Nederlands
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
BELANGRIJK: Lees en begrijp deze veiligheidsinstructies grondig voordat u uw mobiliteitshulpmiddel
gebruikt om uw veiligheid en de levensduur van het apparaat te waarborgen.
ALGEMENE VEILIGHEID:
• Gebruikersbeperkingen: Dit apparaat is bedoeld voor gebruik door individuen.
• Draagvermogen: Overschrijd het maximale draagvermogen zoals vermeld in de technische
specificaties van deze handleiding niet, aangezien dit de structuur en veiligheid van het apparaat
kan aantasten.
• Inspectie: Inspecteer uw mobiliteitshulpmiddel regelmatig op slijtage, losse onderdelen of schade.
Stop onmiddellijk met het gebruik als er problemen worden gevonden en neem contact op met de
fabrikant of een gecertificeerde technicus voor reparatie.
• Aanpassingen: Breng geen wijzigingen aan het mobiliteitshulpmiddel aan, aangezien dit de
veiligheid kan beïnvloeden en de garantie kan laten vervallen.
BELANGRIJKSTE VEILIGHEIDSFUNCTIES:
•
Bescherming tegen elektrische schokken: Interne voeding geclassificeerd als Type B toepassing.
•
Ingress-beschermingsklasse: Geclassificeerd op basis van de mate van vloeistofbescherming: IPx3.
•
Brandbaarheid: Geclassificeerd als Non-AP/APG type voor veilig gebruik in omgevingen waar
brandbare anesthetische mengsels met lucht, zuurstof of lachgas aanwezig zijn.
•
Bedrijfsmodus: Ontworpen voor continu gebruik.
•
Spanningsclassificatie: Werkt op een DC 36V voeding.
•
Bescherming tegen defibrillatorontlading: Apparaat biedt geen bescherming tegen
defibrillatorontlading.
•
Signaalpoorten: Geen signaaluitvoer- of invoerdeel.
•
Niet-permanente apparatuur: Veiligheid gegarandeerd voor alle niet-permanente geïnstalleerde
apparatuur.
MILIEUVEILIGHEID:
•
Terrein: Gebruik het apparaat op stabiele en vlakke oppervlakken. Vermijd water, ijzige of
oneffen terreinen die kunnen zorgen dat het apparaat slipt of kantelt.
•
Weersomstandigheden: Vermijd het gebruik van het apparaat bij extreme
weersomstandigheden die de functionaliteit of uw controle over het apparaat kunnen
beïnvloeden.
•
Obstakels: Let op obstakels op uw pad en houd een veilige afstand van randen, trappen en
waterpartijen.
RIJWAARSCHUWING:
Algemene Rijwaarschuwingen:
•
Om verwondingen te voorkomen, oefen in veilige, open ruimtes, zoals een park, voordat u de
scooter op de wegen gebruikt. Begin met oefenen in het vooruit- en achteruitrijden, stoppen en
draaien. Zodra u vaardiger wordt en vertrouwd raakt met de bedieningselementen, kunt u
overwegen de scooter in andere geschikte omgevingen te gebruiken om de veiligheid te
waarborgen.
10
Nederlands