Motorola PMPN4607 Handbuch Seite 198

Richtlijnen voor veilige bediening
In dit hoofdstuk worden de veiligheidsrichtlijnen voor de bediening van de apparatuur beschreven.
LET OP:
1 Apparatuur die niet is gespecificeerd voor gebruik buitenshuis mag alleen op droge locaties
worden gebruikt.
2 Sluit de apparatuur alleen aan op een geschikte bekabelde spanningsbron met zekeringen
en het juiste voltage zoals vermeld op het product.
3 Haal het netsnoer uit het stopcontact wanneer u het apparaat niet gebruikt.
4 De apparatuur moet worden aangesloten op een nabijgelegen en goed toegankelijk
stopcontact.
5 Eventuele zekeringen in apparatuur moeten worden vervangen volgens het type en de
specificatie zoals vermeld in de bijbehorende instructies.
6 Bij gebruik mag de maximale omgevingstemperatuur van de spanningsbronapparatuur niet
hoger zijn dan 60 °C.
7 Het uitvoervermogen van de spanningsbroneenheid mag niet hoger zijn dan de classificaties
die aan de onderzijde van de lader zijn vermeld op het productetiket.
8 Zorg ervoor dat de kabel zo ligt dat niemand hierop kan stappen of erover kan struikelen en
dat deze niet vochtig kan worden, kan beschadigen of strak kan komen te staan.
Voertuigen met airbags
WAARSCHUWING: Lees deze instructies goed door en bewaar deze voor later gebruik.
• Plaats en installeer geen apparatuur op de airbag of binnen het opblaasgebied van
de airbag. Airbags worden met grote kracht opgeblazen. Indien apparatuur binnen het
opblaasgebied van de airbag wordt geïnstalleerd en de airbag wordt opgeblazen, kan de
apparatuur met grote kracht worden weggeslingerd en de inzittenden van het voertuig
ernstig verwonden.
• Zorg ervoor dat de communicatieapparatuur correct is geïnstalleerd om ernstig letsel te
voorkomen,.
• De installatie van communicatieapparatuur in een voertuig moet worden uitgevoerd door
een gekwalificeerde, professionele installateur of technicus. De grootte, vorm en het
opblaasgebied van de airbags kunnen verschillen per voertuigmerk en -model en de
inrichting van het voorste deel, bijvoorbeeld een bank, kuipstoelen en dergelijke.
• Neem indien nodig contact op met het hoofdkantoor van de voertuigfabrikant voor specifieke
informatie over het type, het model en de inrichting van het voorste deel van het voertuig
waarin u de communicatieapparatuur wilt installeren.
• Bij bevestiging op een onstevig of hol montageoppervlak kan de steun losraken en kan het
apparaat bij een botsing loslaten. Monteer de steun alleen op een plaats waar u deze met
de zelftappende schroeven stevig in een metalen oppervlak kunt verankeren.
• De bevestigingsschroeven kunnen kabels en draden beschadigen die onder het
montageoppervlak in het voertuig lopen. Neem contact op met de fabrikant van het voertuig
voor de precieze locaties van kabels en draden in uw voertuig. Bevestig de portofoon niet op
een plek boven de kabels.
MN008301A01-AB
Voorwoord
9