Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Installatie; Installatie Van De Temperatuursensor Op Buffervat; Elektrische Aansluiting; Aansluiting Bus-Verbinding En Temperatuursensor (Laagspanningszijde) - Buderus AM200 Installationsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
3

Installatie

GEVAAR:
Levensgevaar door elektrische stroom!
Aanraken van elektrische onderdelen die onder spanning staan kan een
elektrische schok veroorzaken.
▶ Voor de installatie van dit product: warmtebron en alle andere
BUS-deelnemers over alle polen losmaken van de netspanning.
▶ Voor de inbedrijfstelling: breng de afdekking aan
( afb. 19 aan het einde van het document).
3.1
Installatie
▶ Installeer de module op een wand ( afb. 4 tot afb. 6, aan einde van
het document), op een DIN-rail ( afb. 7), of in een module.
▶ Let bij het verwijderen van de module van de montagerail op afb. 8
aan einde van het document.
3.2

Installatie van de temperatuursensor op buffervat

Positioneer bij bivalente buffervaten met warmwaterbereiding in het bo-
venste deel van het buffervat de bovenste buffervattemperatuursensor
TB1 zodanig, dat er geen invloed door de warmwaterverwarming op-
treedt. TB1 mag bij circa 50-70 % van de hoogt tussen cv-aanvoer (
en cv-retour (
) liggen. Positioneer de warmwatertemperatuursensor
4
TW1 zo ver mogelijk naar boven, om invloed door de retour (
voorkomen. Afb. 21 aan het einde van het document toont als voorbeeld
het buffervat type PR...-5.
Positioneer bij monovalente buffervaten de bovenste buffervattempera-
tuursensor TB1 zodanig, dat het gewenste comfort bij plotselinge warm-
tevraag wordt bereikt. Wij adviseren TB1 bij circa 60-80 % van de hoogte
van het buffervat te monteren, omdat het volume boven de sensor als
warmtebuffer dient.
Bij een alternatieve warmteproducent met stuursignaalingang is de
aansluiting van TB1 (inschakel- en modulatiesensor) en TB3
(uitschakelsensor) verplicht. De sensor TB2 wordt optioneel geïnstal-
leerd, om informatie over het niveau van het buffervat te leveren en heeft
geen invloed op de regeling.
Legenda bij afb. 21 aan het einde van het document:
TB1 Buffervattemperatuursensor boven
(inschakel- en modulatiesensor alternatieve warmteproducent en
blokkeersensor conventionele warmteproducent)
TB2 Buffervattemperatuursensor midden (informatie niveau buffervat)
TB3 Buffervattemperatuursensor onder
(uitschakelsensor alternatieve warmteproducent)
TW1 Temperatuursensor warm water conventionele warmteproducent
Aanvoer warm water
1
Aanvoer warmtebron
2
Aanvoer verwarming
3
Retour verwarming
4
Retour warm water
5
Retourleiding warmtebron
6
AM200 – 6720884574 (2018/04)
3.3

Elektrische aansluiting

▶ Gebruik rekening houdend met de geldende voorschriften voor de
aansluiting minimaal elektrische kabel model H05 VV-....
3.3.1
Aansluiting BUS-verbinding en temperatuursensor
(laagspanningszijde)
BUS-verbinding algemeen
Wanneer de maximale kabellengte van de BUS-verbinding tussen alle
BUS-deelnemers wordt overschreden of in het BUS-systeem een ring-
structuur bestaat, is de inbedrijfstelling van de installatie niet mogelijk.
Maximale totale lengte van de BUS-verbindingen:
• 100 m met 0,50 mm
• 300 m met 1,50 mm
BUS-verbinding AM200 – bedieningseenheid – andere module
▶ Gebruik bij verschillende geleiderdiameters een verdeeldoos voor de
aansluiting van de BUS-deelnemers.
▶ BUS-deelnemer [B] via verdeeldoos [A] in ster
)
3
( afb. 17, aan einde document, handleiding van de bedieningseen-
, 
heid en andere module respecteren).
) te
4
5
Temperatuursensoren
Gebruik bij verlenging van de sensorkabel de volgende geleiderdiameters:
• Tot 20 m met 0,75 mm
• 20 m tot 100 m met 1,50 mm
Algemeen over laagspanningszijde
Benamingen van de aansluitklemmen (laagspanningszijde ≤ 24 V)
1)2)
BUS
Aansluiting op regelaar, module, warmteproducent, wanneer
conventionele warmteproducent in systeem met alternatieve
warmteproducent (stand codeerschakelaar 1)
2)
BUS
Aansluiting op regelaar, module, wanneer cv-installatie met
Adr9-10
autonome alternatieve warmteproducent
(stand codeerschakelaar 10)
3)
OR1
Aansluiting pomp alternatieve warmteproducent met PWM
of 0-10 V signaal (Output Return)
OEV
Aansluiting stuursignaal voor blokkeren van de conventionele warm-
teproducent (aansluitklem EV / I3 op conventionele warmteprodu-
cent) ( configuratie in tabel 11: verbreekcontact/maakcontact)
4)
OA1
Aansluiting stuursignaal alternatieve warmteproducent met aan/
uit-signaal (Output Alternative)
Functie: maakcontact
3)
OA2
Aansluiting stuursignaal vermogensinstelling alternatieve warmte-
producent met 0-10 V-signaal
T..
Aansluiting temperatuursensor (Temperature sensor)
1) In bepaalde toestellen is de aansluitklem voor het BUS-systeem met EMS
gemarkeerd.
2) De beide bussystemen mogen niet worden gemengd. Gebruik alleen een van de
klemmen tegelijkertijd, alleen de klem BUS BC of de klem BUS (adres 9-10).
3) Klembezetting:1 – massa; 2 – PWM/0-10 V; 3 – PWM-ingang
4) Klembezetting: 1, 2 – aan/uit (max. 24 V); 3 – massa; 4 – 0-10 V signaal
Tabel 4
Installatie
2
geleiderdiameter
2
geleiderdiameter
2
2
tot 1,50 mm
geleiderdiameter
2
geleiderdiameter
3
41

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis