12 Na de werkzaamheden
► Bladblazer met de rechterhand zo bij de
bedieningshandgreep vasthouden dat de duim
om de bedieningshandgreep valt.
11.2
Blazen
► Mondstuk op de grond richten.
► Loop langzaam en gecontroleerd in voor‐
waartse richting.
11.3
Winterstand instellen
Als er bij temperaturen lager dan +10 °C wordt
gewerkt, is er kans op ijsvorming in de carbura‐
teur. Om ervoor te zorgen dat er extra warme
lucht vanaf de motor rond de carburateur
stroomt, moet de winterstand worden ingesteld.
LET OP
■ Als er bij temperaturen hoger dan +10 °C in de
winterstand
wordt gewerkt, kan de motor
oververhit raken.
► Zomerstand
instellen.
► Schakel de motor uit.
2
1
3
► Schroeven (1) eruit draaien.
► Filterdeksel (2) en luchtfilter (3) verwijderen.
► De omgeving rondom het luchtfilter (3) met
een vochtige doek of een kwast reinigen.
► Schroef (4) losdraaien.
0458-452-9421-I
4
5
4
► Klep (5) in de winterstand
► Bout (4) vastdraaien.
► Luchtfilter (3) plaatsen en filterdeksel (2) erop
zetten.
► De bouten (1) aanbrengen en vastdraaien.
12 Na de werkzaamheden
12.1
Na het werk
► Schakel de motor uit.
► Bladblazer laten afkoelen.
► Als de bladblazer nat is: bladblazer laten dro‐
gen.
► Bladblazer reinigen.
13 Vervoeren
13.1
Bladblazer vervoeren
► Schakel de motor uit.
Bladblazer dragen
► Bladblazer op de rug dragen en blaaspijp met
de rechterhand aan de bedieningshandgreep
vasthouden of aan de handgreep dragen.
Bladblazer in een voertuig vervoeren
► Blaaspijp met het klittenband aan de hand‐
greep van de rugplaat bevestigen.
► Bladblazer staande zodanig borgen dat deze
niet kan vallen en verschuiven.
14 Opslaan
14.1
Bladblazer opslaan
► Schakel de motor uit.
Nederlands
2
1
3
zetten.
47