacten binnenin de lader door
materiaal of een voorwerp worden kortgesloten. Bepaalde
materialen die geleidend zijn, zoals, maar niet uitsluitend,
70
staalwol, aluminiumfolie of een opeenhoping van metaalachtige
deeltjes, kunnen beter bij de holtes van de lader worden
weggehouden. Trek altijd de stekker uit het stopcontact wanneer
er geen accu in de lader zit. Trek de stekker van de lader uit het
stopcontact voor u de lader gaat reinigen.
• Probeer NIET de accu op te laden met andere laders dan
de laders die in deze handleiding worden genoemd. De lader
en de accu zijn speciaal voor elkaar ontworpen.
• Deze laders zijn niet bedoeld voor andere toepassingen
dan het opladen van STANLEY FATMAX oplaadbare accu's.
Andere toepassingen kunnen leiden tot brand, een elektrische
schok of elektrocutie.
• Stel de lader niet bloot aan regen of sneeuw.
• Trek aan de stekker van de lader en niet aan het snoer
wanneer u de stekker uit het stopcontact wilt halen. Er is dan
minder risico op beschadiging van het snoer en van de stekker.
• Controleer dat het snoer zo is geplaatst dat niemand erop
kan stappen of erover kan struikelen of het snoer op andere
wijze beschadigd of bekneld raakt.
• Gebruik alleen een verlengsnoer als dat absoluut
noodzakelijk is. Gebruik van een ongeschikt verlengsnoer kan
leiden tot het risico van brand, elektrische schok of elektrocutie.
• Plaats niet iets boven op een lader en plaats de lader niet
op een zacht oppervlak omdat hierdoor de ventilatiesleuven
kunnen worden geblokkeerd en de lader binnenin veel te
heet wordt. Plaats de lader niet in de buurt van een warmtebron.
De lader wordt gekoeld door de ventilatiesleuven boven en onder
in de behuizing.
• Werk niet met de lader met een beschadigd snoer of een
beschadigde stekker—laat eventuele beschadigde onderdelen
2
; de
onmiddellijk vervangen.
• Gebruik de lader niet als er hard op is geslagen, als de
lader is gevallen of op een andere manier beschadigd is.
Breng de unit naar een officieel servicecentrum.
• Haal de lader niet uit elkaar; breng de lader naar een
officieel servicecentrum wanneer service of reparatie nodig is.
Onjuiste montage kan leiden tot het risico van een elektrische schok,
elektrocutie of brand.
• Als het netsnoer is beschadigd, moet het onmiddellijk worden
vervangen door de een servicemonteur van de fabrikant of een
dergelijk vakbekwaam persoon, zodat risico is uitgesloten.
• Trek, voor u met reinigingswerkzaamheden begint, de
stekker van de lader uit het stopcontact. Er is dan minder
risico van een elektrische schok. Het risico is niet minder
wanneer u de accu uitneemt.
• Sluit NOOIT twee laders op elkaar aan.
• De lader is ontworpen voor een gewone huishoudelijke
elektrische installatie van 230V. Gebruik de lader niet op
een andere spanning. Dit geldt niet voor de voertuiglader.
Een accu opladen
WAARSCHUWING: LAAD de accu niet op bij een
omgevingstemperatuur lager dan 10 °C of hoger dan 40 °C. De
aanbevolen laadtemperatuur is ongeveer 24 °C.
De accu moet vóór het eerste gebruik worden opgeladen en ook
zodra de accu niet meer voldoende vermogen levert voor taken
die eerst gemakkelijk konden worden uitgevoerd. De accu kan
warm worden tijdens het opladen; dit is normaal en wijst niet op
een probleem.