Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

SDMO SD 6000 TE-2 Betriebs- Und Wartungsanleitung Seite 79

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 41
1.3.4 Voorzorgsmaatregelen tegen brand
Verwijder alle ontvlambare of explosieve producten (benzine, olie, doeken etc.) terwijl het aggregaat in werking is.
De motor mag niet draaien in omgevingen die explosieve stoffen bevatten, want aangezien niet alle elektrische en
mechanische onderdelen afgeschermd zijn, kunnen vonken ontstaan. Dek het aggregaat tijdens de werking of direct
Gevaar
daarna nooit af (wacht tot de motor is afgekoeld).
1.3.5 Voorzorgsmaatregelen tegen uitlaatgassen
Uitlaatgassen bevatten een zeer toxische stof: koolmonoxide. Deze stof kan dodelijk zijn wanneer ze in hoge
concentraties wordt ingeademd.
Gebruik daarom uw aggregaat altijd in een goed verluchte ruimte waar de gassen niet kunnen blijven hangen.
Gevaar
Een goede ventilatie is noodzakelijk voor de goede werking van uw stroomaggregaat. Zonder ventilatie zou de motor snel
oververhitten met ongevallen of beschadiging van het materieel en goederen in de omgeving tot gevolg. Indien echter het aggregaat
binnenin een gebouw moet worden gebruikt, is een aangepaste verluchting noodzakelijk om koolmonoxidevergiftiging van mens of
dier te voorkomen. De uitlaatgassen moeten naar buiten worden afgevoerd.
1.3.6 Tanken
Brandstof is uitermate ontvlambaar en verspreidt explosieve dampen.
Het is verboden te roken, dichtbij te komen of vonken te veroorzaken tijdens het vullen van de brandstoftank.
Tijdens het tanken moet de motor stilliggen. Veeg alle sporen van brandstof weg met een schone doek.
Gevaar
Plaats het aggregaat altijd op een effen ondergrond, vlak en horizontaal om te vermijden dat brandstof van de tank op de motor
terechtkomt. Olieproducten moeten worden opgeslagen en behandeld overeenkomstig de bepalingen van de wet. Draai de
brandstofkraan (indien aanwezig) na elke vulbeurt dicht. Vul de tank met behulp van een trechter, zorg ervoor dat geen brandstof
wordt gemorst en schroef de dop na de vulbeurt terug op de brandstoftank. Vul nooit brandstof bij terwijl het aggregaat in werking of
warm is.
1.3.7 Voorzorgsmaatregelen tegen brandwonden
Raak de motor noch de uitlaatdemper nooit aan terwijl het aggregaat in werking is of onmiddellijk na een stilstand.
Waarschuwing
Hete olie veroorzaakt brandwonden, en ook contact met de huid is te vermijden. Vergewis u ervan dat het systeem niet meer onder
druk staat alvorens er aan te werken. Start de motor nooit of laat hem nooit draaien terwijl de olievuldop verwijderd is, wegens het
risico op uitspattende olie.
1.3.8 Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van de accu's
Plaats de accu nooit in de buurt van een vlam of vuur
Gebruik alleen geïsoleerd gereedschap
Gebruik nooit zwavelzuur of aangezuurd water om de elektrolyt bij te vullen.
Gevaar

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis