3.4.3 Overzicht Bezetting Aansluitklemmen - Buderus EM100 Installationsanleitung

3 Installatie

3.4.3 Overzicht bezetting aansluitklemmen

Dit overzicht toont, welke installatiedelen kunnen worden aan-
gesloten.
120/230VAC 120/230VAC
230 VAC
Legenda bij afbeelding boven en bij de aansluitschema's
met installatievoorbeelden aan het eind van het document:
Randaarde
Identificatie aansluitklemmen:
230 V AC Aansluiting netspanning
BUS Aansluiting BUS-systeem
BMS Gebouwautomatiseringssysteem (building manage-
ment system) met 0-10 V-interface
HS Warmteproducent (heat source) op het
BUS-systeem
OE1-74 Uitgang netspanning magneetventiel
OE1-75 Uitgang storing (230 V)
PC0 Uitgang netspanning pomp (230 V)
IE0 Alarmuitgang pomp
OP0 Pomp aan/uit (uitgang/potentiaalvrij contact ≤ 24 V)
T0 Ingang evenwichtsflestemperatuursensor
IO1-1,2 Uitgang terugmelding warmteproducent (0-10 V)
IO1-3,4 Ingang sturing warmteproducent (0-10 V)
OC0 1-2 Uitgang controlesignaal pomp (0-10 V/PWM)
OC0 1-3 Ingang terugmelding pomp (PWM), optioneel
CON Bedieningseenheid met BUS-systeem (controller)
MC Sturing cv-ketel (master controller)
1) Wanneer er geen continue stroom wordt benodigd, kan de
pomp ook direct op de aanwezige zekeringsautomaat
worden aangesloten.
2) Bij de warmtewisselaar is T0 de
aanvoertemperatuursensor.
3) Let op de stand van de codeerschakelaar.
26
EM100
120/230 V AC
OE1 PC0
N L N L N 74 75 N 63
N L N L
M
230 VAC PC0
OE1 OE1
1)
Afhankelijk van het gebruik van de module (codering op de mo-
dule en configuratie via de bedieningseenheid) moeten de in-
stallatiedelen volgens het bijbehorende aansluitschema
worden aangesloten.
≤ 24 V
IO1 OC0
1 2 3 4 1 2 3
≤ 24 V
IE0 OP0 T0 BUS
1 2 1 2 1 2 1 2
1 2
(+) (–)
IO1
IE0 OP0 T0 BUS
0-10 V 0-10 V
MM 100 Cv-circuitmodule (EMS/EMS plus)
EM100
2)
3)
3)
EM100 – 6720891034 (2019/04)
4 5 6
7 3
3
2 2
8
1 9 1
10
0 0
1
3 4
1 2 3
(+) (–)
0-10V
IO1 OC0
Uitbreidingsmodule
4 5 6
7
8
9
10
OC0
2 3
1 2 3
PWM
OC0
0010025508-001