Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Aansluiting Bus-Verbinding En Temperatuursensor (Laagspanningszijde); Aansluiting Voedingsspanning, Pomp, Menger En Temperatuurbewaking (Netspanningszijde) - Bosch MM 200 Bedienungsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

Installatie
3.2.1
Aansluiting BUS-verbinding en temperatuursensor
(laagspanningszijde)
▶ Gebruik bij verschillende geleiderdiameters een verdeeldoos voor de
aansluiting van de BUS-deelnemers.
▶ Schakel BUS-deelnemers [B] zoals aan het einde van het document
getoond via verdeeldoos [A] in ster ( afb. 20) of via BUS-deelne-
mers met 2 BUS-aansluitingen in serie ( afb. 23).
Wanneer de maximale totale lengte van de BUS-verbinding tussen alle
BUS-deelnemers wordt overschreden of in het BUS-systeem een ring-
structuur bestaat, is de inbedrijfstelling van de installatie niet mogelijk.
Maximale totale lengte van de BUS-verbindingen:
2
• 100 m met 0,50 mm
geleiderdiameter
2
• 300 m met 1,50 mm
geleiderdiameter
▶ Installeer alle laagspanningskabels van netspanning geleidende ka-
bels afzonderlijk (minimale afstand 100 mm) om inductieve beïn-
vloeding te vermijden.
▶ Voer bij externe inductieve invloeden (bijvoorbeeld van fotovoltaï-
sche installaties) de kabel afgeschermd uit (bijvoorbeeld LiYCY) en
aard de afscherming eenzijdig. Sluit de afscherming niet aan op de
aansluitklem voor de randaarde in de module, maar op de huisaarde,
bijvoorbeeld vrije afleiderklem of waterleiding.
Installeer slechts één temperatuursensor T0 per installatie. Wanneer
meerdere modules aanwezig zijn, kan de module voor de aansluiting van
de temperatuursensor T0 vrij worden gekozen.
Gebruik bij verlenging van de sensorkabel de volgende geleiderdiameters:
2
• Tot 20 m met 0,75 mm
tot 1,50 mm
• 20 m tot 100 m met 1,50 mm
▶ Installeer de kabel door de al voorgemonteerde tulen en conform de
aansluitschema's.
14
2
geleiderdiameter
2
geleiderdiameter
3.2.2
Aansluiting voedingsspanning, pomp, menger en tempera-
tuurbewaking (netspanningszijde)
De bezetting van de elektrische aansluitingen is afhankelijk van de geïn-
stalleerde installatie. De aan het einde van het document in afb. 11 t/
m 19 getoonde beschrijving is een voorstel voor de procedure van de
elektrische aansluiting. De handelingsstappen zijn deels niet zwart weer-
gegeven. Daarmee kan gemakkelijker worden herkend, welke hande-
lingsstappen bij elkaar horen.
▶ Gebruik alleen elektriciteitskabels van dezelfde kwaliteit.
▶ Let erop dat de fasen van de netaansluiting correct worden
geïnstalleerd.
Netaansluiting via een stekker met randaarde is niet toegestaan.
▶ Sluit op de uitgangen alleen componenten en bouwgroepen aan con-
form deze handleiding. Sluit geen extra besturingen aan die andere
installatiedelen aansturen.
▶ Voer de kabels door de tulen, sluit ze conform de aansluitschema's
aan en borg ze met de meegeleverde trekontlastingen ( afb. 11 t/
m 19 aan het eind van het document).
Het maximale opgenomen vermogen van de aangesloten componenten
en bouwgroepen mag niet hoger worden dan het maximaal vermogen zo-
als gespecificeerd in de technische gegevens van de module.
▶ Installeer lokaal een genormeerde scheidingsinrichting (conform
EN 60335-1) voor de onderbreking van de netspanning over alle po-
len wanneer de netspanning niet via de elektronica van de warmepro-
ducent verloopt.
MM 200 – 6721822491 (2020/06)

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Ems 2Ems plus

Inhaltsverzeichnis