Hulp Bij Storingen - Kärcher HD 9/100-4 Cage Advanced Bedienungsanleitung

b De slang op vervormingen onderzoeken (losko-
men van de lagen, bellen, geplette plaatsen,
knikplaatsen).
c De slangschroefverbindingen op vervorming en
corrosie controleren
d De vastheid van de slang in de slangschroefver-
bindingen controleren.
Om de 500 bedrijfsuren, minstens jaarlijks
 Het onderhoud van het apparaat door de klanten-
service laten uitvoeren.
Onderhoudswerkzaamheden
Olie verversen
WAARSCHUWING
Gevaar voor brandwonden
De olie in de hogedrukpomp wordt zeer heet en kan bij
contact brandwonden veroorzaken.
Draai de olieaftapplug er niet uit als het apparaat in wer-
king is.
Laat het apparaat afkoelen voordat de olie wordt ver-
verst.
Instructie
Gegevens over de hoeveelheid en soort olie, zie hoofd-
stuk "Technische gegevens"
1. De olieaftapplug eruit draaien.
Afbeelding I
Olievulaansluiting
1
Oliepeilindicatie
2
Olieaftapplug
3
2. De olie in een opvangbak laten afvloeien.
3. De olieaftapplug erin draaien.
4. Het deksel van de olievulaansluiting eraf schroeven.
5. De nieuwe olie langzaam tot het midden van de olie-
peilindicatie bijvullen.
De luchtbellen moeten ontsnappen.
6. Het deksel van de olievulaansluiting erop schroeven.
Aanhaalmoment van de pompschroeven
controleren
Aanduiding
Cilinderbevestiging
Pompkopbevestiging
Afbeelding J
1. Alle schroeven op corrosie controleren. Gecorro-
deerde schroeven door de klantenservice laten ver-
vangen.
2. De momentsleutel op de waarde in de bovenstaan-
de tabel instellen.
3. De schroeven in de hierboven opgegeven volgorde
1...22 aantrekken tot de momentsleutel met een knak-
kend geluid het bereiken van het koppel aangeeft.
Filter reinigen
In de toestand bij levering is het filter uitgerust met een
filtervlies dat deeltjes met een grootte vanaf 100 µm te-
genhoudt.
Bij gebruik van een rotorsproeier is er een filtervlies voor
deeltjes met een grootte vanaf 50 µm nodig.
Filtervlies
100 µm
50 µm
50
Nummer Aanhaal-
moment
1...18 40 Nm
19...22 35 Nm
Bestelnummer
6.414-074.0
6.414-073.0
1. De watertoevoer sluiten.
2. Het filteromhulsel eraf schroeven.
3. Het verontreinigde filtervlies vervangen door een
nieuw filtervlies.
4. Filteromhulsel aanbrengen.
5. Apparaat ontluchten.

Hulp bij storingen

Laat alle controles en werkzaamheden aan elektrische
delen door een vakman uitvoeren.
Neem bij storingen die niet in dit hoofdstuk worden ver-
meld contact op met een bevoegde klantenservice.
GEVAAR
Het apparaat kan onverwacht starten.
De hogedrukstraal of bewegende delen kunnen letsels
veroorzaken.
Zet de apparaatschakelaar op 0/OFF en bedien de hen-
del van het hogedrukpistool tot het apparaat drukloos is
vooraleer u met het verhelpen van een storing begint.
Terugzetten van het controlelampje
1. De apparaatschakelaar op "0/OFF" zetten.
2. Enkele seconden wachten.
3. De apparaatschakelaar op "I/ON" zetten.
Bedrijfstoestandsindicatie
Brandt continu groen
Het apparaat is bedrijfsgereed.
Brandt continu rood
Watertekort
Het apparaat draait niet.
1. De netspanning controleren.
2. Het netsnoer op schade controleren.
3. Controleren of het controlelampje watertekort rood
brandt.
a De watertoevoerdruk controleren, minimale druk
zie "Technische gegevens".
b De apparaatschakelaar op "0/OFF" zetten.
c De apparaatschakelaar op "I/ON" zetten.
4. Als het apparaat oververhit is:
a De apparaatschakelaar op "0/OFF" zetten.
b Apparaat laten afkoelen.
c De apparaatschakelaar op "I/ON" zetten.
5. Neem bij een elektrisch defect contact op met de
klantenservice.
Het apparaat bereikt niet de vereiste druk
1. De breekplaat controleren (zie hoofdstuk "Breek-
plaat controleren/vervangen").
2. De grootte van de sproeier controleren.
3. De sproeier reinigen, evt. vervangen.
4. Filterinzet vervangen.
a Filteromhulsel eraf schroeven.
b Filterinzet vernieuwen.
c Filteromhulsel sluiten.
5. Het apparaat ontluchten (zie hoofdstuk "Apparaat
ontluchten").
6. Toevoerleidingen naar de pomp controleren op
dichtheid of verstopping.
7. Neem indien nodig contact op met de klantenser-
vice.
De hogedrukpomp maakt kloppende bewegingen
1. Toevoerleidingen naar de pomp controleren op
dichtheid of verstopping.
2. Het apparaat ontluchten (zie hoofdstuk "Apparaat
ontluchten").
Nederlands
Storingsindicatie