1. Controletabel
(indicatieve waarden)
Lengte van de kajak (cm)
Breedte van de kajak (cm)
Diameter van zijcilinders (cm)
Aantal luchtcompartimenten
Afmetingen van het opgevouwen product (in cm)
Afmetingen van het opgevouwen product in het karton (cm)
Max. bedrijfsdruk
Gewicht (kg)
Max. draagvermogen (kg)
Max. aantal personen
Diepgang (cm)
Het hoogste vaste punt boven de wateroppervlakte
2. Technische beschrijving -
1 zijwandcilinder
2 bodem
3 ventiel PUSH/PUSH – maakt het opblazen/leeglopen,
drukregeling en drukmeting met een manometer mo-
gelijk
4 drukverminderingsklep (bevindt zich onder de voorzij-
de van de boot)
5 voorzitje met rugsteun
6 achterzitje met rugsteun
7 voetensteun (onder de voorpunt van de boot geplaatst)
8 kunststof hendel
9 infoplaatje van de fabrikant (op de rol)
10 geel „WAARSCHUWINGS" plaatje (in de zijwand van de
kajak genaaid)
11 vangnet
12 zwarte rits met ruiter
13 bevestiging van de riem van de voetsteun
14 bevestiging voor de rugsteun en de voetsteun
15 bevestiging van de rest van de versteviging van de boot
16 bevestiging van het zitje (op de bodem)
17 bevestiging van de versteviging (bevindt zich onder de
voorzijde van de boot - Fig. 2)
18 metalen kajakversteviging
19 stuurvinbevestiging
20 bevestiging van het veiligheidskoord
21 veiligheidskoord
22 afvoeropening
23 kraagtunneltje
24 kunststof versteviging
25 verbindingsstuk van de versteviging
BIJ DE KAJAK GELEVERD TOEBEHOREN:
Versie met één zitje - verstevigingen nrs. 1 en 2. Versie met
twee zitjes - verstevigingen nrs. 3, 4 en 5. Draagtas kunst-
stof versteviging van de kraag, roer met gebruikershand-
leiding, riem voor samenbinden van de opgevouwen kajak,
gebruikshandleiding, spons in vangnet, reparatiesetje met
lijm, plakkers en klepadapters, metalen sleutel voor kleppen.
3. Instructies voor opblazen van de boot
Vouw de kajak open. Als u de stuurvin wilt gebruiken, schuif
deze dan in de bevestiging op de bodem (19).
Montage - SWING 1
Bevestig het zitje aan de onderkant aan de beugels (16) in de
voorste positie en aan de metalen versteviging (18). Rijg de
uiteinden van de riemen op de rugleuning (5) door de plastic
clips op de bevestigingslipjes van de stoel en de voetsteun
op de cilinders (14). Rijg de uiteinden van de riemen van de
26
0,02 MPa [0,2 Bar / 3 PSI]
zie afb. nr. 1
voetsteun (7) door de bevestigingen voor de voetsteunriem
(13) en door de plastic gespen op de bevestigingen voor het
zitje en de voetsteun (14), zie Detail B.
Montage - SWING 2
Zet de zitjes op de bodem vast in de bevestigingen (16) op de
posities voor en achter. Rijg de uiteinden van de riemen op de
rugleuning van het voorste zitje (5) door de plastic gespen op
de bevestigingen voor het zitje en de voetsteun op de cilin-
ders (14). Steek de uiteinden van de riemen op de rugleuning
van het achterste zitje (6) door de plastic gespen op de be-
vestigingen voor het zitje. Rijg de uiteinden van de riemen van
de voetsteun (7) door de bevestigingen voor de voetsteun-
riem (13) en door de plastic gespen op de bevestigingen voor
het zitje en de voetsteun (14), zie Detail B.
Montage van de metalen versterkingen:
In de gemarkeerde klembeugels voor de versterkingen (17)
de gemarkeerde versterkingen van de kajak op die manier
schuiven (zie fi g. nr.2 a,b,c,d), dat de markeringen overeen-
stemmen. OPMERKING! Elke versteviging is anders, ze kun-
nen niet verwisseld worden! Schuif de verstevigingen er altijd
vanaf de basis in (het SWING-logo is op de basis afgebeeld)
en wel in deze volgorde: versie met één zitje - nrs. 1 en 2, ver-
sie met twee zitjes - nrs. 3, 4 en 5. Schuif de kunststoff en ver-
steviging (23) van de kraag in de kraagtunnel (24) en bevestig
met het verbindingsstuk (25), zie Detail C.
Blaas de luchtcompartimenten in de volgende volgorde op:
zijcilinders (1), bodem (2). Voor het opblazen is een voet- of
zuigerpomp geschikt, eventueel met gebruik van de ven-
tieladapter – zie afb. nr. 3b (de adapter is een onderdeel van
het reparatiedoosje). Controleer vóór het opblazen de stand
van de ventielen. Draai de ventielen vast met de montage-
sleutel (zie afb. 3c). Stel de ventielen in de positie „geslo-
ten". Ventielbediening – zie afb. nr. 3. Blaas de luchtkamers
op totdat ze bij aanraking stevig aanvoelen, maar nog niet
helemaal hard zijn. De luchtkamers bieden een weerstand
vergelijkbaar met die van het samenknijpen van een rijpe
sinaasappel. Het juiste drukniveau kan met behulp van een
manometer met een geschikte adapter (extra toebehoren)
bepaald worden - zie afb. nr. 3a.
WAARSCHUWING
Maximale bedrijfsdruk in de luchtcompartimenten is
0,02 MPa. Door een verhoging van de omgevingstem-
peratuur (b.v. door invloed van zonnestraling) kan het
tot een meervoudige drukverhoging in de bootcompar-
timenten komen. Na het uitnemen van de boot uit het
water, adviseren wij de luchtdruk in alle luchtcomparti-
menten van de boot iets te verlagen. Hierdoor verhindert
u een eventueel beschadigen van de luchtcompartimen-
ten. Controleer ook hierna voortdurend de luchtdruk.
SWING 1/024
316
87
20,3
3
64 × 42 × 24
67 × 44,5 × 26
11,3
120
1
15
40
SWING 2/024
402
87
20,3
3
67 × 42 × 30
70 × 47,5 × 32
0,02 MPa [0,2 Bar / 3 PSI]
14,3
220
2
15
40