BCP BL6-I06
Instructies
Bediening
Druk op de trekker om de schroevendraaier te starten. De bedieningsschakelaar
moet in de voorste stand staan. Laat de schroevendraaier draaien tot het inge-
stelde koppel bereikt wordt en de koppeling vrijkomt. U hoort dan een klikge-
luid van de koppeling, waarop de groene LED gaat branden en de motor uitge-
schakeld wordt.
Bedieningsschakelaar
Laat de trekker vrij voordat u de bedieningsschakelaar gebruikt.
Temperatuur
Bij een temperatuur boven de 50°C presteert de batterij minder goed. Vermijd
langdurige blootstelling aan hitte of zonlicht (gevaar voor oververhitting).
Aanhaalkoppel instellen
Voor een correcte en veilige werking moet de schroevendraaier het juiste aan-
haalkoppel op de schroefverbinding toepassen. Controleer het toegepaste kop-
pel van de verbinding en het aanhaalkoppel dat aan de verbinding toegekend is.
Met de Torque Analyser ACTA 4000 van Atlas Copco, plus een inline roteren-
de omvormer van gewenste grootte zoals de IRTT, kunt u het koppel controle-
ren (zie fig. en onze algemene catalogus).
Wijzig de spanning van de koppelingsveer met behulp van de afstelschijf en de
bijgeleverde sleutel om het aanhaalkoppel in te stellen. Stop de sleutel in de
opening aan de voorkant. Om het aanhaalkoppel te verhogen draait u de afstel-
sleutel rechtsom. Stel het koppel altijd op een voorkeurstand in (telkens ander-
halve slag van de sleutel). Als het koppel te hoog is, hoort u geen klikgeluid van
de koppeling en gaat de groene LED niet branden, maar de motor wordt wel
uitgeschakeld.
Om de schroefverbinding niet te beschadigen, is het raadzaam met een laag
koppel te beginnen. Zie onderdelenlijst voor het koppelbereik van de koppe-
lingsveren.
Stel het koppel niet hoger in dan het aanbevolen maximum, want dat leidt
tot een incorrecte werking en snellere slijtage.
Batterijladers
Gebruik enkel de batterijlader van Atlas Copco (optioneel). Raadpleeg a.u.b. de
afzonderlijk bij de lader geleverde instructies.
Batterijpakketten
Laad nieuwe of gedurende lange tijd niet gebruikte accublokken volledig op al-
vorens uw accu-machine te gebruiken. De volledige laadcapaciteit van accu-
blokken wordt bereikt na ze 4 of 5 keer volledig te hebben ontladen en ge-
laden.
De contactpunten van laders en accublokken moeten zuiver worden gehouden.
Als de machine gedurende 100 uur of langer niet gebruikt wordt, haal dan de
batterij uit de machine om te vermijden dat de batterij leegloopt via de elektro-
nische schakelingen.
NL
© Atlas Copco Industrial Technique AB - 9836 962600 00
Veiligheids- en bedienings-voorschriften
85