Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Toebehoren En Reserveonderdelen - DEDRA DED8711 Bedienungsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 48
kunnen in een onvoorziene richting springen en de operator kunnen raken, wat
ook letsel kan veroorzaken.
In stukken zagen
In stukken zagen is een zijdoorzagen van de afgeknotte en in de kortere
stammen/blokken om het gewenste assortiment te verkrijgen. Tijdens het zagen
moet de operator stabiel op de grond staan en gelijkmatig het gewicht van het
lichaam op beide benen spreiden, waarbij het gewicht van het apparaat wordt
overgebracht op de gezaagde stam. Voor zover mogelijk moet de stam worden
opgeheven en op dikkere takken, schragen, steunen of natuurlijke oneffenheden
van het terrein steunen.
Als de stam op de zaagplaats is ondersteund, zaag dan van boven af zodat de
geleider en de ketting niet de grond raken. In deze situatie moet de laatste zaag
door een gekwalificeerde deskundige worden uitgevoerd.
Wanneer de stam van één uiteinde is ondersteund (afb. G, 3) en het te doorzagen
uiteinde vrij hangt, zaag dan vanaf de onderkant tot 1/3 van de stamdiameter (Afb.
G, 1) vanaf de zijde van de drukspanningen en maak vervolgens de laatste zaag
vanaf de bovenkant (Afb. G, 2) vanaf de zijkant van rekspanningen.
Wanneer de stam aan beide zijden van de horizontale zaag is ondersteund (Afb. H,
3), zaag dan vanaf de bovenkant, tot 1/3 van de stamdiameter (Afb. H, 1) vanaf de
zijkant van drukspanningen en maak vervolgens de uiteindelijke zaag vanaf de
onderkant (Afb. H, 2) vanaf de zijkant van rekspanningen.
Wanneer de te zagen stam op een helling is, moet de operator op het op de hogere
punt van de helling staan om verwonding te voorkomen, de afgesneden
boomstammen de neiging hebben om van de helling af te rollen.
Tijdens de laatste fase van het "doorzagen" moet de operator, om volledige
controle over de zaag te behouden, de druk op de zaag tot nul beperken dat het
apparaat op het gezaagde hout met zijn eigen gewicht inwerkt. Maak de vingers
echter niet los op de handgrepen van de zaag om de volledige controle over het
apparaat te behouden.
Na het zagen moet de zaagschakelaar los worden gelaten (afb. A, 2) en de ketting
gestopt voordat de machine verder gaat werken. Wanneer van boom naar boom is
gelopen, moet de zaag uitgeschakeld zijn.
10. Lopende onderhoudshandelingen
LET OP Alle werkzaamheden moeten worden uitgevoerd wanneer de stekker
uit het stopcontact is gehaald. Draag altijd beschermende handschoenen om
gewonden te voorkomen.
De kettingspanning controleren
Houd er rekening mee dat de kettingzaag tijdens het gebruik opwarmt en uitrekt.
Controleer tijdens werkonderbrekingen de kettingspanning en corrigeer deze zoals
in het hoofdstuk "Op bedrijf voorbereiden". Na uitgevoerd werk moet de
kettingspanning worden verminderd dat deze niet in de geleider blijft hangen bij het
afkoelen en inkorten.
Olie controleren en bijvullen
Controleer regelmatig het oliepeil van de kettingsmering, laat de kettingzaag niet
zonder smeermiddel werken. Controleer de kettingspanning telkens wanneer het
oliepeil wordt bijgevuld.
Controle van de toestand van de geleider en ketting
Controleer periodiek (niet minder dan elke 5 uur werk) de staat van de ketting en
geleider. Demontage dient in omgekeerde volgorde dan de montage zoals in het
hoofdstuk "Op bedrijf voorbereiden". Reinig de groeven die de ketting en het
olieopening in de geleider leiden (afb. C, 1). Om overmatige slijtage van de geleider
te voorkomen, moet deze regelmatig worden gedraaid (bij dagelijks intensief
gebruik, anders bij elke verscherping of kettingwisseling), door de kettingspanner
(Afb. B, 17) naar de andere kant te draaien en de geleider van bovenaf naar
beneden te draaien. Controleer de staat van de geleidersgroeven: breng de
randkant opzij aan, als een opening zichtbaar is en de rand van de
geleidersgroeven naar buiten is gedraaid, vervang de geleider door een nieuwe of
lever naar de service voor regeneratie. Controleer de staat van het tandwiel aan het
uiteinde van de geleider, smeer indien nodig met een technische vaseline en voer
deze naar het smeergaatje van het geleidersuiteinde (Afb. A, 18).
Controleer de ketting op scheuren van schakels, losse klinknagels. Gebruik geen
ketting met gebroken schakels, losse klinknagels of waarvan de verbindingen stijf
zijn.
Carburateur afstelling
De carburateur is in de fabriek ingesteld, maar deze moet mogelijk worden
afgesteld vanwege de verandering van de werkomstandigheden. De
regulateurkap van de carburateur bevindt zich in het gat boven de handwielgreep
(op de behuizing gemarkeerd met een hoofdletter T). Draai de schroef met een
PH-schroevendraaier om de carburateur te re-guleren, met de geleider en de
ketting gespannen. Start de motor stationair en laat hem enkele minuten
opwarmen. Maak vervolgens een testuitsnede, stel met de schroef in op de beste
snijkracht, herhaal de snijtest.
De bougie schoonmaken en vervangen
De standaard bougie moet worden gebruikt om de bougie los te schroeven. Gebruik
een staalborstel om de bougie te reinigen. Stel bij het installeren of vervangen van
de bougie de afstand tussen de elektroden in op ca. 0,65 mm.
De ketting slijpen
De ketting wordt als versleten beschouwd als de tanden 4 mm lang zijn. Het is niet
toegestaan om een verbruikte ketting te gebruiken, deze moet worden vervangen
door een nieuwe.
46
De ketting moet speciale aandacht krijgen Zijn scherpte beïnvloedt de kwaliteit en
snelheid van het zaagproces, de stompe ketting hindert het werk van het apparaat
aanzienlijk, draagt bij tot snellere slijtage van de geleider en de zaag.
Het slijpen van een ketting is een gecompliceerd proces, een onervaren gebruiker
van de kettingzaag moet aan een gekwalificeerde service het slijpen toevertrouwen.
Anders kunnen de rechte hoeken en afstanden van de zaagtanden ten opzichte
van de diepteaanslag niet worden gehandhaafd, wat kan leiden tot een groter risico
van terugslag, en resulteert in een arbeidsongeval, ernstig letsel en de dood van de
operator.
Andere handelingen.
Controleer periodiek de staat van het tandwiel dat de ketting aandrijft (Afb. B, 16),
in het geval van schade, breng het apparaat ter vervanging naar de
onderhoudsdienst.
Houd het apparaat schoon, bewaar het apparaat niet vervuild. Niet reinigen met
een detergent op waterbasis, geen agressieve oplosmiddelen gebruiken. Verwijder
de spanen met perslucht door de tandwielkap (Afb. A, 13) en de geleider en ketting
te verwijderen. Voordat naar de opslagplaats wordt gebracht, verminder de
kettingspanning, plaats een deksel op de geleider.
Buiten bereik van kinderen bewaren, op een droge plaats, niet blootstellen aan
weersinvloeden (regen, sneeuw, UV-stralen).
Bewaar de kettingzaag niet met bio olie die de harsen precipiteert, het kan de
oliepomp beschadigen. Bewaar de zaag niet zonder de ketting en de geleider
schoon te maken, als plantaardige olie voor kettingsmering is gebruikt, het leidt tot
oxidatie van de ketting, de verstijving ervan en schade aan de ketting en geleider.

