Rosenbauer NAUTILUS 8/1 Verwenderinformation Seite 62

Rosenbauer – NAUTILUS 8/1
Bij bevriezingsgevaar moet u de pomp ca. 10 seconden laten drooglopen nadat
deze uit het transportmedium is genomen, om te voorkomen dat de rotor
vastvriest. Wanneer de rotor is vastgevroren, kan deze weer worden losge-
maakt door de pomp onder water te dompelen.
Na elk gebruik dient de kabel en de kabeldoorvoer d.m.v. een visuele controle
op waterdichtheid of beschadigingen te worden gecontroleerd.
Om ervoor te zorgen dat de dompelpomp veilig en storingsvrij werkt, moeten
de volgende controles ten minste eenmaal per jaar worden uitgevoerd:
▪
visuele controle van kabel en kabeldoorvoer
▪
controle van de functie van de glijringafdichting (zoals beschreven onder punt 6.2.)
▪
let op ongewone geluiden tijdens het proefdraaien ter controle van de
schroefaslagers
De NAUTILUS 8/1 werd zo geconstrueerd, dat gedurende de gehele levensduur
geen verbruiksmaterialen nodig zijn.
6.2. Controle van de glijringafdichting
De NAUTILUS 8/1 is voorzien van een
dubbel afdichtingssysteem. Om te
controleren of de glijringafdichting
(primaire afdichting) correct functio-
neert, moet u de drukuitgang met een
blinddeksel of een B-afsluitkogelkraan
afsluiten en de NAUTILUS 8/1 in een
met ca. 30 cm water gevulde bak
zetten, inschakelen en enkele minuten
laten lopen. Wanneer er water uit de
controleopening aan de bovenzijde van de pomp naar buiten komt, is de
glijringafdichting versleten en moet bij een erkende, gespecialiseerde
werkplaats worden vervangen.
Bovendien moet er op ongebruikelijke geluiden worden gelet, om eventuele
lagerschades te kunnen herkennen.
6.3. Demontage van de zuigkorf
Voordat de zuigkorfbodem wordt verwijderd, moet de stroomtoevoer naar de
pomp altijd worden onderbroken, om te voorkomen dat deze per ongeluk wordt
ingeschakeld. Alvorens de werkzaamheden te beginnen, moet worden gewacht
tot alle roterende onderdelen stilstaan.
LET OP: Het gebruik zonder zuigkorfbodem en/of zuigkorfrooster is
niet toegestaan.
62