Werbung
Verfügbare Sprachen
Verfügbare Sprachen
3
De gecombineerde
aan-/afvoerbuis op
het toestel aansluiten
Figuur C: Druk de afvoerbuis
(1) aan het begin plat zodat
de windingen tegen elkaar
worden gedrukt, en schuif
ze over de O-ring (2) op het
aansluitstuk (3). Bevestig de
buisklem (4) schroef deze
vast. Schuif de verbran-
dingsluchttoevoerbuis (5) op
het aansluitstuk (6) en klem
deze vast met de buisklem :
(7).
Let op: Na het demonteren
moet steeds een nieuwe O-
ring worden gemonteerd.
4
De wandschoorsteen
monteren
Figuur D: monteer de
wandschoorsteen tegen een
zo loodrecht mogelijke
wand, die aan alle zijden
door de wind kan worden
bereikt. Boor een opening
met een 9 van 83 mm
(eventuele holle ruimten
rond de schoorsteen met
hout opvullen). Dicht af met
behulp van de meegeleverde
rubberen pakking (8).
Gestructureerde
oppervlakken moeten met
een elastisch dichtings-
middel voor koetswerk -
geen siliconen! - worden
aangestreken. Voordat u de
gecombineerde aan-/
afvoerbuis door de opening
heen plaatst, moet u de
buisklem (7) over de buis
heen schuiven.
Schuif de rubberen dichting
(8) en de buisklem (4) op
het binnendeel van de
schoorsteen (9). Druk de
afvoerbuis (1) aan het
uiteinde plat zodat de
windingen tegen elkaar
worden gedrukt, en schuif
ze over de O-ring (10) op
het aansluitstuk (11) (de
schuine zijde wijst naar
boven). Plaats de buisklem
(4) met het boorgat op de
bovenste stift (met de
schroef aan de onderzijde)
en schroef de klem vast.
Schuif de verbrandingslucht-
toevoerbuis (5) over het
tandaansluitstuk (12).
Bevestig het binnendeel van
de schoorsteen (9) met 6
plaatschroeven (14), plaats
het buitendeel van de
schoorsteen (15) erop en
schroef het vast met 2
schroeven (16).
Bevestig de verbrandings-
luchttoevoerbuis met de
buisklem (7) van binnenuit
op het aansluitstuk (12).
Bevestig de gecombineerde
aan-/afvoerbuis met
minstens één ZRS-buisklem
(17) tegen de wand.
Let op: Na het demonteren
moet steeds een nieuwe O-
ring worden gemonteerd,
5
De dakschoorsteen
monteren
Figuur G: monteer de
dakschoorsteen tegen een
zo loodrecht mogelijke
wand, die aan alle zijden
door de wind kan worden
bereikt. Boor een opening
met een 9 van 83 mm op
een afstand van minstens
65 mm
van een eventuele
zijwand (eventuele holle
ruimten rond de schoor-
steenopening
met hout
opvullen). Dicht af met
behulp van de meegeleverde
rubberen pakking (20),
zonder gebruik van andere
dichtingsmiddelen!
Schuif de rubberen pakking
(20) over het schoorsteen-
gedeelte (21). Plaats de
schoorsteen van bovenuit
door het dak en bevestig ze
binnen met behulp van een
schroefring (22).
Monteer de schoorsteen-
afdekking (23) en bevestig
deze met 2 schroeven (24).
Let op: De rookgasuitlaat-
openingen (25) moeten
dwars op de rijrichting
worden gemonteerd, de
opdruk , FRONT" (26) moet
in de rijrichting wijzen.
Schuif de buisklem
(7) over
de gecombineerde aan-/
afvoerbuis.
Druk de afvoerbuis
(1) aan
het uiteinde dicht, zodat de
windingen tegen elkaar
worden gebrukt, en schuif
ze over de O-ring (27) op
het aansluitstuk (28). Plaats
de buisklem (4) en schroef
deze vast. Schuif de ver-
brandiñgsluchttoevoerbuis
(5) over het aansluitstuk
(29) en zet deze vast met de
buisklem
(7).
Bevestig de gecombineerde
aan-/afvoerbuis met
minstens 3 ZRS-buis-
klemmen (17) tegen de
wand.
