2. Draai de stelschroef.
3. Draai de bevestigingsschroef weer vast.
4. OPMERKING: overmatige wrijving tussen de meshouder en het mes moet worden vermeden om een
goede werking te garanderen.
Vervanging van het maaimes
1. Draai de schroef los.
2. Verwijder de mesvergrendeling.
3. Laat het mes los.
Om het mes opnieuw te monteren, voert u dezelfde handelingen uit, maar in omgekeerde volgorde, en
zorgt u ervoor dat de messen op dezelfde manier worden gemonteerd.
3.4.
Reiniging en onderhoud
Goed onderhoud en smering zorgen ervoor dat de machine in perfecte staat blijft.
1. Schakel de motor uit en schakel alle bedieningshendels uit. De motor moet koel zijn.
2. Inspecteer de algemene staat van de unit. Controleer op losse schroeven, verkeerde uitlijning of
vastlopen van bewegende delen, gebarsten of kapotte onderdelen en andere omstandigheden die de
veilige werking ervan kunnen beïnvloeden.
3. Verwijder al het vuil uit het apparaat met een zachte borstel, stofzuiger of perslucht. Gebruik dan een
lichtgewicht machineolie van topkwaliteit om alle bewegende delen te smeren.
4. Motor: u dient de olie iedere 4 werkuren te controleren en deze iedere 50 werkuren te vervangen.
Gebruik altijd olie van goede kwaliteit. Voor de intervallen tussen onderhoudsbeurten volgt u de
instructies in de motorhandleiding.
5. Versnellingsbak: controleer het oliepeil elke 50 bedrijfsuren, verwijder de plug en controleer of, bij
een horizontale machine, de olie de twee inkepingen bereikt. Voeg indien nodig de olie toe.
6. Versnellingsbakolie vervangen: olie moet worden vervangen als deze heet is door de vuldop en plug
los te draaien, voorzien van een oliepeilstok. Wanneer de olie volledig is afgetapt, plaatst u de vuldop
terug en vult u nieuwe olie bij.
7. Sikkelstang: smeer het mesbewegingsblok elke 4 werkuren met behulp van de smeerder. Houd het
mes goed afgesteld door de meshouders te verstellen. Ze mogen niet zo strak zitten dat ze het mes
blokkeren. Houd de messen altijd scherp. Maak na iedere werkdag de sikkelstang schoon en verwijder
eventueel achtergebleven stukje gras of modder. Controleer af en toe of alle schroeven goed
vastzitten. Elke keer dat de staaf wordt overgedragen, blootgesteld aan het publiek of in een depot
wordt achtergelaten, is het verplicht om de frontbescherming aan te brengen.
8. Helmstok: reinig na elk gebruik de onderkant van de tandenbescherming. Het vuil spoelt
gemakkelijker van de tanden als het onmiddellijk wordt afgespoeld in plaats van nadat het is
opgedroogd. Droog de frees daarna altijd af met een handdoek en breng een dun laagje olie aan om
roest of waterschade te voorkomen.
Gebruik nooit een "hogedrukreiniger" om uw apparaat schoon te maken. Water kan in nauwe delen van
de unit binnendringen en schade aan spindels, tandwielen, lagers of de motor veroorzaken. Het gebruik
van hogedrukreinigers zal resulteren in een kortere levensduur en minder onderhoudsgemak.
Als de werktuigdrager langer dan 30 dagen niet wordt gebruikt, volgt u onderstaande stappen om uw
apparaat klaar te maken voor opslag.
1. Laat de brandstoftank volledig leeglopen. Opgeslagen brandstof die ethanol of MTBE bevat, kan
binnen 30 dagen oud worden. Verouderde brandstof bevat een hoog gomgehalte en kan de
carburateur verstoppen en de brandstofstroom beperken.
2. Start de motor en laat deze draaien tot hij stopt. Dit zorgt ervoor dat er geen brandstof in de
carburateur achterblijft. Laat de motor draaien totdat deze stopt. Dit helpt de vorming van afzettingen
in de carburateur en mogelijke motorschade te voorkomen.
3. Smeer de cilinder door enkele druppels van dezelfde soort olie die voor de motor wordt gebruikt door
het bougiegat te laten lopen en de motor een korte tijd te laten draaien.
4. Gebruik schone doeken om de buitenkant van de machine schoon te maken en om de
ventilatieopeningen vrij te houden.
NL