Eerste Ingebruikname; Apparaat Inschakelen - Dräger X-am 5000 Gebrauchsanweisung

Wat is wat
15
1
2
2
3
X-am 5000
7
6 4
0
5
1 Gastoevoer
2 Alarm-LED
3 Claxon
4 OK-toets
5 Voeding
6 [ + ]-toets
7 Display
Speciale symbolen:
Storing
Waarschuwing
Weergave piekwaarde
Weergave TWA
Weergave STEL
Bumptestmodus
Verse lucht kalibratie
58
ch
4
8
%LEL
O
2
Vol%
9
CO
ppm
H S
2
ppm
10
NH
3
ppm
12 13 14
11
8 IR-interface
9 Bevestigingsclip
10 Typeplaatje
11 Laadcontacten
12 Meetgasdisplay
13 Meetwaardedisplay
14 Speciale symbolen
15 Gereedschap voor
sensorvervanging
1-knops-kalibratie
Singlegas-kalibratie
Wachtwoord vereist
Batterij 100% vol
Batterij 2/3 vol
Batterij 1/3 vol
Batterij leeg
Configuratie
Om een apparaat met standaardconfiguratie individueel te configureren,
moet het apparaat via de USB-infraroodkabel (bestelnr. 83 17 409) of het
E-Cal-systeem op een PC worden aangesloten. Voor de configuratie wordt
de PC-software "Dräger CC-Vision" gebruikt.
– Configuratie wijzigen: zie Technisch Handboek.
Standaard apparaatconfiguratie:
Dräger X-am 5000
1)
Bumptestmodus
1)
Verse lucht kalibr.
1)
Lifesignal
1)
Uitschakelen
1)
LEL-factor
(ch ) (4,4 Vol.-% komt overeen met 100 %LEL)
4
1)
Gemiddelde tijd
1) Bij levering kunnen instellingen klantspecifiek worden aangepast. De actuele instelling kan met de
software Dräger CC-Vision worden gecontroleerd en gewijzigd.

Eerste ingebruikname

Voordat het apparaat de eerste keer kan worden gebruikt, moeten de bijgevoegde
batterijen of een geladen NiMH-accu T4 (type HBT 0000, bestelnr. 83 18 704) /
T4 HC (type HBT 0100, bestelnr. 83 22 244) worden geplaatst (zie hoofdstuk
"Batterijen vervangen" op Pagina 61). De Dräger X-am 5000 is bedrijfsklaar.
Bedrijf

Apparaat inschakelen

 Houd de OK-toets ca. 3 seconden lang ingedrukt totdat de op het display
weergegeven countdown " 3 . 2 . 1 " is afgelopen.
– Gedurende korte tijd worden alle displaysegmenten en het optische,
het akoestische en het vibratiealarm, geactiveerd.
– De softwareversie wordt weergegeven.
– Het apparaat voert een zelftest uit.
– De sensor die als eerste aan de beurt is voor kalibratie wordt weergegeven
met de resterende dagen tot aan de volgende kalibratie, bijvoorbeeld
» Ex %LEL CAL 20 «.
– De tijd tot het verstrijken van het bumptestinterval wordt in dagen aangegeven,
bijv. » bt 123 «.
Snelle functietest (bumptest)
Aan
Aan
Toegestaan
4,4 (Vol.-%)
15 minuten voor STEL
8 uur voor TWA