Opmerking: Om de motor in een noodgeval te stoppen, zet u de generatorschakelaar in de stand "UIT".
ONDERHOUD
Zorg ervoor dat alle veiligheidsinformatie, waarschuwingen en instructies zijn gelezen en begrepen
voordat er onderhoud wordt gepleegd.
Gebruik onderhoudsuren of kalendertijd, WAT HET EERST OPVALT, om de juiste onderhoudsintervallen
te bepalen.
Stop de motor voordat u onderhoud uitvoert. Leg de motor in horizontale positie en verwijder de bougiedop
om te voorkomen dat de motor start. Gebruik de motor niet in een ongeventileerde ruimte of een andere
afgesloten ruimte.
Wanneer nodig:
Tankdop en zeef - reinigen bij elk gebruik:
Motoroliepeil - controleren
Rondgang inspectie
Eerste 20 diensturen of 1 maand:
Motorolie - verversen
Elke maand:
Generator - Inspecteren
Elke 50 bedrijfsuren of 3 maanden:
Luchtfilter - controleren
Vonkenvanger - inspecteren/schoonmaken/vervangen
Elke 100 bedrijfsuren of 6 maanden:
Motorolie - verversen
Bougie - inspecteren/corrigeren/vervangen
Elke 300 bedrijfsuren of 1 jaar:
Cilinderkop - reinigen
Klepspeling - controleren
Om de 2 jaar:
Brandstofleiding - vervangen
Luchtfilter - controleren
Een vuil luchtfilter beperkt de luchtstroom naar de carburateur, veroorzaakt een slecht brandstofverbruik
en kan de motor beschadigen. Om de generator in goede staat te houden, dient u het
luchtfilter
regelmatig
te onderhouden. Voer vaker onderhoud uit als u de generator in extreem stoffige omgevingen gebruikt.
Opmerking:
Laat de generator nooit draaien zonder dat het luchtfilter is geplaatst. Gebruik van de
generator zonder luchtfilter leidt tot snelle slijtage van de motor.
- 11 -