Waterfilter Reinigen; Storingen Opheffen; Onderhoud; Repareren - Stihl RE 90.0 Gebrauchsanleitung

15 Onderhoud

14.3 Watertoevoerzeef reinigen
1
► Nippel (1) van de wateraansluiting losdraaien.
► Watertoevoerzeef (2) uit de nippel halen.
► Watertoevoerzeef (2) onder stromend water
afspoelen.
► Watertoevoerzeef (2) in de nippel aanbrengen.
► Nippel (1) erop draaien en handmatig vast‐
draaien.
14.4

Waterfilter reinigen

Het waterfilter moet voor het reinigen worden
gedemonteerd.
1

17 Storingen opheffen

17.1 Storingen in de hogedrukreiniger opheffen
Storing
De hogedrukreiniger
start niet, hoewel de
hendel van het spuit‐
pistool wordt inge‐
drukt.
0458-002-9621-B
1
2
2
3
Oorzaak
De stekker van de aansluitkabel of van
de verlengkabel is niet aangesloten op
de contactdoos.
De installatie-automaat (zekering) of
de aardlekschakelaar is geactiveerd.
De stroomkring is elektrisch overbelast
of defect.
De contactdoos is te laag afgezekerd. ► De stekker van de aansluitkabel
De verlengkabel heeft een verkeerde
doorsnede.
De verlengkabel is te lang.
► De afdichting (1) uit het filterhuis (3) halen.
► Het filter (2) uit het filterhuis (3) halen.
► De afdichting (1) en het filter (2) onder stro‐
mend water afspoelen.
► De afdichting (1) met armaturenvet invetten.
► Het waterfilter weer monteren.
15 Onderhoud
15.1 Onderhoudsintervallen
Onderhoudsintervallen zijn afhankelijk van de
omgevings- en werkomstandigheden.
STIHL adviseert de volgende onderhoudsinter‐
vallen:
Maandelijks
► Watertoevoerzeef reinigen.

16 Repareren

16.1 Hogedrukreiniger repareren
De gebruiker kan de hogedrukreiniger en het
toebehoren niet zelf repareren.
► Als de hogedrukreiniger of het toebehoren zijn
beschadigd: de hogedrukreiniger of het toebe‐
horen niet gebruiken en contact opnemen met
een STIHL dealer.
Oplossing
► De stekker van de aansluitkabel of
de verlengkabel in de contactdoos
steken.
► Oorzaak voor het activeren opzoe‐
ken en verhelpen. De installatie-
automaat (zekering) of de aardlek‐
schakelaar inschakelen.
► Andere, in dezelfde stroomkring
aangesloten stroomverbruikers uit‐
schakelen.
aansluiten op een correct afgezek‐
erde contactdoos,
► Een verlengkabel met een vol‐
doende grote doorsnede gebruiken,
18.2
► Een verlengkabel met de juiste
lengte gebruiken,
Nederlands
18.1.
18.2
107