Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

voestalpine WF 4000 Smart Betriebsanweisung Seite 199

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 63
25
Aanvankelijke vermeerdering
Maakt het mogelijk de waarde van de draadtoevoer
snelheid te regelen gedurende de eerste 'krater vulling'
lasfase.
Hierdoor kan de energie aanvoer worden verhoogd
wanneer dat noodzakelijk is bij dit deel van het werk in
deze fase (het materiaal is nog koud), is om een gelijk-
matige smelting te krijgen meer hitte nodig.
Minimaal 20%, maximaal 200%, fabrieksinstelling 120%
26
Krater vullen
Maakt het mogelijk de draadtoevoer snelheid te regelen
tijdens de slot fase van het lassen.
Hierdoor kan de energie aanvoer worden verminderd
wanneer dat noodzakelijk is bij dit deel van het werk
in deze fase als het materiaal al heel heet is, zodoende
wordt het risico op ongewilde deformaties verkleind.
Minimaal 20%, maximaal 200%, fabrieksinstelling 80%
27
Timing aanvankelijk increment
Hiermee wordt de aanvankelijke incrementtijd inge-
steld. Voor het automatiseren van de functie voor vul-
len van de krater.
Minimum 0.1s, Maximum 99.9s, Default off
28
Timing krater vullen
Hiermee wordt de tijd voor vullen van de krater inge-
steld. Voor het automatiseren van de functie voor vul-
len van de krater.
Minimum 0.1s, Maximum 99.9s, Default off
29
(Krater vullen) opbouw
Voor het instellen van de geleidelijke overgang van
begin draadsnelheid (aanvankelijke vermeerdering)
naar de einddraadsnelheid (krater vullen).
Uitgedrukt in seconden.
Minimaal 0.1 sec., maximaal 10.0 sec., fabrieksinstel-
ling uit
30
Puntlassen
Voor het activeren van het proces puntlassen en om de
lastijd te bepalen.
Minimaal 0.1 sec., maximaal 25 sec., fabrieksinstelling uit
31
Pauze punt
Voor het activeren van het proces "pauze punt" en om
een rusttijd tussen een las en de volgende las te bepalen.
Minimaal 0.1 sec., maximaal 25 sec., fabrieksinstelling uit
202
Inductantie (weerstand bij wisselstroom)
Maakt het regelen mogelijk van de weerstand van het
las circuit.
Maakt het mogelijk een snellere of langzamere boog te
krijgen door de bewegingen van de lasser en de natuur-
lijke las instabiliteit te compenseren.
Lage weerstand = terugwerkende boog (meer spetters)
Hoge weerstand = minder terugwerkende boog (min-
der spetters).
Minimaal -30, maximaal +30, fabrieksinstelling syn
330
Spanning
Hiermee wordt de lasspanning ingesteld.
399
Verplaatsingssnelheid
Hiermee wordt de snelheid ingesteld waarmee het las-
werk wordt uitgevoerd.
Minimum 1cm/min, Maximum 500cm/min, Default
35cm/min (referentiesnelheid voor manueel lassen)
500
Maakt het kiezen van de gewenste grafische interface
mogelijk:
XE (eenvoudige modus)
XA (gevorderde modus)
XP (professionele modus)
Maakt de toegang mogelijk tot hogere instelling
niveaus:
USER:
gebruiker
SERV:
service
vaBW:
vaBW
551
Blokkeer/deblokkeer
Maakt het mogelijk de controle knoppen op het paneel
te blokkeren en een bescherm code in te voeren ( raad-
pleeg het gedeelte Blokkeer / deblokkeer).
552
Stapsgewijze aanpassing
Maakt aanpassing mogelijk van de verschillende stap-
pen van de up-down toetsen.
Minimaal uit, maximaal 10, fabrieksinstelling 10
601
Stapsgewijze regeling
Maakt het stapsgewijze regelen van de parameter met
de persoonlijke instellingen van de lasser mogelijk.
Minimaal 1, maximaal Imax, fabrieksinstelling 1
602
Externe parameter CH1, CH2, CH3, CH4
Maakt het mogelijk externe parameter te reguleren
(minimale waarde, maximale waarde, waarde ingesteld
door de fabriek, geselecteerde parameter).
(raadpleeg het gedeelte Externe controle reguleren).
606
U/D toorts
Maakt de besturing mogelijk van de externe parameter
(CH1) (geselecteerde parameter).
705
Afstelling weerstand circuit
Voor het kalibreren van het circuit.
Druk op de encoder om parameter 705 te openen.
Breng draadpunt en lasstuk elektrisch met elkaar in
contact.
Druk minstens 1 s op de toortsknop.
751
Stroom aflezen
Toont de werkelijke waarde van de lasstroom.
Maakt het mogelijk dat de methode om de lasstroom
te tonen wordt aan gezet (raadpleeg het gedeelte
Interface personificatie).
752
Voltage aflezen
Toont de werkelijke waarde van het las voltage.
Maakt het mogelijk dat de methode om het vol-
tage te tonen wordt aan gezet (raadpleeg het gedeelte
Interface personificatie).
760
Motorstroom aflezen
Toont de werkelijke waarde van de motorstroom.
801
Bewaken van de limieten
Maakt het instellen mogelijk van de waarschuwings-
grens en van de bewaking van de limieten.
Maakt een accurate controle mogelijk van de diverse las
fases.(raadpleeg het gedeelte bewaken van de limieten).
199

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis