Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Aansluiting Bus-Verbinding En Temperatuursensor (Laagspanningszijde); Aansluiting Voedingsspanning, Pomp, Menger En Temperatuurbewaking (Netspanningszijde) - Bosch MM 200 Installationsanleitung Für Das Fachhandwerk

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für MM 200:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

12 | Installatie
3.2.1
Aansluiting BUS-verbinding en temperatuursensor
(laagspanningszijde)
▶ Bij verschillende aderdiameters een verdeeldoos voor de aansluiting
van de BUS-deelnemers gebruiken.
▶ BUS-deelnemers [B] via verdeeldoos [A] in ster schakelen
( afb. 20, pagina 33) of via BUS-deelnemer met twee BUS-aanslui-
tingen in serie ( afb. 23, pagina 34).
Wanneer de maximale totale lengte van de BUS-verbinding
tussen alle BUS-deelnemers wordt overschreden of in het
BUS-systeem een ringstructuur bestaat, is de inbedrijfstel-
ling van de installatie niet mogelijk.
Maximale totale lengte van de BUS-verbindingen:
2
• 100 m met 0,50 mm
aderdiameter
2
• 300 m met 1,50 mm
aderdiameter
▶ Om inductieve beïnvloeding te vermijden: alle laagspanningskabels
van netspanning geleidende kabels afzonderlijk installeren (minima-
le afstand 100 mm).
▶ Bij externe inductieve invloeden (bijvoorbeeld van fotovoltaïsche in-
stallaties) kabel afgeschermd uitvoeren (bijvoorbeeld LiYCY) en af-
scherming eenzijdig aarden. Sluit de afscherming niet op de
aansluitklem voor de randaarde in de module aan maar op de huisaar-
de, bijvoorbeeld vrije afleiderklem of waterleiding.
Installeer slechts één temperatuursensor T0 per installatie.
Wanneer meerdere modules aanwezig zijn, kan de module
voor de aansluiting van de temperatuursensor T0 vrij wor-
den gekozen.
Gebruik bij verlenging van de sensorkabel de volgende aderdiameters:
2
• Tot 20 m met 0,75 mm
tot 1,50 mm
• 20 m tot 100 m met 1,50 mm
▶ Installeer de kabel door de al voorgemonteerde tulen en conform de
aansluitschema's.
3.2.2
Aansluiting voedingsspanning, pomp, menger en tempera-
tuurbewaking (netspanningszijde)
De bezetting van de elektrische aansluitingen is afhankelijk
van de geïnstalleerde installatie. De in afb. 11 t/m 19, vanaf
pagina 31 getoonde beschrijving is een voorstel voor de
procedure van de elektrische aansluiting. De handelings-
stappen zijn deels niet zwart weergegeven. Daarmee kan
gemakkelijker worden herkend, welke handelingsstappen
bij elkaar horen.
▶ Gebruik alleen elektriciteitskabels van dezelfde kwaliteit.
▶ Sluit de netfasen correct aan.
Netaansluiting via een stekker met randaarde is niet toegestaan.
▶ Sluit op de uitgangen alleen componenten en modules aan conform
deze handleiding. Sluit geen extra besturingen aan, die andere instal-
latiedelen aansturen.
▶ Installeer de kabels door de tulen, conform de aansluitschema's aan-
sluiten en met de meegeleverde trekontlasting borgen
( afb. 11 t/m 19, vanaf pagina 33).
6 720 819 867 (2016/10)
2
aderdiameter
2
aderdiameter
Het maximale opgenomen vermogen van de aangesloten
componenten en modules mag niet hoger worden dan
het maximaal vermogen zoals gespecificeerd in de tech-
nische gegevens van de module.
▶ Wanneer de netspanning niet via de elektronica van
de ketel verloopt, moet lokaal voor de onderbreking
van de netspanning over alle polen een genormeerde
scheidingsinrichting (conform EN 60335-1) worden
geïnstalleerd.
MM 200

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis