VASTZETTEN VAN DE KATHETER EN VERBINDEN VAN DE WOND:
•
De inbrengplaats en het externe gedeelte van de katheter moeten
altijd met een beschermend verband worden afgedekt.
8.
Bedek de uitgangsplaats met een afsluitend verband in
overeenstemming met de gedragslijnen van de faciliteit.
9.
Maak een aantekening van de katheterlengte en het partijnummer
van de katheter op de staat van de patiënt.
•
Vóór de infusie begint, moeten alle verbindingsstukken nauwkeurig
worden gecontroleerd.
•
Er dienen geregelde visuele inspecties te worden uitgevoerd om
lekken waar te nemen en bloedverlies of luchtembolie te voorkomen.
•
Als een lek wordt gevonden, moet de katheter onmiddellijk worden
afgeklemd en vervangen.
Opgelet: De katheter uitsluitend met de meegeleverde in-lijn klemmen
afklemmen.
•
De nodige herstellende actie moet worden genomen vóór het
voortzetten van de behandeling.
Noot: Door bovenmatig bloedverlies kan de patiënt in shock raken.
Vervangen van verband - Een verband moet de inbrengplaats altijd
•
bedekken. Het verband moet worden vervangen volgens het beleid
van de instelling of elke keer dit vuil of nat wordt of niet meer bedekt.
Noot: Telkens wanneer verbanden vervangen worden, dient de
externe lengte van de katheter beoordeeld te worden om te bepalen
of kathetermigratie zich heeft voorgedaan. Confirmeer geregeld de
positionering van de katheter en plaats van de tip.
Spoelen en afsluiten - Volg het beleid van de instelling voor
•
spoelen en het afsluiten van de katheter.
•
Een lopende infusie moet altijd behouden blijven om doorlaatbaarheid
te verzekeren. Een afsluiting mag vervangen worden door een
infuus. De verlengslang mag niet geklemd worden en losgelaten na
afsluiting. Dit kan veroorzaken dat bloed terug wordt geaspireerd
in het katheterlumen en een verstopte katheter veroorzaken.
Injectiedoppen - De injectiedop of de naaldloze toegangspoort moet
worden vervangen volgens het beleid van de instelling. Als u de bijgeleverde
naaldloze toegangspoort gebruikt, doe dit dan niet meer dan 100 keer.
•
Verstopte/deels verstopte katheter - Als er weerstand wordt ondervonden
om te aspireren of te spoelen kan het zijn dat het lumen geheel of
gedeeltelijk is verstopt.
Waarschuwing: Spoel niet als u weerstand voelt.
•
Als het lumen niet geaspireerd of gespoeld kan worden, en er werd
bepaald dat de katheter verstopt is met bloed, dienen de procedures van
de instelling voor het verwijderen van bloedstolsels te worden gebruikt.
Infectie:
Opgelet: Wegens het risico op HIV of andere pathogenen in het
bloed moeten gezondheidswerkers altijd universele bloed- en
lichaamsvochtvoorzorgen nemen bij het behandelen van alle patiënten.
•
Men dient zich altijd aan een steriele techniek te houden.
•
Klinisch erkende infectie dient onmiddellijk in overeenstemming
met de gedragslijnen van de instelling te worden behandeld.
ONDERHOUD VAN DE KATHETER
KATHETERPRESTATIE
INFUSIE
-41-