Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Kleding En Uitrusting - Stihl FS 260 Gebrauchsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für FS 260:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

Nederlands
die door het gebruik van niet-vrijgegeven aan‐
bouwapparaten wordt veroorzaakt, is STIHL niet
aansprakelijk.
Voor het reinigen van het apparaat geen hoge‐
drukreiniger gebruiken. Door de harde waters‐
traal kunnen onderdelen van het apparaat wor‐
den beschadigd.
De beschermkap van het motorapparaat kan de
gebruiker niet tegen alle voorwerpen (stenen,
glas, draad enz.) beschermen die door het snij‐
garnituur worden weggeslingerd. Deze voorwer‐
pen kunnen ergens afketsen en vervolgens de
gebruiker treffen.
2.1

Kleding en uitrusting

De voorgeschreven kleding en uitrusting dragen.
De kleding moet doelmatig zijn en
mag tijdens het werk niet hinderen.
Nauwsluitende kleding – combipak,
geen stofjas.
Geen kleding dragen waarmee men aan takken,
struiken of de bewegende delen van het appa‐
raat kan blijven haken. Ook geen sjaal, das en
sieraden dragen. Lang haar in een paardenstaart
binden en dusdanig vastmaken, dat het zich
boven de schouders bevindt.
Veiligheidslaarzen met een stroeve,
slipvrije zool en stalen neus dragen.
Alleen bij gebruik van maaikoppen zijn als alter‐
natief stevige schoenen met stroeve, slipvrije
zool toegestaan.
WAARSCHUWING
Om de kans op oogletsel te reduce‐
ren een nauw aansluitende veilig‐
heidsbril volgens de norm EN 166
dragen. Erop letten dat de veilig‐
heidsbril goed zit.
Een gelaatsbeschermer dragen en erop letten
dat deze goed zit. Een gelaatsbeschermer alleen
biedt onvoldoende bescherming voor de ogen.
"Persoonlijke" gehoorbescherming dragen –
zoals bijv. oorkappen.
Veiligheidshelm dragen bij het opschonen, in
hoog struikgewas en bij gevaar door vallende
takken.
Robuuste werkhandschoenen van
slijtvast materiaal dragen (bijv. leer).
4
2 Veiligheidsaanwijzingen en werktechniek
STIHL biedt een omvangrijk programma aan per‐
soonlijke beschermuitrusting.
2.2
Motorapparaat vervoeren
Altijd de motor afzetten.
Het motorapparaat hangend aan het draagstel of
uitgebalanceerd aan de steel/maaiboom dragen.
Metalen snijgarnituren met behulp van een trans‐
portbeschermkap tegen onbedoeld contact
beveiligen, ook bij het vervoer over korte afstan‐
den – zie ook "Apparaat vervoeren".
Hete machineonderdelen en de aan‐
drijfkop/het aandrijfmechanisme niet
aanraken – kans op brandwonden!
In auto's: het motorapparaat tegen omvallen,
beschadiging en tegen het weglekken van ben‐
zine beveiligen.
2.3
Tanken
Benzine is bijzonder licht ontvlambaar
– uit de buurt blijven van open vuur –
geen benzine morsen – niet roken.
Voor het tanken de motor afzetten.
Niet tanken zolang de motor nog heet is – de
benzine kan overstromen – brandgevaar!
De tankdop voorzichtig losdraaien, zodat de
heersende overdruk zich langzaam kan afbou‐
wen en er geen benzine uit de tank kan spuiten.
Uitsluitend op een goed geventileerde plek tan‐
ken. Als er benzine werd gemorst, het motorap‐
paraat direct schoonmaken – de kleding niet in
aanraking laten komen met de benzine, anders
direct andere kleding aantrekken.
Na het tanken de tankdop zo vast
mogelijk aandraaien.
0458-743-7621-E

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Fs 360

Inhaltsverzeichnis