Sicherheitskonzept
2
Veiligheidsfuncties
2.4.2
SS1(c) (Safe Stop 1) – Veilige stop 1
12
Handbuch – Funktionale Sicherheit / PROFIsafe-Option S11B
De volgende stappen moeten worden aangehouden:
•
Aandrijving met geschikte remintegrator langs de setpointinstelling vertragen
•
Uitschakelen van de STO-ingang (= activeren van de STO-functie) na een vastge-
legde, op de veiligheid gerichte vertraging
Deze veiligheidsfunctie komt overeen met een gecontroleerde stopzetting overeen-
komstig EN 60204-1, stopcategorie 1.
De volgende afbeelding verduidelijkt de functie SS1(c):
V
t
1
Veiligheidsfunctie van aandrijving bewaakt
Veiligheidsfunctie van de aandrijving geactiveerd
v =
Snelheid
t =
Tijd
t
=
Tijdstip, waarop de SS1(c) geactiveerd en de rem ingeschakeld wordt
1
t
=
Tijdstip waarop het STO wordt geactiveerd
2
Δt =
Op de veiligheid gerichte tijdsduur
AANWIJZING
•
Het stopzetten wordt bij de SS1(c)-functie niet bewaakt.
•
De op de veiligheid gerichte tijdsduur Δt geeft de aandrijving de mogelijkheid tot
stilstand te komen. In geval van een storing komt de aandrijving niet tot stilstand
en wordt op het tijdstip t
∆t
energieloos (STO).
2
t
t
2
9007201225618443