Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Installatie Van Een Temperatuursensor Op De Evenwichtsfles; Elektrische Aansluiting; Aansluiting Bus-Verbinding En Temperatuursensor (Laagspanningszijde); Aansluiting Voedingsspanning Pomp En Menger (Netspanningszijde) - Bosch MC 400 Installationsanleitung, Bedienungsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für MC 400:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
3.2
Installatie van een temperatuursensor op de even-
wichtsfles
A
T0
ϑ
ϑ
1
1
2
ϑ
ϑ
2
4
Afb. 4
Positie aanvoertemperatuursensor (T0)
[1]
Alle warmtebronnen
[2]
Alle cv-circuits
A
Evenwichtsfles model 1
B
Evenwichtsfles model 2
Gemeenschappelijke aanvoertemperatuur van alle warmtebronnen
1
Gemeenschappelijke retourtemperatuur van alle warmtebronnen
2
Gemeenschappelijke aanvoertemperatuur van alle cv-circuits
3
Gemeenschappelijke retourtemperatuur van alle cv-circuits
4
T
Temperatuursensor aanvoer op de evenwichtsfles
0
moet zodanig worden gepositioneerd, dat 
T
0
debiet aan de zijde van alle warmtebronnen [1] wordt geregistreerd.
Alleen zo kan de regeling ook bij kleine belastingen stabiel werken.
3.3

Elektrische aansluiting

▶ Rekening houdend met de geldende voorschriften voor de aanslui-
ting minimaal elektrische kabel model H05 VV-... gebruiken.
3.3.1
Aansluiting BUS-verbinding en temperatuursensor
(laagspanningszijde)
BUS-verbinding algemeen
Wanneer de maximale kabellengte van de BUS-verbinding
tussen alle BUS-deelnemers wordt overschreden of in het
BUS-systeem een ringstructuur bestaat, is de inbedrijfstel-
ling van de installatie niet mogelijk.
Maximale totale lengte van de BUS-verbindingen:
2
• 100 m met 0,50 mm
aderdiameter
2
• 300 m met 1,50 mm
aderdiameter
BUS-verbinding warmteproducent – cascademodule
▶ Warmteproducent en slave-cascademodules direct op de aansluit-
klemmen BUS1 ... BUS4 aansluiten ( overzicht bezetting aansluit-
klemmen).
BUS-verbinding cascademodule – bedieningseenheid – andere module
▶ Bij verschillende aderdiameters een verdeeldoos voor de aansluiting
van de BUS-deelnemers gebruiken.
▶ BUS-deelnemer [B] via verdeeldoos [A] in ster ( afb. 20,
pagina 88, handleiding van de bedieningseenheid en andere module
respecteren).
Temperatuursensoren
Gebruik bij verlenging van de sensorkabel de volgende aderdiameters:
2
• Tot 20 m met 0,75 mm
tot 1,50 mm
• 20 m tot 100 m met 1,50 mm
MC 400
B
T0
3
ϑ
1
1
ϑ
ϑ
2
6 720 809 449-24.1O
onafhankelijk van het
3
2
aderdiameter
2
aderdiameter
Algemeen over laagspanningszijde
Benamingen van de aansluitklemmen (laagspanningszijde  24 V)
0-10 V
Aansluiting
sering met een 0-10 V-regeluitgang ook vermogens-feedback als
0-10 V-signaal voor gebouwautomatisering op klem 3
ϑ
2)
BUS
Aansluiting op regelaar, module
3
BUS1...4
Aansluiting warmteproducent of slave-cascademodule
I2, I3
Aansluiting externe schakelaar (Input)
OC1
Aansluiting
2
(Output Cascade)
T0, T1, T2 Aansluiting temperatuursensor (Temperature sensor)
Tabel 4
1) Klembezetting: 1 – massa; 2 – 0-10 V-ingang (Input) voor warmtevraag van de
4
gebouwautomatiseringstechniek; 3 – 0-10 V-uitgang (Output, optie) voor
Feedback
2) In bepaalde toestellen is de aansluitklem voor het BUS-systeem met EMS gemar-
keerd.
3) Klembezetting:1 – massa; 2 – uitgang (Output); 3 – ingang (Input, optie)
▶ Wanneer PO voor de regeling wordt gebruikt, IA1 niet overbruggen.
Wanneer IA1 is overbrugd en PO is open, wordt op de ingestelde
maximale aanvoertemperatuur geregeld.
▶ Om inductieve beïnvloeding te vermijden: alle laagspanningskabels
van netspanning geleidende kabels afzonderlijk installeren (minima-
le afstand 100 mm).
▶ Bij externe inductieve invloeden (bijvoorbeeld van fotovoltaïsche in-
stallaties) kabel afgeschermd uitvoeren (bijvoorbeeld LiYCY) en af-
scherming eenzijdig aarden. Sluit de afscherming niet op de
aansluitklem voor de randaarde in de module aan maar op de huisaar-
de, bijvoorbeeld vrije afleiderklem of waterleiding.
▶ Installeer de kabel door de al voorgemonteerde tulen en conform de
aansluitschema's.
3.3.2
Aansluiting voedingsspanning pomp en menger
(netspanningszijde)
Benamingen van de aansluitklemmen (netspanningszijde)
120/230 V AC Aansluiting netspanning
PC0, PC1
Aansluiting pomp (Pump Cascade)
A0
Aansluiting voor storingsmelding (Alert)
I A1
Aansluiting voor aan/uit-regelaar 230 V)
Tabel 5
De bezetting van de elektrische aansluitingen is afhankelijk
van de geïnstalleerde installatie. De in afb. 13 t/m 20, vanaf
pagina 87 getoonde beschrijving is een voorstel voor de
procedure van de elektrische aansluiting. De handelings-
stappen zijn gedeeltelijk in verschillende kleuren weergege-
ven. Daarmee kan gemakkelijker worden herkend, welke
handelingsstappen bij elkaar horen.
▶ Gebruik alleen elektriciteitskabels van dezelfde kwaliteit.
▶ Sluit de netfasen correct aan.
Netaansluiting via een stekker met randaarde is niet toegestaan.
▶ Sluit op de uitgangen alleen componenten en modules aan conform
deze handleiding. Sluit geen extra besturingen aan, die andere instal-
latiedelen aansturen.
1)
Voor 0-10 V-kamerthermostaat of gebouwautomati-
3)
Toerentalregeling pomp met 0-10 V-signaal
6 720 819 669 (2016/05)
Installatie | 33

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis