Inhaltsverzeichnis
Werbung
Verfügbare Sprachen
Verfügbare Sprachen
NL
1.2
Voorbereidende controles
a
LET OP
– Indien toegang tot het onderste gedeelte van het
apparaat noodzakelijk is, controleer of de temperatuur
van de onderdelen of de leidingen van de installatie
niet te hoog zijn (gevaar voor brandwonden).
– Trek beschermende handschoenen aan voor u de
hersteloperaties
verricht.
De eerste ingebruikname van de ketel Vera OF F/B moet
uitgevoerd worden door gekwalificeerde technici. Daarna kan de
ketel automatisch werken. Soms kan het echter nodig zijn dat de
gebruiker het apparaat eigenhandig opnieuw in werking moet
stellen, zonder een beroep te doen op een technicus, bijvoorbeeld
na een vakantieperiode. In deze gevallen dienen de volgende
controles en handelingen te worden uitgevoerd:
– controleer of de afsluitkraan van de brandstof en de kraan van
de hydraulische installatie geopend zijn
– controleer op de manometer (1) of de druk van de
verwarmingsinstallatie 1-1,2 bar bedraagt in koude toestand.
Als dit niet het geval is, dient u de toevoerkraan te openen die
op de afvoer van de installatie voorzien dient te zijn, en vul het
verwarmingscircuit bij totdat de drukwaarde op de manometer
(1) 1-1,2 bar weergeeft
– sluit opnieuw de toevoerkraan.
1
1.3
Inschakelen
Nadat u de voorbereidende controles heeft uitgevoerd, ga als
volgt te werk om de ketel in werking te stellen:
– plaats de hoofdschakelaar van de installatie op "ON" (aan)
ON
van
de
verwarmingsinstallatie
Afb. 2
Afb. 3
– controleer op het display of de werkingsmodus ingesteld is op
l
"ZOMER"
; selecteer de modus indien nodig door gedurende
ten minste 1 seconde op de toets
verschijnt de waarde van de toevoersensor die op dat moment
wordt gemeten
– open één of meerdere warmwaterkranen. De ketel werkt aan
de maximale brandkracht totdat de kraan/kranen worden
gesloten.
Als de ketel ingeschakeld is in de "ZOMER-modus"
de toets
s
, als u hem ten minste 1 seconde indrukt, de "WINTER-
n
modus"
kiezen. Op het display verschijnt de temperatuur van
het water van de verwarming die op dat moment wordt gemeten.
In dit geval is het noodzakelijk om de omgevingsthermosta(a)t(en)
in te stellen op de gewenste temperatuur of, als de installatie
uitgerust is met een chronothermostaat, te controleren of deze
"actief" en ingesteld is.
1.4
De temperatuur van het toevoerwater
instellen
Wanneer u de toevoertemperatuur van de ketel wilt verhogen of
verlagen, kunt u, in plaats van de specifieke parameter te wijzigen,
t
aan de knop
op het bedieningspaneel draaien. De temperatuur
kan ingesteld worden van 20 tot 80°C.
1.5
De temperatuur van het sanitair warm
water instellen
Om de temperatuur van het sanitair warm water te verhogen of
te verlagen, draai aan de knop
temperatuur kan ingesteld worden van 10 tot 60°C.
s
te drukken. Op het display
l
, kunt u met
Afb. 4
r
op het bedieningspaneel. De
Afb. 5
87
Werbung
Inhaltsverzeichnis
