Elektrische Aansluiting - Storch 65 60 00 Betriebsanleitung

Beschrijving (vervolg)
Veiligheidsaanwijzingen
Water- en reinigingsmiddelsysteem
Het water kan onder druk naar de hogedrukpomp gevoerd
worden of direct uit een drukloos reservoir aangezogen
worden. Daarna wordt het water door de hogedrukpomp
onder druk naar de veiligheidsstraalpijp gevoerd. Door de
spuitmond bij de veiligheidsstraalpijp wordt de hogedrukstraal
gevormd.
Via een hogedrukinjector kunnen reinigingsmiddelen
toegevoegd worden.
De gebruiker dient de voorschriften omtrent
het milieu, het afval en de bescherming van
het water in acht te nemen.
Straalpijp met spuitpistool
Het spuitpistool maakt het mogelijk de machine alleen te
gebruiken als de veiligheidsschakelhendel bediend wordt.
Door de hendel te bedienen wordt het spuitpistool geopend.
De vloeistof wordt dan naar de spuitmond getransporteerd.
De spuitdruk bouwt zich op en bereikt snel de gekozen
werkdruk.
Door de schakelhendel los te laten wordt het pistool gesloten
en verdere uittreding van vloeistof uit de straalpijp
voorkomen.
De drukstoot bij het sluiten van het pistool opent de
drukregelklep-veiligheidsklep. De pomp blijft ingeschakeld
en transporteert met verminderde overdruk in de kringloop.
Door het pistool te openen sluit de drukregelklep-
veiligheidsklep en de pomp transporteert met de gekozen
werkdruk naar de straalpijp.
Het spuitpistool is een veiligheidsinrichting.
Reparaties mogen alleen door erkende
vakmensen uitgevoerd worden. Als vervanging
noodzakelijk is, mogen alleen door de fabrikant
toegelaten componenten gebruikt worden.
Drukregelklep-veiligheidsklep
De drukregelklep-veiligheidsklep beveiligt de machine tegen
niet toegestane hoge overdruk en is zodanig geconstrueerd
dat deze niet boven de toegestane werkdruk ingesteld kan
worden. De begrenzingsmoer van de draaihandgreep is met
lak verzegeld.
Door de draaihandgreep te bedienen kunnen de werkdruk
en de spuithoeveelheid traploos ingesteld worden.
Vervanging, reparaties, nieuwe instellingen en
verzegelen mogen alleen uitgevoerd worden
door erkende vakmensen.
Motorbeveiligingsschakelaar
De motor wordt door een motorbeveiligingsschakelaar tegen
overbelasting beveiligd. Bij overbelasting schakelt de
motorbeveiligingsschakelaar de motor uit. Bij herhaaldelijk
uitschakelen van
motorbeveiligingsschakelaar oorzaak van de storing
verhelpen (zie pagina 6).
Vervangings- en controlewerkzaamheden
mogen alleen door erkende vakmensen bij een
van het net gescheiden machine, d.w.z. bij
uitgetrokken netstekker, uitgevoerd worden.
Plaatsing
Standplaats
De machine mag niet in brand- en explosiege-
vaarlijke ruimten alsmede in putten geplaatst
en gebruikt worden. Het apparaat mag niet
onder water gebruikt worden.
LET OP!
Nooit vloeistoffen met oplosmiddelen zoals
lakverdunners, benzine, olie of soortgelijke
vloeistoffen aanzuigen.
De afdichtingen in het apparaat zijn niet
bestand tegen oplosmiddelen! De sproeinevel
van oplosmiddelen is zeer brandbaar, explosief
en giftig.
LET OP!
Als er met 70 °C warm water wordt gewerkt,
treden er heel hoge temperaturen op. Raak
de toestellen dan niet zonder beschermende
handschoenen aan.

Elektrische aansluiting

De machine wordt geleverd met een aansluitkabel met
netstekker.
De stekker moet in een volgens de voor-
schriften geïnstalleerd stopcontact met
randaarde en FI-aardlekschakelaar ingestoken
worden. Het stopcontact moet bij het net
beveiligd zijn met 16 A traag.
Als u een verlengsnoer gebruikt, dient die
van een aarddraad voorzien te zijn. Die draad
dient u volgens de voorschriften op de
steekverbindingen aan te sluiten. De draden
van het verlengsnoer dienen minstens een
doorsnede te hebben van 1,5 mm². De
steekverbindingen dienen met een
spatbeveiliging uitgerust te zijn en mogen niet
op een natte bodem liggen. (bij verlengsnoeren
langer dan 10 m : 2,5 mm²).
1 2 1 2 1 2
1 2 1 2
de motor door de