Aan
Led SAFE
Uit
Aan
Led encoder/Inverter
Aan
Uit
1x knipperen pauze 1x
knipperen
2x knipperen pauze 2x
knipperen
3x knipperen pauze 3x
knipperen
4x knipperen pauze 4x
knipperen
5x knipperen pauze 5x
knipperen
6x knipperen pauze 6x
knipperen
7x knipperen pauze 7x
knipperen
8x knipperen pauze 8x
knipperen
TABEL 10
Programmeringsleds
op de
besturingseenheid
Led 1
Beschrijving
Uit
Tijdens de normale werking geeft dit aan dat de "Automatische sluiting" niet actief is.
Aan
Tijdens de normale werking geeft dit aan dat de "Automatische sluiting" actief is.
Knippert
• Programmering van de functies in werking.
• Als de led tegelijk met L2 knippert, betekent dit dat het aanleren van de inrichtingen moet worden uitgevoerd (zie paragraaf 3.12).
Knippert snel
Na het starten van de besturingseenheid, geeft dit een geheugenfout aan betreffende de aangesloten inrichtingen. Tegelijkertijd
zendt de led "Bluebus" een diagnostische signalering: 5x knipperen - 1 seconde pauze - 5x knipperen. In dit geval moet het
aanleren van de aangesloten inrichtingen worden uitgevoerd (zie paragraaf 3.12) of het geheugen worden gewist (zie paragraaf
5.3.1).
Led 2
Beschrijving
Uit
Tijdens de normale werking geeft dit aan dat "Hersluiten na foto" niet actief is.
Aan
Tijdens de normale werking geeft dit aan dat "Hersluiten na foto" actief is.
Knippert
• Programmering van de functies in werking.
• Als de led tegelijk met L1 knippert, betekent dit dat het aanleren van de inrichtingen moet worden uitgevoerd (zie paragraaf 3.12).
Knippert snel
Na het starten van de besturingseenheid, geeft dit een geheugenfout aan betreffende de waarden. Tegelijkertijd zendt de led
"Bluebus" een diagnostische signalering: 5x knipperen - 1 seconde pauze - 5x knipperen. In dit geval moet het aanleren van de
openings- en sluitposities worden uitgevoerd (zie paragraaf 3.13.5) of het geheugen worden gewist (zie paragraaf 5.3.1).
Led 3
Beschrijving
Uit
Tijdens de normale werking geeft dit aan dat "Altijd sluiten" niet actief is.
Aan
Tijdens de normale werking geeft dit aan dat "Altijd sluiten" actief is.
Knippert
• Programmering van de functies in werking.
• Als de led tegelijk met L4 knippert, betekent dit dat het aanleren van de openings- en sluitposities van de poort moet worden
uitgevoerd (zie paragraaf 3.12).
Knippert snel
Na het starten van de besturingseenheid, geeft dit een geheugenfout aan betreffende de parameters en configuraties. Tegelijkertijd
zendt de led "Bluebus" een diagnostische signalering: 5x knipperen - 1 seconde pauze - 5x knipperen. In dit geval moet het
geheugen worden gewist (zie paragraaf 5.3.1), het aanleren van de aangesloten inrichtingen (zie paragraaf 3.12) en het aanleren
van de openings- en sluitposities (zie paragraaf 3.13) worden uitgevoerd.
Led 4
Beschrijving
Uit
Tijdens de normale werking geeft dit aan dat "Compensatie" niet actief is.
Aan
Tijdens de normale werking geeft dit aan dat "Compensatie" actief is.
18
Eindaanslag niet ingegrepen
Oorzaak
Ingrijpen ingang SAFE
Alles OK
Oorzaak
Defect
Alles OK als werking met eindaan-
slag
Alles OK
Communicatiefout met de inverter Controleer of de kabel is aangesloten en de inverter voeding heeft
Communicatiefout met de enco-
der
- Overstroombeveiliging encoder
heeft ingegrepen
-
Over-/onderspanningsbeveili-
ging heeft ingegrepen
De oververhittingsbeveiliging van de
inverter heeft ingegrepen
Overbelastingsbeveiliging
heeft
ingegrepen
Kortsluitingsbeveiliging heeft inge-
grepen
Beveiliging
draadonderbreking
heeft ingegrepen
L1 L2
L3
L4 L5
L6 L7 L8
CLOSE
OPEN
PP
STOP
ALT
BLUEBUS
Dit is normaal als de poort zich in een andere positie dan die van volledige sluiting bevindt
Oplossing
Controleer de inrichtingen aangesloten aan de ingang SAFE (thermische beveiliging motor)
Ingang SAFE actief
Oplossing
Probeer om de printplaat uit en weer in te schakelen. Als het probleem aanhoudt moet de
printplaat worden vervangen.
Defect als werking met encoder of inverter
De communicatie met de encoder of inverter werkt goed
Controleer of de kabel is aangesloten en niet beschadigd is
- Controleer of er niets in de weg zit van de poort of de reductor van de motorinverter
- Controleer of de lijnspanning binnen de grenzen valt, anders moet de lijnspanning ge-
stabiliseerd worden
Laat de inverter afkoelen en verminder de werkingscyclus
Controleer of er iets in de weg zit van de poort of in de reductor van de motor met inverter
Vervang de remweerstand van de inverter
Schakel de stroom naar de besturingseenheid uit, open de inverter en controleer of de
fasen van de motor zijn onderbroken. Als dit het geval is dient de motor te worden vervan-
gen. Of controleer of de voedingskabel van inverter naar motor is losgeraakt.