Herunterladen Diese Seite drucken

Honda HRN 536 VK 53CM Serie Bedienungsanleitung Seite 62

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 38
Motoroliepeil
Controleer het motoroliepeil terwijl de motor stilstaat en de maaier op
een vlakke ondergrond staat.
Gebruik 4-takt motorolie die voldoet aan of beter is dan de eisen voor
API service categorie SN of later. Controleer altijd het API SERVICE-
label op de olietank om er zeker van te zijn dat het de letters SN of
later bevat.
SAE 10W-30 wordt aanbevolen
voor algemeen gebruik. Andere
in de tabel aangegeven
viscositeiten kunnen worden
gebruikt wanneer de gemiddelde
temperatuur in uw gebied binnen
het aangegeven bereik ligt.
We adviseren het gebruik van
originele Honda-olie om de pres-
taties van het emissiecontrolesysteem op peil te houden.
LET OP
• Het laten draaien van de motor met een laag oliepeil kan
motorschade veroorzaken.
• Het gebruik van olie zonder detergent kan de levensduur van de
motor verkorten, en het gebruik van tweetaktolie kan de motor
beschadigen.
1. Verwijder de olievuldop/
peilstok [1], en veeg de
peilstok schoon.
2. Steek de peilstok in de
vulopening. Schroef hem
niet vast. Verwijder de
peilstok en controleer het
oliepeil.
3. Als het oliepeil in de buurt
van de laagpeil-markering
[3] is, voeg dan de
aanbevolen olie toe om het
peil tot de hoogpeil-
markering [2] te brengen.
Niet overvullen.
4. Plaats de vuldop/peilstok [1]
en draai deze stevig vast.
Brandstof
Deze motor is gecertificeerd
om te werken op loodvrije
benzine met een researchoc-
taangetal van 91 of hoger.
Wij raden aan na elk gebruik bij te tanken om lucht in de
brandstoftank tot een minimum te beperken.
Tank in een goed geventileerde ruimte voordat u de motor start. Als
de motor gedraaid heeft, laat hem dan afkoelen. Tank de maaier nooit
bij in een gebouw waar benzinedampen vlammen of vonken kunnen
bereiken.
U mag gewone loodvrije benzine gebruiken met niet meer dan 10%
ethanol (E10) of 5% methanol per volume. Bovendien moet de
methanol cosolvents en corrosieremmers bevatten. Het gebruik van
brandstoffen met een hoger ethanol- of methanolgehalte dan
hierboven aangegeven, kan start- en/of prestatieproblemen
veroorzaken. Het kan ook metalen, rubberen en plastic onderdelen
van het brandstofsysteem beschadigen. Bovendien is ethanol
hygroscopisch, wat betekent dat het water aantrekt en vasthoudt in
het brandstofsysteem. Motorschade of prestatieproblemen die het
gevolg zijn van het gebruik van een brandstof met percentages
ethanol of methanol die hoger zijn dan hierboven aangegeven,
worden niet door de garantie gedekt. Gebruik van de hierboven
aangegeven brandstof is noodzakelijk om de prestaties van het
emissiecontrolesysteem op peil te houden.
30
5W-30•10W-30
0
20
40
60
80
100°F
-20
-10
0
10
20 30 40°C
OMGEVINGSTEMPERATUUR
[1]
[2]
[3]
Indien uw toestel niet frequent of met tussenpozen wordt gebruikt
(meer dan 4 weken voor het volgende gebruik), raadpleeg dan het
onderdeel Brandstof van het hoofdstuk OPSLAG (pagina 15) voor
bijkomende informatie over de veroudering van de brandstofkwaliteit.
Benzine is zeer brandbaar en explosief.
U kunt brandwonden of ernstig letsel oplopen wanneer u
met brandstof omgaat.
• Stop de motor en laat hem afkoelen.
• Houd hitte, vonken en vlammen uit de buurt.
• Hanteer brandstof alleen buiten.
• Dweil gemorste vloeistoffen onmiddellijk op.
Gebruik nooit verouderde of vervuilde benzine of een olie/benzine-
mengsel. Voorkom dat er vuil of water in de brandstoftank komt.
LET OP
Brandstof kan verf en kunststof beschadigen. Zorg ervoor dat u geen
brandstof morst wanneer u uw brandstoftank vult. Schade veroorzaakt
door gemorste brandstof wordt niet door de garantie gedekt.
Verwijder de tankdop en controleer het brandstofpeil. Vul de tank bij
tot aan de bovenste limiet [1] als het brandstofpeil laag is. Vul
zorgvuldig bij om morsen van brandstof te voorkomen. Vul niet te veel
bij; er mag geen brandstof in de hals van de vulpijp blijven zitten.
Draai na het tanken de dop van de brandstoftank goed vast.
Verplaats de maaier ten minste 3 meter van de brandstofbron en
locatie voordat u de motor start.
Container voor opslag van brandstof
Bewaar uw benzine in een schone, plastic, afgesloten container die is
goedgekeurd voor opslag van brandstof. Sluit de ontluchtingsopening
(indien aanwezig) wanneer u het apparaat niet gebruikt, en bewaar de
container uit de buurt van direct zonlicht. Als het langer dan
3 maanden duurt voordat u de brandstof in de container gebruikt,
raden wij u aan een brandstofstabilisator aan de brandstof toe te
voegen wanneer u de container vult.
Inspectie van het luchtfilter
Verwijder het deksel
[1]. Verzeker u ervan
dat het filter [2]
schoon is en in
goede staat. Een vuil
luchtfilter beperkt de
luchtstroom naar de
carburateur,
waardoor de motor
minder goed
presteert. Raadpleeg
pagina 13 voor
onderhoud van het
luchtfilter.
NEDERLANDS
WAARSCHUWING
[2]
[1]
53 mm
[1]
7

Werbung

loading

Diese Anleitung auch für:

Hrn536cvkeaHrn536cvyea