Problemen Opsporen En Oplossen - Emerson Klauke ASSG-L Bedienungsanleitung

Handleiding
ASSGxxx-L
4.4 Aanwijzingen voor servicebeurten en
onderhoud
De kabelschaar moet na elk gebruik in overeenstemming
met DIN VDE 0105 deel 100 § 5.2 worden schoonge-
maakt en gedroogd en er moet voor een droge staat wor-
den gezorgd voordat de schaar wordt opgeborgen.
Na elk gebruik moet de schaar op duidelijke onvolkomen-
heden worden gecontroleerd. Speciale aandacht dient te
worden gegeven aan de geïsoleerde slang (afb. 1.4). De
snelkoppeling (afb. 2.10 & 3.10) op de geïsoleerde slang
moeten ook op schade worden gecontroleerd. Binnen de
omvang van de inspectie moeten de bladen (afb. 1.1) ge-
controleerd worden op ontoelaatbare veranderingen.
4.5 Cycli voor olie verversen
Het verdient aanbeveling om de pomp met regelmatige
tussenpozen door een specialist te laten onderhouden
om een technisch goede staat vóór het gebruik te ver-
zekeren.
In het algemeen moeten de snijkop (afb. 1), de geïsoleer-
de slang (afb. 1.4) en de pomp met elkaar verbonden zijn
wanneer de olie wordt gecontroleerd of ververst.
Tabel 4 Onderhoudsschema
Wat Wanneer
Schoonmaken na elk
gebruik
Evt. olielekkages wekelijks
controleren
Hogedrukslang wekelijks
controleren
Hydraulische olie om de 2 jaar
verversen
De hydraulische olie moet na twee jaar volledig worden
ververst. Het verversen van de olie moet door de fabri-
kant worden gedaan. Het verversen van de olie moet wor-
den gedocumenteerd.
Let op
Hydraulische oliën kunnen huiduitslag (eczeem)
of andere gevaren voor de gezondheid veroor-
zaken. Vermijd langdurige aanraking met de
huid. Was uw handen zorgvuldig na elk contact.
Let op
Gemorste hydraulische olie moet onmiddellijk
geabsorbeerd worden.
4.6 Verwijzing met betrekking tot welke
(reserve-) onderdelen door de klant
vervangen kunnen worden.
Binnen het vastgestelde gebruik van de kabelschaar mag
de klant alleen de bladen (afb. 1.1) vervangen.
Let op
De afdichtingen van de kabelschaar niet vernie-
tigen!
Probeer het gereedschap niet zelf te repareren en verwi-
jder geen onderdelen zoals schroeven en andere com-
ponenten.
HE.14606_B © 02/2016
Wie
Onderhouds-
personeel
Onderhouds-
personeel
Specialist
Fabrikant/ASC
4.7 Opslag en vervoer van de kabelschaar
De kabelschaar moet altijd in de bijbehorende koffer wor-
den vervoerd om schade tijdens transport te voorkomen.
Aandacht moet wordt gegeven aan het feit dat de geïsole-
erde slang (afb. 1.4) op de juiste wijze is opgerold om een
extreme buigradius (min. 38 mm) te voorkomen.
5.

Problemen opsporen en oplossen

De hydraulische kabelschaar heeft fundamenteel geen
problemen. Mochten er zich desondanks toch problemen
voordoen met de kabelschaar, breng hem dan terug naar
de fabrikant of neem contact op met de fabrikant voor ad-
vies.
Hieronder volgt een lijst met mogelijke fouten en de op-
lossing ervoor:
De snijcyclus kan niet op de juiste wijze beëindigd wor-
den.
=> Stel onmiddellijk de netleverancier of het controlebu-
reau op de hoogte. In het geval dat moet worden aange-
nomen dat de bladen al een insnijding in de kabel hebben
gemaakt, moet speciaal worden opgepast.
Er is onmiddellijk actie nodig om de werklocatie af te zet-
ten om onmiddellijk gevaar voor personeel in de buurt te
vermijden.
De kabel moet gecontroleerd worden met geschikte mee-
tapparatuur door een elektricien om de spanningsstatus
vast te stellen. Alleen wanneer de spanningsvrije staat
van de kabel absoluut is vastgesteld, kunt u de snijkop
naderen.
De snijkop (afb. 1) is tijdens de snijcyclus beschadigd.
=> In het geval dat de snijcyclus afgemaakt kon worden
ondanks de schade, moet de snijkop naar de fabrikant
worden teruggestuurd voor een schaderapport en repa-
ratie.
Isoleervloeistof lekt.
=> Stop de snijcyclus, activeer de terugtrekhendel en on-
derzoek de kabelschaar op lekken. Als de lekkage niet
positief kan worden gevonden, moet de hele unit naar de
fabrikant worden teruggestuurd voor onderhoud.
6. Handelen na een kortsluiting
Na een kortsluiting bij een spanningsniveau ≥ 6 kV is het
mogelijk dat de bladen niet automatisch worden terugge-
trokken. In de meeste gevallen veroorzaakt dit geen bel-
angrijke schade aan de kabelschaar.
Bij het doorsnijden van een kabel (bijv. NKBA of NEKEBA
95-120 mm²) die per ongeluk onder stroom staat met een
nominale spanning hoger dan 10 kV treedt er na 13 tot 15
seconden een aardecontact met een lichtboog (niet zicht-
baar van buitenaf). Na nog eens 0,4-17 seconden treedt
een 2-, respectievelijk 3-polige kortsluiting op met een in-
tensieve lichtboog die naar de buitenkant toe brandt. Met
hogere stromen dan 5 kA smelt de snijkop en de bladen
en geleider worden zwaar beschadigd. Met hogere stro-
men dan 10 kA worden de snijkoppen hoogst waarschijn-
lijk bij de werklocatie weggedreven.
Geef de snijkop de tijd om af te koelen voordat u de
werklocatie, respectievelijk de snijkop nadert. Dit is speci-
aal belangrijk als de snijkop aan de lichtboog werd bloot-
gesteld tijdens de volledige kortsluiting.
Na een kortsluiting die meer dan de bladen van de snijkop
beschadigt, moet de kop voor onderhoud naar de fabri-
4
NL