Hendi 2000 Bedienungsanleitung Seite 21

Geschikte pannen
Bodem van pan
Materiaal
Diameter bodem
Soort pan
Opmerking: Het gebruik van een pan of ketel die niet geschikt is voor inductiekoken kan het apparaat be-
schadigen.
Bediening
• Plug de steker in de contactdoos.
• Plaats een geschikte pan op het apparaat, met inachtneming van de voorgaande illustraties.
Let op! Laat geen lege pan op het apparaat staan, dit kan de pan en/of het apparaat beschadigen.
• Schakel het apparaat in door de AAN/UIT toets
of "Vermogen" toets om het apparaat in bedrijf te nemen.
Indien uw pan geschikt is voor inductiekookplaten en een bodemdoorsnede heeft van minimaal 12cm zal
het apparaat inschakelen.
Als u de "vermogen"
is 100 Watt. Wanneer het apparaat in deze stand is, zal het indicatielampje onder het pictogram branden.
Als u de "temperatuur" toets
ling is 100°C. Wanneer het apparaat in deze stand is, zal het indicatielampje onder het pictogram branden.
Let op! Als het apparaat piept nadat het ingeschakeld is geeft dit aan dat de pan niet geschikt is voor induc-
tie, of er een storing in het apparaat is. Neem in geval van twijfel altijd contact op met de leverancier van
uw pan.
Wanneer het apparaat in bedrijf is springt het standaard naar de "vermogen" stand, met een voorinstelling
van 100 Watt. Deze instelling kan als volgt worden aangepast.
• Vermogen stand: Het vermogen van het apparaat aanpassen, net als een gasfornuis, in 11 standen tussen
100 en 2000 Watt. Opmerking: Het gebruik van een pan of ketel die niet geschikt is voor inductiekoken kan
het apparaat beschadigen.
Geschikt
Platte bodem
Pannen met ijzeren, gietijzeren, mag-
netisch roestvrijstalen of geëmailleerd
ijzeren bodem.
Tussen 12 cm en de maximale diame-
ter aangegeven op de inductiekook-
plaat.
Pannen met een bodemdikte van mini-
maal 1,5 mm.
, toets aanraakt gaat het apparaat in de "vermogen" stand. De standaardinstelling
aanraakt gaat het apparaat in de "temperatuur" stand. De standaardinstel-
Niet geschikt
Gebogen, ongelijke, ronde bodem
Pannen met keramische, glazen, ko-
peren of aluminium bodem.
Minder dan 12 cm of meer dan de
maximale diameter aangegeven op
het inductieoppervlak.
Volledig gesloten pannen of blikken
te bedienen. Gebruik vervolgens de "Temperatuur"
NL
21