11. Ingebruikname
WAARSCHUWING!
Neem de wettelijke voorschriften inzake geluidsbescherming
in acht.
VOORZICHTIG!
Neem minimaal drie meter van de plek waar u brandstof hebt
bijgevuld voordat u de motor start.
11.1
Starten van de motor
Om de motor te starten zet u het apparaat op een stevige
ondergrond.
Aanwijzing
Trek het starterkoord (20) er altijd recht uit. Houd de greep
van het starterkoord (20) vast tot de starterkoord (20) weer
opwikkelt. Laat het starterkoord (20) nooit terugschieten. Dit
kan tot schade leiden.
Trek het starterkoord van de starter (20) niet verder dan
de maximale lengte uit. Zo voorkomt u dat het starterkoord
scheurt.
11.1.1 Starten bij koude motor (afb. 1, 10, 11, 12,
13)
1.
Zet de chokehendel (15) in de stand
2.
Druk de brandstofpomp (primer) (19) 7 keer in. (afb. 12)
3.
Houd het apparaat bij de handgreep bovenaan (9) vast
en trek het starterkoord (20) er langzaam tot aan de eer-
ste weerstand uit.
4.
Trek nu opnieuw meerdere keren krachtig aan het starter-
koord (20) tot de motor kort start en weer uitgaat.
5.
Zodra de motor is uitgegaan, bedient u de gashendel
(8). De chokehendel (15) springt automatisch naar de
stand "warme start"
.
6.
Trek nu opnieuw snel aan het starterkoord (20) tot de
motor start.
7.
Laat het apparaat 1 tot 2 minuten warm lopen.
Aanwijzing
Het apparaat beschikt over een auto-choke-functie. Zodra u
gashendel (8) bedient, springt de chokehendel (15) naar de
stand
.
Bij hoge buitentemperaturen kan het voorkomen dat ook bij
een koude motor zonder choke moet worden gestart!
11.1.2 Starten bij warme motor (afb. 1, 10)
(Het apparaat stond minder dan 15 à 20 minuten
stil.)
1.
De chokehendel (15) hoeft voor het starten met een war-
me motor niet in deze stand
2.
Houd het apparaat bij de handgreep bovenaan (9) vast
en trek het starterkoord (20) er langzaam tot aan de eer-
ste weerstand uit.
3.
Trek nu hard en snel aan het starterkoord (20). Het appa-
raat moet na 1-2 keer trekken starten. Als het apparaat
na 6 keer aantrekken nog altijd niet start, herhaalt u de
werkwijze onder "Starten bij koude motor".
. (afb. 11)
te worden gezet.
11.2
Motor uitzetten
11.2.1 Nood-uit stappen
Mocht het nodig zijn om het apparaat direct te stoppen, zet
u de aan-uitknop (16) op "0" en houdt hem in deze stand
ingedrukt tot de motor stilstaat.
11.2.2 Normaal uitschakelen
1.
Klik de gashendel-vergrendeling (7) los.
2.
Laat de gashendel (8) los.
3.
Druk de aan-uitknop (16) in de "0" stand en houdt hem in
deze stand ingedrukt tot de motor stilstaat.
11.3
Motortoerental instellen.
U stelt het gewenste motortoerental voor het gebruik van het
apparaat in met behulp van de gashendel (8). De positie van
de gashendel kan met de bijbehorende vergrendeling (7)
worden vastgezet.
Aanwijzing
Tijdens de eerste 6-8 bedrijfsuren is het beter om de motor niet
op volle kracht te laten lopen.
11.4
Gebruik van de bladblazer
Houd tijdens het gebruik van het apparaat als bladblazer het
apparaat vast bij de handgreep aan de bovenkant (9).
Het motortoerental dient te worden aangepast aan het soort
te verwijderen materiaal:
• Voor licht materiaal op het gazon zet u de motor op een
laag toerental.
• Om gras en licht bladeren op asfalt of een verharde grond
te verplaatsen, gebruikt u de motor bij een gemiddeld toe-
rental.
• Voor zwaar materiaal zoals sneeuw of afval zet u de motor
op een hoog toerental.
VOORZICHTIG
Let er altijd op, dat u geen voorwerpen of stof in de richting
van personen of dieren blaast of dat er voorwerpen bescha-
digd raken. Let altijd op de windrichting en werk nooit tegen
de wind in.
11.5
Gebruik van de bladzuiger op benzine
VOORZICHTIG
Het apparaat moet tijdens het bedrijf altijd met beide handen
worden vastgehouden.
• Leg uw linkerhand op de handgreep boven (9) en uw rech-
terhand op de handgreep onder (21).
• Houd de handgreep onderaan (21) zo vast, dat de opvang-
zak (24) zich aan de rechterkant van de bediener bevindt.
• Als u het apparaat als bladzuiger gebruikt, werkt een ge-
middeld tot hoog toerental meestal het beste.
• Houd het afgeronde uiteinde van de zuigmond (12) tijdens
het opzuigen enkele centimeters boven de grond.
De opvangzak (24) werkt ook als een filter, net als bij een
gewone stofzuiger. Daarom is het aan te bevelen om:
• de opvangzak (24) niet helemaal te vullen;
• te grote voorwerpen direct te verwijderen.
63
NL/BE