Werbung
Verfügbare Sprachen
Verfügbare Sprachen
7.1.2 De titrant kalibreren
1. Vanuit het startscherm, kies Calibration (Kalibratie), en druk vervolgens op Titrant calibration
(Titrant kalibratie).
2. Als er meer dan één titrant is geïnstalleerd, drukt u op pijltoetsen omhoog en omlaag om de te
kalibreren titrant te markeren. Vervolgens drukt u op Select (selecteren).
3. Als meer dan één toepassing een titrantkalibratiemethode bevat, drukt u op de pijltoetsen
omhoog en omlaag om de te gebruiken toepassing te markeren. Vervolgens drukt u op Select
(selecteren).
4. De kalibratie-informatie wordt op het display weergegeven. Selecteer indien nodig een icoon voor
meer informatie of om enkele gegevens te wijzigen.
Optie
Informatie
Operator (Gebruiker)
5. Vul een beker met de aanbevolen hoeveelheid standaard die op het scherm wordt weergegeven.
Vul zo nodig meer van het oplosmiddel bij dat in de toepassingsnota is aangegeven tot de sensor
correct in het monster is geïnstalleerd.
6. Zet voorzichtig een magnetisch roerstaafje in de beker. Zorg dat er geen vloeistof wordt gemorst.
7. Bevestig de beker aan de sensorhouder.
8. Zorg ervoor dat het pictogram aan de onderkant van het scherm
instructies op die op het scherm verschijnen naast dit pictogram. Raadpleeg
aansluiten
op pagina 199 om ervoor te zorgen dat de buizen en de sensor goed zijn uitgelijnd.
9. Druk op Start om het programma te starten. De betreffende kalibratiegegevens worden op het
display weergegeven.
10. Als de standaard roersnelheid moet worden aangepast, druk dan op de omhoog en omlaag
pijltoetsen om de snelheid te verhogen of te verlagen.
Opmerking: Deze aanpassing geldt alleen voor de huidige bewerking. De standaard roersnelheid voor de
toepassing is niet gewijzigd.
208 Nederlands
Beschrijving
Toont meer informatie over de kalibratie.
Verandert de operator-ID. U kunt kiezen uit een lijst van bevoegde gebruikers.
gemarkeerd is. Volg de
De sensor
Werbung