Let op: Na het demonteren
moet steeds een nieuwe O-
ring worden gemonteerd.
6
Het toestel
bevestigen
Plaats het toestel op de
juiste positie en schroef het
met de 3 bevestigings-
schroeven stevig vast in de
ondergrond.
Zo nodig bevestigt u boven
aan het toestel een
montagebeugel en schroeft
u deze tegen een stabiel
meubelstuk.
7
Warmelucht-ver-
deling en circulatie-
luchtterugvoer
Warmeluchtverdeling
Het warmeluchtsysteem is
voor elk voertuigtype
afzonderlijk volgens een
modulair principe
ontworpen.
Er zijn dan ook
heel wat accessoires
beschikbaar (zie catalogus).
Schema's met de optimale
inbouwsituaties voor
warmeluchtinstallaties in alle
gangbare soorten caravans
en mobilhomes kunnen
gratis worden aangevraagd
bij de Truma-Service-
Centrale.
Bij de Trumatic
C 6000
moet aan de vier
warmeluchtuitlaten een ÜR-
buis Ø 65 mm (Art.-Nr.
40230-00) worden
aangesloten.
Bij de Trumatic C 3400
kunnen vier of slechts drie
warmeluchtuitlaten worden
aangesloten. Niettemin moet
aan elke zijde minstens aan
één warmeluchtuitlaat een
UR-buis met een 9 van 65
mm
met verschillende
luchtopeningen worden
aangesloten. De niet
aangesloten warmelucht-
uitlaten worden dan met een
VD-deksel (Produktnr.
40352-00)
afgesloten.
Opmerking: Bij gebruik van
een VR-buis met een Ø van
72 mm tot aan de eerste
luchtuitlaat blijft het
luchtgeraas tot een
minimum
beperkt. Als u een
dergelijke buis wilt aan-
sluiten, moet de verloophuls
uit het luchtuitlaatkoppel-
stuk worden verwijderd.
Circulatielucht-
terugvoer
De circulatielucht wordt
door het apparaat opnieuw
aangezogen,
hetzij
rechtstreeks via een opening
van ca. 150 cm" (bij
C 6000) of 100 cm? (bij
C 3400) die de woonruimte
verbindt met de inbouw-
ruimte, of via verschillende
kleinere openingen met
dezelfde totaaloppervlakte.
8
Gasaansluiting
De gastoevoerleiding met
een Ø van 8 mm
wordt met
een knelkoppeling op het
aansluitstuk aangesloten.
Houd deze bij het
aandraaien stevig vast met
een tweede sleutel!
Let op: Het gasaansluitstuk
op het toestel mag niet
worden ingekort of
verbogen.
Zorg ervoor dat bij het
aansluiten op de ver-
warmingsketel de gas-
leidingen vrij zijn van vuil,
afval en dergelijke!
De buizen moeten zodanig
worden geplaatst dat het
toestel makkelijk kan
worden uitgebouwd voor
onderhoudswerkzaam-
heden.
Het aantal koppelingen in de
gasleiding in ruimten die
door personen worden
gebruikt, moet worden
beperkt tot het technisch
onvermijdelijke aantal.
In Duitsland moet de gas-
installatie voldoen aan de
bepalingen in DVGW-
werkblad G 607 of
G 608.
In andere landen moeten de
daar geldende technische en
administratieve voor-
schriften worden nageleefd.
9
Wateraansluiting
Voor de aansluiting aan de
verwarmingsketel en het
elektrische veiligheids-/
aftapventiel moeten slangen
met een binnendiameter van
10 mm
worden gebruikt.
Let op: Waterslangen
moeten zo kort mogelijk en
zonder knikken worden
geplaatst. Alle slangver-
bindingen (ook koudwater-
slangen!) moeten worden
bevestigd met slang-
klemmen. De opwarming
van het water veroorzaakt
een uitzetting die tot een
druk van maximaal 3,5 bar
kan leiden (ook mogelijk bij
dompelpompen)
voordat het
veiligheidsventiel wordt
geactiveerd.
Voor de bevestiging van
slangen aan de wand of
15
Werbung
