Gebruik geen sterke schoonmaakmiddelen of schoonmaakmiddelen op petroleumbasis bij het reinigen van
kunststof onderdelen. Chemicaliën kunnen kunststoffen beschadigen.
5. Bescherm de tanden van de sikkelstang met de frontbescherming en zorg ervoor dat het mes niet uit
de zijkant van de stang ontsnapt.
6. Bewaar uw apparaat rechtop in een schoon, droog gebouw met goede ventilatie.
Bewaar het apparaat niet met brandstof in een niet-geventileerde ruimte waar brandstofdampen in
contact kunnen komen met vlammen, vonken, waakvlammen of andere ontstekingsbronnen.
VERWIJDERING VAN GEBRUIKTE APPARATEN:
Gooi dit apparaat niet in gemeentelijke afvalsystemen. Lever het in bij een recycling- en verzamelpunt voor
elektrische apparaten. Controleer het symbool op het product, de gebruiksaanwijzing en de verpakking. De
kunststoffen die voor de bouw van het apparaat zijn gebruikt, kunnen overeenkomstig hun markering
worden gerecycleerd. Door te kiezen voor recycling levert u een belangrijke bijdrage aan de bescherming
van het milieu.
Neem contact op met plaatselijke autoriteiten voor informatie over plaatselijke recycling.
HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN:
Hieronder volgt een lijst met kleine problemen die kunnen optreden bij het gebruik van de werktuigdrager
en die door de gebruiker kunnen worden opgelost.
1. Motor start niet.
Voer de volgende controles uit in de aangegeven volgorde:
De brandstoftank moet minimaal halfvol zijn.
De brandstofkraan moet open zijn.
De choke moet op OPEN staan (bij koude motor).
Brandstof moet de carburateur bereiken.
Het gaasfilter bij de ingang van de carburateuringang moet schoon zijn.
De carburateursproeiers moeten schoon zijn. Ter controle schroeft u ze eruit en als ze vuil zijn, reinigt u ze
met een luchtstoot.
2. Machine met helmstok. Op harde grond springt de machine naar voren.
Pas de stang van de diepteregelaar aan door deze naar het laatste gat te verplaatsen.
3. Machine met sikkelmaaibalk, de meskoppeling breekt veelvuldig.
Zorg ervoor dat de meshouders niet te strak zitten.
Controleer of de grond steenachtig is. Gebruik dan de maaihoogteverstelling om de maaibalk omhoog te
brengen en te voorkomen dat kleine steentjes tussen de tanden en messen vast komen te zitten.
4. Het gemaaid gras moet naar voren vallen en niet aan de zijkanten worden uitgeworpen.
NL