Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Beschrijving Van De Functies - Makita AN924 Betriebsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für AN924:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 21
BEVESTIGEN
De compressor selecteren
140
120
100
2
80
60
40
20
10
20
1. Nagelsnelheid (aantal per minuut) 2. Compressor
luchtopbrengst per minuut (L/min) 3. 0,83 MPa (8,3 bar)
4. 0,66 MPa (6,6 bar) 5. 0,49 MPa (4,9 bar)
De luchtcompressor moet voldoen aan de vereisten van
EN60335-2-34.
Gebruik een compressor die ruimschoots voldoende druk en
luchtopbrengst levert om een rendabele werking te garanderen.
De grafiek toont de verhouding tussen de nagelsnelheid, de
toepasselijke druk en de luchtopbrengst van de compressor.
Bijvoorbeeld, wanneer u nagelt met een frequentie van ongeveer 40
keer per minuut bij een druk van 0,66 MPa (6,6 bar), is een compres-
sor met een luchtopbrengst van meer dan 110 liter/minuut vereist.
Wanneer de aangevoerde luchtdruk de nominale druk van het
gereedschap overschrijdt, dienen drukregelaars te worden
gebruikt om de luchtdruk te verlagen tot de nominale druk.
Als u dit niet doet, bestaat gevaar voor ernstig letsel van de
gebruiker van het gereedschap of van personen in de buurt.
De luchtslang selecteren
LET OP:
Een lage luchtopbrengst van de compressor,
een te lange luchtslang of een luchtslang met een kleinere
diameter in verhouding tot de nagelsnelheid, kunnen leiden
tot een verminderde nagelkracht van het gereedschap.
► Fig.2
Gebruik een zo groot en kort mogelijke persluchtslang om
verzekerd te zijn van ononderbroken en efficiënt nagelen.
Als het interval tussen twee nagels 0,5 seconde is,
wordt bij een luchtdruk van 0,49 MPa (4,9 bar), een per-
sluchtslang met een binnendiameter van meer dan 8,5
mm en een lengte van minder dan 20 m aanbevolen.
Persluchtslangen moeten een nominale minimumwerkdruk hebben
van 1,03 MPa (10,3 bar) of 150 procent van de maximumdruk die
door het systeem wordt geleverd, al naar gelang welke hoger is.
Smering
► Fig.3
Om van maximale prestaties verzekerd te zijn, monteert u een
luchtset (smeerinrichting, drukregelaar, luchtfilter) zo dicht moge-
lijk bij het gereedschap. Stel de smeerinrichting zodanig in dat
voor iedere 30 nagels een druppel smeerolie wordt geleverd.
3
4
5
30
40
50
60
1
Als geen luchtset wordt gebruikt, smeert u het gereed-
schap met olie voor pneumatisch gereedschap door 2
(twee) of 3 (drie) druppels in de luchtslangkoppeling aan
te brengen. U dient dit voor en na ieder gebruik te doen.
Voor een goede smering moet het gereedschap enkele
keren worden bediend nadat de olie voor pneumatisch
gereedschap is aangebracht.
► Fig.4: 1. Olie voor pneumatisch gereedschap
BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
LET OP:
Laat altijd de trekker los en koppel
altijd de persluchtslang los voordat u de werking
van het gereedschap controleert of afstelt.
De nageldiepte instellen
LET OP:
Laat altijd de trekker los en koppel de
slang los voordat u de nageldiepte instelt.
► Fig.5: 1. Stelknop
Om de nageldiepte af te stellen, draait u de instelknop.
De nageldiepte is het grootst wanneer de instelknop zo
ver mogelijk in richting A, aangegeven in de afbeelding,
is gedraaid. De diepte wordt geringer naarmate de
instelknop in richting B wordt gedraaid.
Als de nagels niet diep genoeg worden geschoten, zelfs
niet terwijl de instelknop zo ver mogelijk in richting A is
gedraaid, verhoogt u de luchtdruk.
Als de nagels te diep worden geschoten ondanks dat
de instelknop zo ver mogelijk in richting B is gedraaid,
verlaagt u de luchtdruk.
Algemeen gesproken, gaat het gereedschap langer
mee als het wordt gebruikt met een lagere luchtdruk en
de instelknop is ingesteld op een grotere nageldiepte.
Haak
LET OP:
Laat altijd de trekker los en koppel
de slang los voordat u de positie van de haak
verandert.
LET OP:
Hang het gereedschap niet op aan
de haak op een hoge plaats of op een mogelijk
instabiele plaats.
LET OP:
Hang de haak niet aan uw broek-
riem. Als het nagelpistool per ongeluk valt, kan het
een nagel schieten waardoor persoonlijk letsel kan
ontstaan.
► Fig.6
► Fig.7: 1. Haak 2. Inbusbout 3. Gat
De haak is handig om het gereedschap tijdelijk aan op te hangen.
Om de positie van de haak te veranderen, verwijdert u
de inbusbout en draait u de richting van de haak om.
In de haak zitten twee gaten. Kies het gat aan de hand
van de gewenste breedte van de haak.
44 NEDERLANDS

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis