Foutopsporing; Algemeen - Jacobsen LF 3400 Handbuch

5

FOUTOPSPORING

5 FOUTOPSPORING
5.1

ALGEMEEN ______________________________________________________________

Onderstaande foutopsporingstabel vermeldt basisproblemen die zich kunnen voordoen tijdens start-up en werking. Voor
meer gedetailleerde informatie betreffende de hydraulische en elektrische systemen kunt u het beste contact opnemen met
de Textron Turf Care And Speciality Products Dealer in uw gebied.
Symptomen
Motor start niet. 1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Motor start moeilijk 1.
of loopt slecht.
2.
3.
4.
Motor stopt. 1.
2.
Oververhitting van 1.
de motor
2.
3.
Accu verliest 1.
spanning.
Acculampje brandt 2.
3.
4.
Kooien maaien 1.
ongelijkmatig
2.
3.
4.
5.
6.
NL-30
Mogelijke oorzaken
Parkeerrem niet aangetrokken, tractiepe-
deaal niet in de neutraalstand, of maais-
chakelaar in de AAN-stand.
Time-out gloeibougie niet verstreken.
Lage accuspanning of defecte accu.
Brandstoftank leeg of vuil.
Smeltveiligheid doorgeslagen.
Defect relais.
Neutraalschakelaar op tractiepedaal
verkeerd afgesteld of defect.
Laag brandstofniveau, brandstof of brand-
stoffilter vervuild
Vuil luchtfilter.
Injectors, brandstofpomp.
Motorprobleem.
Brandstoftank leeg.
Vergrendelsysteem niet geactiveerd vóór
het verlaten van de bestuurdersplaats.
Laag koelvloeistofniveau
Luchtinlaat belemmerd
Waterpompriem gebroken of los
Losse of gecorrodeerde accuklemmen.
Lage elektrolyt
Wisselstroomdynamoriem los of
gebroken
Laadsysteem defect.
Ondermes-kooi afstelling verkeerd.
Motortoerental te laag.
Maaisnelheid niet aangepast aan
grasconditie.
Maaischakelaar staat in achteruitstand.
Ontoereikende achterroldruk.
Voorrol volgt golving van het terrein
onvoldoende.
1. Controleer back-up systeem van de bestuurder en de
opstartprocedure.
2. Stel de contactschakelaar terug en laat de time-out
van de gloeibougie verstrijken voordat de motor wordt
aangeslingerd.
3. Inspecteer de conditie van de accu en de
accuverbindingen.
4. Vullen met verse brandstof. Vervang het brandstof-
filter. Ontlucht de brandstofleidingen.
5. Vervang de smeltveiligheid.
6. Relais testen en vervangen.
7. Schakelaar bijstellen of vervangen.
1. Vullen met verse brandstof. Vervang het brandstoffilter.
Ontlucht de brandstofleidingen.
2. Inspecteer en vervang het luchtfilter.
3. Raadpleeg de motorhandleiding.
4. Raadpleeg de motorhandleiding.
1. Vullen met verse brandstof en brandstofleidingen
ontluchten
2. Trek de parkeerrem aan en zet de maaischakelaar in
de UIT-stand.
1. Inspecteren en koelmiddel bijvullen
2. Luchtinlaat radiateur schoonmaken.
3. Riem aanspannen of vervangen.
1. Klemmen inspecteren en schoonmaken.
2. Bijvullen tot juist niveau.
3. Riem aanspannen of vervangen.
4. Raadpleeg motorhandleiding.
Inspecteer de ondermes-kooi afstelling.
Controleer het motortoerental. Laat de motor 'volgas'
lopen
Pas de maaisnelheid aan om de beste knipkwaliteit te
bereiken
Instellen op voorwaartse rotatie.
Verzet de neerwaartse drukveerstift een gaatje in de
richting van de veer.
Verzet de neerwaartse drukveerstift een gaatje verder
verwijderd van de veer.
Actie