Verhelpen Van Storingen - Storch Airless ST 2000 Bedienungsanleitung

Verhelpen van storingen

Mechaniek / pompengedeelte
Fout
Gering transportvermogen
De motor loopt, maar de
zuiger beweegt niet.
Gering pompvermogen
Vertaling van de originele handleiding
Oorzaak
1. Sproeikop versleten
2. Sproeikop verstopt
3. Materiaalvat leeg
4. Aanzuigzeef verstopt
5. Inlaatklepbol en/of
zuigerbol niet vrij bereik-
baar, dichten niet af
6. Zuigslangverbindingen
7. Apparatenfilter, pisto-
lenfilter of sproeikop is ver-
stopt of vervuild.
8. Bypass-schakelaar is lek
9. Controleren of pomp
bij geactiveerde trekker
niet verder transporteert.
(bypass-schakelaar is lek.)
10. Een lekkage bij de pak-
kingsmoer wijst mogenlijk
op versleten of beschadigde
afdichtingen.
11. Zuigerstang beschadigd
12. Lage uitschakeldruk
13. Zuigerafdichtingen zijn
versleten of beschadigd
Beschadigde of ontbre-
kende zuigerstang.
Drijfstanglager defect.
Schade aan transmissie.
14. O-ring in pomp versle-
ten of beschadigd
15. Materiaalresten op/aan
inlaatklepbol
16. Drukinstelling te laag
17. Sterke drukdaling in de
slang bij zwaar spuitmate-
riaal
18. Ampère-keuzeschake-
laar controleren
De procedure voor drukontlasting uitvoeren.
Maatregel
1. Waarschuwing voor drukontlasting in acht nemen, ver-
volgens sproeikop vervang.
2. Laat de druk af. Sproeikop controleren en reinigen
3. Vat vullen, apparaat ontluchten, materiaal aanzuigen.
4. Verwijderen en reinigen, terugplaatsen.
5. Inlaatklep verwijderen en reinigen. Bollen en zittingen
op mankementen en kerven controleren; indien nodig ver-
vangen; verf vóór verwerking zeven om verontreinigingen
te verwijderen, die verstoppingen kunnen veroorzaken.
6. Losse verbindingen vastzetten. Op ontbrekende of
beschadigde afdichtingen controleren.
7. Filter reinigen;
8. Laat de druk af. Aanzuigventiel en afdichtingen contro-
leren.
9. Zie 4 en 8.
10. Pakkingen vervangen; ook zuigerstangen op uitgehar-
de verf of kerven controleren, zo nodig vervangen. Pak-
kingsmoer aanhalen.
11. Vervangen.
12. De drukinstelknop volledig links- of rechtsom draaien.
Controleren of de drukinstelknop correct is gemonteerd
en volledig rechtsom kan draaien. Als het probleem blijft
bestaan, de druksensor vervangen.
13. Afdichtingen vervangen.
Zuigerstang plaatsen indien niet aanwezig. Controleer of
de zekeringsring rond de gehele zuigerstang in de groef
zit.
Drijfstanglager vervangen.
Transmissie op schade controleren en evt. vervangen.
14. O-ring vervangen.
15. Inlaatklep reinigen
16. Druk verhogen.
17. Slang met grote diameter gebruiken en/of totale lengte
van de slang inkorten. Een slanglengte van meer dan 30
m bij een diameter van ¼" vermindert het vermogen van
de spuitinstallatie aanzienlijk. Voor een optimaal vermo-
gen 3/8" of zelfs 1/2"-slang gebruiken (minimumlengte 15
m).
18. Schakel van 10 naar 16 Ampère als de netspanning het
toelaat
58