Aansluiting, Ingebruikname, Opladen - VOLTCRAFT 5 A ICEMAN 5 (R) Bedienungsanleitung

7. AANSLUITING, INGEBRUIKNAME, OPLADEN

Voor het opladen in de laadprogramma's „Modus 1, 2, 5 en 6" kan de accu aan de voertuigelektronica aange-
sloten blijven.
Voor het opladen in „modus 3, 4, 7 en 8" moet de accu in elk geval van de voertuigelektronica worden
losgekoppeld. Bij het niet in acht nemen bestaat het gevaar voor schade aan de voertuigelektronica wegens
overspanning.
a) Verbind het laadapparaat met een stopcontact (220 - 240 V/AC). De LED „Power" (afbeelding 3, pos. 1) licht op.
Wanneer deze LED knippert, bevindt het apparaat zich in de stand-bymodus.
Het laadapparaat laadt het laatst gebruikte laadprogramma op. Daarom kunt u ook eerst het laadapparaat
aan de accu aansluiten en pas dan het laadapparaat met een contactdoos (220 - 240 V/AC) verbinden. In dit
geval begint het opladen met het laatst gebruikte laadprogramma (modus 1 tot 8). De overeenstemmende
LED's lichten op.
b) Monteer de laadkabeladapter met de
krokodilklemmen aan de laadkabel tot
deze vastklikt (afbeelding 3, pos. 2). Deze
steekinrichting is (zoals bij de laadkabel-
adapter met zekering voor vaste aansluiting
ook - afbeelding 3, pos. 3) beveiligd tegen
verpoling en kan slechts in een stand worden
samengevoegd. Om deze verbinding los
te maken, moet u de kantelinrichting aan
de adapter (afbeelding 3, pos. 4) aan de
"laadkabelzijde" een beetje indrukken en de
steekverbinding dan losmaken. Monteer nu
de rode krokodilklem aan de pluspool, de
zwarte krokodilklem aan de minpool van de
accu.
Anders kunt u in de plaats van de krokodilklemmen voor het mobiel gebruik ook de laadkabeladapter met ze-
kering voor vaste aansluiting permanent met de accu in het voertuig verbinden. Monteer hiervoor de zwarte
kabel met de zeilringschoen aan de minpool, de rode kabel met de zeilringschoen aan de pluspool van de
op te laden accu. Ga hierbij zorgvuldig te werk, vermijd kortslutiingen en let op een veilig contact. Voor het
opladen in „modus 3, 4, 7 en 8" moet de accu in elk geval van de voertuigelektronica worden losgekoppeld.
Bij het niet in acht nemen bestaat het gevaar voor schade aan de voertuigelektronica wegens overspanning.
In deze „Vaste aanslutingsadapter" is onder de rubberen huls een 10 A zekering met zekeringshouder inge-
bouwd. Als het opladen niet start, kan de zekering eventueel defect zijn. Vernieuw in dit geval de zekering en
controleer de bekabeling.
Let bij een vaste aansluiting op dat noch het laadapparaat, noch de aansluitingen van de laadkabels aan
vocht worden blootgesteld. Het gebruik van het laadapparaat in de ingebouwde toestand (vaste aansluiting in
het voertuig) is uitsluitend toegelaten in droge, gesloten ruimtes (vb. een garage).
Wanneer het laadapparaat niet aan een stroomnet is aangesloten, stroomt er een beetje terugstroom en ont-
laadt de accu. Daarom raden wij de vaste aansluiting uitsluitend aan bij voertuigen die regelmatig bewegen
en opgeladen worden. Het laadapparaat heet aan de onderkant van de behuizing twee schroefopeningen
voor montage in een voertuig.
58