Van Start Gaan; Bevestigen Van De Slangen; Bediening - ULTIMATE SPEED 12 V UOP 12 C1 Bedienungs- Und Sicherheitshinweise Originalbetriebsanleitung

Koppel het apparaat direct na
gebruik los van de accupolen .
Langdurig gebruik van het
apparaat kan ertoe leiden
dat de accu van het voertuig
volledig ontladen raakt .
Draag het apparaat niet aan
de verbindingskabels of de
slangen . Zorg ervoor dat
verbindingskabels en slangen
uit de buurt van hete delen van
het voertuig of scherpe randen
blijven .
Bewaar het apparaat en de
gebruikte olie op een droge
plek buiten het bereik van
kinderen .
Gooi de gebruikte olie
en met olie besmeurde
schoonmaakdoeken
op de juiste wijze (zie
"Weggooien") . Laat om het
milieu te beschermen geen
olie in de bodem of het riool
terechtkomen .
Gebruik het apparaat nooit als
het beschadigd is! Koppel het
apparaat los van het voertuig
en neem contact op met de
verkoper als het beschadigd is .
Gebruik nooit accessoires
die niet door de fabrikant
worden aanbevolen . Deze
kunnen gevaarlijk zijn voor
de gebruiker en kunnen
het apparaat beschadigen .
Gebruik alleen originele
onderdelen en accessoires .
34 NL/BE
Dit product is geclassificeerd
als IPX4 en is beschermd tegen
van alle kanten opspattend
water . Niet in water
onderdompelen .
VOORZICHTIG! Dompel de
elektrische onderdelen van het
apparaat niet onder in water of
andere vloeistoffen . Houd het
apparaat nooit onder stromend
water .
˜ Van start gaan

Bevestigen van de slangen

1 . Verwijder de beschermende afdekkingen 7
(fig . A) .
2 . Trek de zuig- 9 en de afvoerslang
3 . Bevestig de zuigslang (ø 6 mm) 9 aan de
zuigslangaansluiting 8 .
4 . Bevestig de afvoerslang (ø 12 mm)
de afvoerslangaansluiting 6 .
5 . Maak beide slangen vast 9
meegeleverde slangklemmen
6 . Controleer de op het apparaat aangegeven
pomprichting
Zorg ervoor dat de slangen 9 ,
m
recht zijn gelegd op schade te
11
vermijden.
˜ Bediening
1 . Start het voertuig en laat de motor
5-10 minuten lopen om de olie op te warmen
(60 °C is de maximale olietemperatuur) .
Hierdoor neemt de viscositeit af en kan de
pomp de olie efficiënter uitpompen .
Pomp geen olie als de motor van de
m
auto nog loopt.
2 . Steek de zuigslang voorzichtig (ø 6 mm) 9
onderin het oliecarter .
3 . Plaats de afvoerslang (ø 12 mm)
opvangbak (dwz . een olieverzamelbak) .
4 . Zet de AAN/UIT-schakelaar
"O" (uit) .
recht .
11
aan
11
met de
11
,
.
10
.
in een
11
op stand
1