Voorbereidende Werkzaamheden; Inbouw Met „Inbouwkast S 2200; Inbouw Vrijstaand In De Ruimte; Wandafvoer Monteren - Truma S 2200 Einbauanweisung

Bij de inbouw van een watervoorziening in het voertuig
moet erop worden gelet dat er tussen de waterslangen
en de warmtebron (bijv. verwarming, warmeluchtbuis) vol-
doende afstand wordt aangehouden.
Een waterslang mag pas op een afstand van 1,5 m van de
verwarming langs de warmeluchtbuis worden gelegd. Bij
een doorvoer moet er een afstandhouder (bijv. isolatiemate-
riaal) worden aangebracht om het contact te vermijden. De
Truma slangclip SC kan vanaf een afstand van 1,5 m worden
gebruikt.

Voorbereidende werkzaamheden

De maten voor afstanden, openingen en boorgaten moeten
nauwkeurig worden aangehouden!
Inbouw met „inbouwkast S 2200"
1. In de voorkant van de kast een uitsparing van 440 mm
hoog en 480 mm breed uitzagen. De inbouwkast provisorisch
in de uitsparing van de kast plaatsen.
2. De vloersjabloon zodanig in de inbouwkast leggen dat deze
exact achter in de hoeken aanligt (L = rookgasafvoeraanslui-
ting links, R = rookgasafvoeraansluiting rechts). Zet de sja-
bloon met punaises vast. Verwijder de inbouwkast.
3. Volgens de sjabloon een opening in de bodem van
Ø 15 mm voor de condensafvoer boren en de 4 punten voor
de bevestigingsschroeven voorprikken
4. Alleen bij dakafvoer: Een gat Ø 65 mm voor de aanzuig-
buis van de verbrandingslucht boren.
5. De inbouwkast terugplaatsen en vastschroeven. De voorge-
stanste opening voor de doorvoer van de rookgasafvoer links (1)
of rechts (2) uitbreken (afb. A1).

Inbouw vrijstaand in de ruimte

1. Leg de vloersjabloon op de gekozen plaats. Zet de sjabloon
met punaises vast.
2. Volgens de sjabloon een opening in de bodem van Ø 15 mm
voor de condensafvoer boren en de 4 punten voor de bevesti-
gingsschroeven voorprikken
3. Alleen bij dakafvoer: Een gat Ø 65 mm voor de aanzuig-
buis van de verbrandingslucht boren.

Wandafvoer monteren

Mogelijk gevaar voor letsel door scherpe randen van de
rookgasafvoer-/verbrandingsluchttoevoerbuis. Draag tij-
dens de montage werkhandschoenen!

Boorgaten voor de wandafvoer

De voorgeschreven minimumhoogte (= afstand tussen
voet verwarming en midden van de opening voor de
rookgasafvoerschacht) exact aanhouden (afb. C1).
Houd een precieze hartafstand van 11,5 cm tussen de
boorgaten aan!
– Inbouwsituatie
Bij buislengten van 40 tot 75 cm. De rookgasafvoerschacht
moet op een minimumhoogte van 33 cm worden gemon-
teerd (tussen voet verwarming en midden van de opening
voor de rookgasafvoerschacht). Daarvoor de wandsjabloon
op de vloer laten liggen.
– Inbouwsituatie
Bij buislengten groter dan 75 tot 120 cm. De rookgasafvoer-
schacht moet op een minimumhoogte van 66 cm worden
gemonteerd (tussen voet verwarming en midden van de
opening voor de rookgasafvoerschacht).
Afhankelijk van de inbouwsituatie
Ø 79 mm maken. Vul eventueel holtes in de buurt van de boorga-
ten op met hout. De gaten voor de wandschroeven (15 – 3,5 x 13)
voorprikken. Zo ook de gaten voor de bevestigingsschroeven (16 –
3,5 x 25) van het afvoerrooster (14) voorprikken.

Aansluiting buizen op de verwarming

1. Draai de twee schroeven (1) bovenaan de verwarming los
en verwijder de ommanteling (afb. C1).
2. Sluit rookgasafvoerbuis (2) als volgt op de bovenste
aansluiting (3) van de verwarming aan (afb. C2): Schuif de
vergrendelingsring (4) ca. 3 cm op de rookgasafvoerbuis (de
klauw wijst naar de verwarming). De O-ring (5) door optrom-
pen voorzichtig over de schuine kant van de buis drukken en
de rookgasafvoerbuis tot aan de aanslag in de aansluiting (3)
van de verwarming steken. De vergrendelingsring samen met
de O-ring helemaal aanschuiven en achter de klemmen van
de aansluiting vastdraaien. Met schroefje (6) goed vastzetten.
Na elke demontage moet er een nieuwe O-ring (5) wor-
den gemonteerd!
3. Schuif de buitenbuis (buis ÜR – 7) op de rookgasafvoerbuis
(moet van de rookgasafvoerschacht tot aan de ommanteling
lopen).
4. Sluit de verbrandingsluchtbuis (8) op dezelfde manier aan
op de onderste verwarmingsaansluiting (9) als de rookgasaf-
voerbuis (2).
De rookgasafvoerbuis met buitenbuis (buis ÜR) en de
buis van de verbrandingsluchtaanzuiging moeten over
de gehele lengte stijgend zijn gelegd.
Bij rookgasafvoer door de zijwand of bij inbouwsituatie
er een steun voor 2 buizen (26) worden gemonteerd (afb. C1).
Indien nodig kan deze door afzagen of buigen worden ingekort.
Anders kan er zich een waterzak vormen die de vrije afvoer van
de rookgassen verhindert.

Aansluiting buis op de wandafvoer

Mogelijk gevaar voor letsel door scherpe randen van de
rookgasafvoer-/verbrandingsluchttoevoerbuis. Draag tij-
dens de montage werkhandschoenen!
Afbeelding C3
Zet de verwarming op de beoogde plaats, leg de buizen naar
de openingen in de buitenwand en bepaal de benodigde
buislengten, eventueel inkorten. Steek de buizen door de ope-
ningen en schuif de verwarming zo ver naar de wand dat alle
buizen ca. 4 cm uit de wand steken.
De rookgasafvoerbuis (2) met buitenbuis (buis ÜR – 7)
moet boven de buis van de verbrandingsluchttoevoer
(8) worden gemonteerd!
Schuif de afdichtringen (10) ongeveer 3 cm op de buizen. De
O-ringen (5) door optrompen over de schuine kanten van de
buizen drukken en de buizen (2) en (8) tot aan de aanslag in
de schachten (11 + 12) steken (de boordringen moeten naar
beneden wijzen). De afdichtringen samen met de O-ringen
helemaal aanschuiven en met de twee schroefjes (13) stevig
vastzetten.
Na elke demontage moet er een nieuwe O-ring (5) wor-
den gemonteerd!

Wandafvoer bevestigen

Mogelijk gevaar voor letsel door scherpe randen van de
rookgasafvoer-/verbrandingsluchttoevoerbuis. Draag tij-
dens de montage werkhandschoenen!
of de beide boorgaten
moet
NL
31