11. Toebehoren en reserveonderdelen

Neem contact met Dedra-Exim bij aankoop van reserveonderdelen en toebehoren.
De contactgegevens staan op de 1ste pagina van de gebruiksaanwijzing.
Bij bestelling van de onderdelen gelieve het nummer van de partij op het typeplaatje
en het onderdeelnummer van de montagetekening opgeven.
In de garantieperiode worden de reparaties onder de condities als opgegeven in de
garantiekaart uitgevoerd. Het defecte product voor de reparatie naar de aankoop
punt inleveren (de verkoper is verplicht om het product te aanvaarden) of naar de
Servicedienst van DEDRA-EXIM. Gelieve de ingevulde garantiekaart meeleveren.
Na afgelopen garantieperiode wordt de reparatie door centraal servicedienst
uitgevoerd. Het defecte product wordt naar de service gestuurd (vervoerkosten op
rekening van de gebruiker)
12. Zelfstandig verhelpen van storingen
Vooraleer de storingen zelfstandig worden verholpen, ontkoppel het
gereedschap van de voeding.
probleem
oorzaak
Het apparaat
Geen brandstof
werkt niet
Het apparaat
Beschadigde
werkt niet
schakelaar
Het apparaat
Een ongelukkige
werkt niet
kaars
Het apparaat
De
werkt niet
veiligheidsrem is
geblokkeerd
De motor is
Verstopte
oververhit
ventilatieopening
en
Het apparaat
Te sterke
verplaatst zich
kettingspanning
moeizaam,
stopt na een
tijdje
De
Versleten ketting
werkefficiëntie
is erg klein
De
Kettingspanning
werkefficiëntie
te laag
is erg klein
Onjuiste
Geen olie in de
smering
tank
Onjuiste
Verstopt oliegat
smering
en
geleidegroeven
Onjuiste
Beschadigde
smering
oliepomp
13. Samenstelling van het apparaat
Samenstelling: kettingzaag- 1 stuk, geleider - 1 stuk, ketting - 1 stuk, geleider
beschermkap - 1 stuk
14.
Informaties
voor
verwijderen
van
elektrische
apparaten.
(betreft particuliere huishoudens)
oplossing
Controleer de brandstoftoestand.
Supplement.
Vervang de schakelaar door een
nieuwe - breng het apparaat over
voor onderhoud
Vervang de kaars
Ontgrendel de remhendel (zie
hoofdstuk "Klaarmaken voor het
werk")
Blaas met perslucht
Controleer de kettingspanning (zie
hoofdstuk "Voorbereiden voor
werk")
Overhandig de ketting voor het
slijpen of vervang deze door een
nieuwe
Controleer de kettingspanning (zie
hoofdstuk "Voorbereiden voor
werk")
Controleer het oliepeil in de tank,
vul bij
Reinig het oliegat en
geleidegroeven
de
gebruikers
over
en
elektronische
het

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis