Garantie; Installatie; Transport; Uitpakken En Verwijdering Verpakking - Metos M145 Bedienungsanleitung

2.2 Garantie

Voor de algemene garantievoorwaarden gelieve contact op te
nemen met de plaatselijke officiële distributeur. Vraag in geval
van vervanging van componenten altijd het gebruik van origi-
nele reserveonderdelen.

3 INSTALLATIE

3.1 Transport

Het netto- en brutogewicht van het apparaat staan aangege-
ven op de externe verpakking.
Het apparaat laden op en lossen van het vervoermiddel kan
gebeuren door middel van een heftruck of pallettruck met vor-
ken die langer zijn dan de helft van de diepte van de kast. Het
hefmiddel moet gekozen worden op basis van de afmetingen
van de verpakte machine/onderdelen en moet beschikken
over een voldoende draagvermogen.
Voor de verplaatsing van het apparaat moeten alle voorzorgs-
maatregelen worden getroffen die noodzakelijk zijn om be-
schadiging te voorkomen.

3.2 Uitpakken en verwijdering verpakking

Haal de kartonnen dozen van de ondergrond waarop ze staan.
Til daarna de machine op met een geschikt middel (vorkhef-
truck of soortgelijk), verwijder de houten basis en plaats de
machine op de beoogde plaats.
Controleer, na de verwijdering van de verpakking, de intacte
staat van de machine/subsystemen. In geval van twijfel mag
het apparaat niet gebruikt worden en moet contact worden
opgenomen met de distributeur.
Verwijder aan alle zijden de beschermende PVC-folie vanaf
de RVS-panelen.
OPMERKING: al het verpakkingsmateriaal moet verwijderd
worden in overeenstemming met de normen van kracht in het
land van gebruik van het apparaat. In ieder geval mogen er
geen materialen verspreid worden in het milieu.

3.3 Plaatsing

Het apparaat:
- moet geïnstalleerd worden op plaatsen waar het gecon-
troleerd kan worden door gekwalificeerd personeel.
- mag niet in buitenomgevingen worden geïnstalleerd.
- mag niet in stoffige omgevingen worden geïnstalleerd
(Fig. 8).
- mag niet geplaatst worden op plaatsen waar er sprake is
van waterstralen.
- mag niet gewassen worden met waterstralen.
- moet geïnstalleerd en gekeurd worden in volledige over-
eenstemming met de wetgeving voor ongevallenpreven-
tie, de traditionele en geldende regelgeving.
- moet geplaatst worden op een minimale afstand van 200
mm tot de achterwand (fig. 3)
- Vermijd plaatsen die zijn blootgesteld aan direct zon-
licht, afgesloten plekken met hoge temperaturen en on-
voldoende ventilatie en vermijd de machine te installeren
in de nabijheid van warmtebronnen (Fig. 6)
8
• Koppel de machine aan de bijbehorende tank, en zorg voor
de verbinding met behulp van de twee bijgeleverde schroeven
(Fig.10)
• Plaats de machine/tank op de definitieve plaats, en zorg er-
voor dat alles waterpas staat. Dit dient om ervoor te zorgen
dat het water gelijkmatig over de verdamper wordt verdeeld
en dat de plaat met ijsblokjes gelijkmatig valt. De poten van de
tank kunnen in hoogte versteld worden.
• Ontgrendel het keerschot en verwijder de bevestigingsmid-
delen die zijn aangebracht om beschadiging tijdens het ver-
voer te voorkomen (Fig.14)
• Installeer het metalen keerschot aan de achterkant van het
apparaat met de bijgeleverde schroeven (Fig.16).
De installateur moet eventuele voorschriften voor brand-
preventie controleren (neem contact op met de plaatselijke
brandweer voor de nodige aanwijzingen).
Als de apparatuur niet waterpas staat, kunnen de werking en
de condensatiestroom in het gedrang komen.
1
Voorafgaand aan de inbedrijfstelling van de ijsmachi-
ne moeten de volgende handelingen worden uitgevoerd:
1. Controleer of het apparaat tijdens het transport niet bescha-
digd is (fig. 2)
2. Haal al het bijgeleverde materiaal uit de tank: toevoerslang,
afvoerslang, documentatie en eventuele accessoires.
3. Maak de binnenkant van de tank schoon met een spons die
u bevochtigd heeft met lauw water vermengd met een beet-
je natriumbicarbonaat; spoel na met schoon water en droog
goed af.
4. Plaats de machine op de uiteindelijke plaats, en zorg ervoor
dat ze perfect waterpas staat (fig. 3)
i
Opmerking: bij het kiezen van de omgeving waarin de
machine geïnstalleerd moet worden, moet u ervoor zorgen
dat:
- de omgevingstemperatuur niet daalt onder
10°C (50°F) en niet hoger wordt dan 43°C (110°F).
- de watertemperatuur niet daalt onder 10°C (50°F) en niet
hoger wordt dan 32°C (90°F) (fig.4).
- de waterleidingdruk niet lager is dan 0,1 MPa (1 bar) en niet
hoger is dan 0,5 MPa (5 bar). Wanneer de druk hoger is dan
0,5 MPa, moet een drukregelaar worden voorzien op de wa-
tervoorziening van de machine (fig.7).
• de geleidbaarheid van het water mag niet lager zijn dan 10
μs /cm bij een omgevingstemperatuur van 25° C.
- de machine uit de buurt van warmtebronnen staat en op een
goed geventileerde plaats (fig.6).
I
Sluit alleen aan op het drinkwaternet (Fig. 5)
5. Zorg voor wateraansluitingen vóór de elektrische aanslui-
tingen.
6. Sluit de bijgeleverde 3/4" toevoerslang aan, van de machi-
ne en op de watertoevoerleiding (Fig.7-6).
• Breng de slang aan op de afvoeraansluiting van de machi-
ne (Fig.7-8). Voor een goede waterafvoer van het apparaat
moet de leiding een minimale helling van 3% hebben en mag
er geen sprake zijn van knikken en terugstromend water. De
leiding dient in een open sifon uit te monden (Fig.7-10).
Voor apparaten met een watercondensatiesysteem moeten
NL
71503175-0-000