Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Voorbereiding Ter Gebruik - EBARA WINNER-4WN Serie Benutzungs- Und Wartungshandbuch

Tauch-kreisel-elektropumpe
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 8
4.4.1. PLAATJE MET GEGEVENS WINNER-4WN-ELEKTRISCH POMPEN
Hieronder wordt het adhesieve plaatje met gegevens afge-
beeld, dat op de elektrisch pompen van de serie WINNER-
4WN wordt aangebracht.
Zie DEEL 1 hfdst. 12 voor de numerieke beschrijvingen.
4.5. INFORMATIE BETR. HET LUCHTGELUID
Gezien het soort gebruik, overschrijden de elektrische pompen
de waarde van 70 dB (A) als niveau van geluidsdrukhinder (A-
gewogen) niet.
DE FABRIKANT BEHOUDT ZICH HET RECHT VOOR OM DE
TECHNISCHE GEGEVENS TE WIJZIGEN OM VERBETERINGEN
EN UPDATES AAN TE BRENGEN.

5. VOORBEREIDING TER GEBRUIK

LET OP
OM DE ELEKTRISCHE POMP OP TE TILLEN OF TE LATEN
ZAKKEN, EEN KOORD GEBRUIKEN DAT OP DAARVOOR
BESTEMDE HAKEN IS VASTGEMAAKT: NOOIT DE ELEKTRISCHE
STROOMTOEVOERKABEL GEBRUIKEN
Volg voor de installatie van de pompen van de serie WIN-
NER-4WN hetgeen beschreven in DEEL 1, hoofdstuk 7 en
de volgende punten:
5.1. WINNER-4WN
De dompelpomp dient op correcte wijze geïnstalleerd te wor-
den, zodat de prestaties en het rendement voor lange tijd
gewaarborgd worden. De dompelpompen WINNER-4WN die
zonder motor worden aangekocht, kunnen worden gekop-
peld aan ieder willekeurig type dompelmotor, met geschikte
grootte en vermogen, volgens NEMA-normen.
Voor een goede uitvoering van de operatie, als volgt han-
delen:
5.1.1. Installatie
a) De elektrische pomp is voorzien van twee openingen
die dienen voor het vastmaken van een veiligheidskabel
(FIG.1);
b) de isolatieweerstand meten met het daarvoor bestemde in-
strument;
c) de motor is voorzien van een kabel; bij het koppelen hiervan
letten op:
– de keuze van de kabel;
– de correcte uitvoering;
– de goede kwaliteit en de integriteit van de verlenging;
d) aan het einde van de handeling controleren of de verbin-
ding goed is uitgevoerd en of deze geïsoleerd is, door de
elektrische isolatie tussen fase en massa te controleren.
Aan het einde van de handeling weer controleren, met
behulp van een tester, of de koppelingen en de verbindin-
gen goed zijn uitgevoerd;
e) wanneer de pomp in de put wordt neergelaten (met be-
hulp van de kabel), wordt tegelijkertijd de verlenging van
de modulaire persleiding uitgevoerd, door terugslagklep-
pen in te voegen waar noodzakelijk (de persleiding moet
dezelfde diameter hebben als de opening van de elektri-
sche pomp of groter); de stroomtoevoerkabel wordt met
bandjes op de leiding bevestigd.
f) de pomp is voorzien van terugslagklep, maar de aanbe-
veling is een tweede klep te installeren na 15 m op de
persleiding en vervolgens na iedere 15 m. De aanwezig-
heid van deze kleppen maakt het mogelijk schade door
leidingslag te voorkomen, en de hydraulische schokken
onmiddellijk na het aan- of uitzetten te verminderen;
g) wanneer de pomp eenmaal in de put is neergelaten, er-
voor zorgen dat deze de bodem niet raakt en dat deze
altijd in minstens 1 m water is ondergedompeld en zich
minstens 1 m boven de kiezels bevindt. Het zand in de
put en andere extern materiaal dat aanwezig is, moet
worden verwijderd.
Controleren of de pomp, ook na langdurig gebruik nog
altijd ondergedompeld is, door deze eventueel te laten
zakken of door een beveiliging te installeren met een
sonde voor minimumniveau, om droog functioneren te
voorkomen;
h) controleren of, op grond van de afmetingen van de put,
van het voorziene vermogen en van de afmetingen van
de motor, de gemiddelde snelheid rondom de motor ten
minste 0,10 m/s bedraagt. In het tegenovergestelde ge-
val, is het noodzakelijk een transportmantel toe te pas-
sen.
5.1.2. Elektrische aansluiting (FIG. 7-8)
Voor de elektrische aansluiting, de beschrijving in DEEL 1
volgen en, in het geval er de beschikking is over een één- of
driefasige versie met ster/driehoekaanloop, FIG. 7-8 volgen
waarin de kleuren van de draden van de stroomtoevoerka-
bel worden weergegeven t.b.v. de aansluiting op een elek-
trisch schakelbord.
5.2.1. Opstarting
Als de installatie beschikt over een terugslagklep in de toe-
voer, mag het niveau van het water, ook wanneer de pomp
in ruststand is, nooit onder de openingen van het aanzuig-
rooster dalen, anders dient het water uit de pomp te worden
afgevoerd. Dit zorgt in een later stadium voor problemen bij
het op gang komen van de pomp, ook al is het niveau her-
steld.
NL
19

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis