Bediening; Beschadiging Van De Zuigerplaat; Onderhoud En Verzorging; Onderhoud - probst UNIMOBIL UM Betriebsanleitung

Bediening

6 Bediening
6.1

Beschadiging van de zuigerplaat

Gevaar voor letsel!
Gevaar voor vallende lading door beschadigde rubberen afdichting!
Om beschadigingen (scheuren, slijtage van het materiaal) aan de rubberen afdichting van de zuigerplaat te
voorkomen, moet het volgende in acht worden genomen:
•
Tijdens het gebruik moet ervoor worden gezorgd dat de zuigerplaat bij het hijsen, afzetten of
transporteren van lasten niet in aanraking komt met andere lasten of andere voorwerpen en deze niet
kan raken of botsen.
7

Onderhoud en verzorging

7.1

Onderhoud

Om een probleemloze werking, gebruiksveiligheid en levensduur van het apparaat te garanderen, moeten
de in de tabel opgesomde onderhoudswerkzaamheden na afloop van de aangegeven periodes uitgevoerd
worden.
Er mogen enkel originele vervangstukken gebruikt worden, anders vervalt de garantie.
Om alle werkzaamheden correct te kunnen uitvoeren moet het toestel buiten gebruik zijn en mag er geen
druk of stroom op het toestel staan. Tijdens het onderhoud moet erop gelet worden dat het toestel zich
niet per ongeluk kan sluiten. Dit kan tot verwondingen leiden!
7.1.1

Mechanisme

Onderhoudsperiode
Eerste inspectie na
25 bedrijfsuren
Alle 50 bedrijfsuren
Minstens 1x per jaar
(bij moeilijke gebruiksomstandigheden
controleperiode verkorten)
4272.0035
Uit te voeren werkzaamheden
•
Alle bevestigingsschroeven controleren c.q. aantrekken
(mag alleen door een deskundige uitgevoerd worden).
•
Alle bevestigingsschroeven aantrekken (let erop dat de schroeven volgens de
geldige koppelmomenten van de bijbehorende vastheidklassen aangetrokken
worden).
•
Alle aanwezige veiligheidselementen (zoals splitpennen) controleren op hun
correcte werking, en defecte beveiligingselementen vervangen. → 1)
•
Controleren of alle scharnieren, geleidingen, bouten en tandwielen correct
werken, indien nodig bijstellen of vervangen.
•
Grijparmen (indien voorhanden) op slijtage controleren en reinigen, indien nodig
vervangen.
•
Boven- en onderkant van de glijlagers (indien voorhanden) bij geopende
machine met een spatel invetten.
•
Alle smeernippels (indien beschikbaar) met vetsmeerapparaat smeren.
•
Controle van alle ophangpunten, alsmede bouten en lassen. Controle op
scheuren, slijtage, corrosie en functieveiligheid door een deskundige.
1)
V2
13 / 15
NL