terug te brengen naar de oorspronkelijke positie. Zorg ervoor dat het in de vergrendelpositie staat en dat
de moeren waarmee het werktuig aan de machine is bevestigd, goed zijn vastgedraaid.
Om te voorkomen dat werktuigen vastlopen, is het noodzakelijk om de snelwissel dagelijks te smeren.
Om de sikkelstang te monteren, is het noodzakelijk om het stuur 180° te draaien. Haal hiervoor eerst de
snelheidsschakelhendel en de aftakashendel uit hun steunen, trek aan de stuurkolom en draai deze 180o.
Plaats hem opnieuw nadat u de ideale positie van het stuur heeft gekozen. Na het draaien van het stuur
moeten de hendels weer in de steunen worden gestoken. Wanneer aan het stuur wordt gedraaid, rijdt de
machine vooruit in achteruit en terug in de 1e snelheid.
Motorolie
OLIE IS AFGEVOERD VOOR VERZENDING. Als u het motorcarter niet met olie vult voordat u de motor
start, kan dit permanente schade tot gevolg hebben en komt de motorgarantie te vervallen.
3.3.
Gebruik van het apparaat
Brandstof toevoegen
Vul de brandstoftank zoals aangegeven in de afzonderlijke motorhandleiding die bij de machine is
geleverd.
Het starten van de machine
1. Zorg ervoor dat de aftakashendel is uitgeschakeld en dat de versnellingshendel in de stationaire stand
staat.
2. Zet de gashendel op het stuur halverwege. Als de motor koud is, schakel dan de choke op de
carburateur in.
3. Stel de motor in voor starten zoals beschreven in de motorhandleiding.
4. Trek lichtjes aan de startgreep totdat u weerstand voelt, trek dan krachtig en breng de startgreep
voorzichtig terug. De startgreep mag altijd met slechts één hand worden vastgehouden, om te
voorkomen dat de motor "terugslaat". Wanneer de motor is gestart, laat u deze enkele minuten
stationair draaien, zodat de olie alle bewegende delen kan smeren.
5. Schakel de snelheidsschakelhendel in en zet deze in de gewenste stand.
6. Sluit de aftakas aan, verhoog de snelheid indien nodig en knijp de motorstophendel in om met het
werk te beginnen.
Het stoppen van de machine
Vertraag, schakel de aftakas- en snelheidshendels naar de neutrale stand en laat de motorstophendel
volledig los.
Instelling van de diepte van de bewerking
Als u de stang van de diepteregelaar laat zakken, wordt de helmstok langzamer en dieper. Door de stang
van de diepteregelaar omhoog te brengen, kan deze sneller en ondieper bewegen.
Om de bewerkingsdiepte aan te passen
1. Verwijder de bevestigingsschroef.
2. Breng de stang van de diepteregelaar omhoog of omlaag naar de gewenste positie.
3. Vervang de bevestigingsschroef.
Sikkelstang hoogteverstelling
Bij het werken op slecht terrein is het noodzakelijk om de maaihoogte van de maaier op de volgende
manier aan te passen.
1. Draai de moer los.
2. Breng het skidpad terug naar de gewenste positie.
3. Vergrendel de moer opnieuw.
Afstelling maaimeshouder
1. Bevestigingsschroef losdraaien.
NL