Monacor LA-75 Bedienungsanleitung Seite 22

3) Sluit de kabeleinden van de lus aan op de steek-
NL
schroefklemmen* (11), zoals getoond in figuur 4.
B
Haal daarbij de schroeven vast aan en let op goede
sluiting, zodat er geen storende overgangsweer-
standen ontstaan.
4.2 Microfoons
U kunt max. twee microfoons aansluiten op de 6,3 mm-
jacks MIC IN (12, 15) van de kanalen INPUT 1 en
INPUT 2. Voor INPUT 1 kan de microfoon-voorrang-
schakeling worden geactiveerd (⇒ hoofdstuk 5.3).
Bij het aansluiten van een microfoon schakelt u de
betreffende toets MIC/LINE (13, 16) uit (stand MIC).
4.3 Apparaten met lijnniveau
U kunt max. twee audioapparaten met lijnuitgang (b.v.
cd-speler, cassetterecorder) aansluiten op de cinch-
jacks LINE IN (14, 17) van de kanalen INPUT 1 en
INPUT 2, wanneer op het betreffende kanaal nog geen
microfoon is aangesloten.
Bij het aansluiten van een apparaat met lijnniveau
drukt u de overeenkomstige toets MIC/LINE (13, 16) in
(stand LINE).
4.4 Alarmsirene
Het interne sirenesignaal kan worden geactiveerd via
een schakelaar of knop die op de steekschroefklem-
men* (11) is aangesloten (⇒ figuur 4). Zolang de
contacten verbonden zijn, weerklinkt de sirene, licht de
LED SIREN (1) op en wordt het geluidsvolume van alle
andere audiosignalen automatisch gedempt.
4.5 Toepassing in een geluidsinstallatie
1) Stuur het audiosignaal van de geluidsinstallatie
naar een van de lijningangen INPUT 1 (17) of
INPUT 2 (14). Het signaal moet ongebalanceerd
zijn, lijnniveau aantonen en onafhankelijk zijn van
de volumeregelaar van de geluidsversterker.
2) Druk op de overeenkomstige toets MIC/LINE (13,
16) (stand LINE).
4.6 Voedingsspanning
Sluit ten slotte een voedingsspanning van 12 V /5 A
(batterij of gestabiliseerde netadapter, b.v. PSS-5000
van MONACOR) aan op de voedingsjack (10) met
aandacht voor de polariteit (binnencontact = positieve
pool).
5 Bediening
5.1 Eerste ingebruikneming
Alle regelaars zijn verzonken uitgevoerd om onbedoel-
de wijzigingen van instellingen te vermijden, en kunnen
met een kleine schroevendraaier worden ingesteld.
* Om makkelijker te werken kunt u de aansluitklemmen uit hun
stekkerverbinding trekken.
22
1) Alvorens in te schakelen, draait u eerst de regelaars
INPUT 1 (5), INPUT 2 (6) en LOOP CURRENT (9)
naar links tot tegen de aanslag.
2) Stuur naar alle aangesloten ingangen een signaal
(testsignaal, muziekfragment of aankondiging via
de microfoon).
3) Schakel de versterker in met de schakelaar
POWER (4). Na het inschakelen licht de rode LED
(3) naast de schakelaar op.
4) Om in de lus een signaal te kunnen ontvangen,
draait u de regelaar LOOP CURRENT (9) lichtjes
open.
5) Stuur de kanalen die moeten worden beluisterd uit
met de betreffende regelaars INPUT 1 (5) en
INPUT 2 (6) en controleer met een veldsterktemeter
de veldsterkte in de lus. Volgens de Europese norm
EN 60118-4 wordt een veldsterkte van 100 mA/m
aanbevolen en de maximale veldsterkte mag de
waarde van 400 mA/m niet overschrijden. Beide
waarden hebben betrekking op de referentiefre-
quentie van 1000 Hz. Stel met de regelaar LOOP
CURRENT (9) de veldsterkte overeenkomstig in.
De LED-ketting met 7 niveaus (2) geeft de uit-
gangsstroom weer. Als er geen veldsterktemeter
beschikbaar is, kan de stroom aan de hand van de
onderstaande grafiek grof worden ingesteld en met
een inductieontvanger (b.v. LR-200 van MONACOR)
op audiokwaliteit en ontvangstkwaliteit worden
gecontroleerd.
De nodige lusstroom is afhankelijk van de
omvang en de zijdeverhouding van de lus evenals
van de afstand van de ontvanger van het lusniveau.
Met de afmetingen van de lus kunt u de vereiste lus-
stroom aflezen uit figuur 7 voor een ontvangeraf-
stand van ca. 1,2 m:
6
5
4
3
2
1
2 3 4
lusbreedte A [m]
Figuur 7 Piekstroom in de inductielus
Voorbeeld (zie ook figuur 3):
lusbreedte A = 4 m
luslengte B = 8 m
A
zijdeverhouding = –– = ––– = 0,5
B
Een lusbreedte van 4 m en een zijdeverhouding
van 0,5 resulteert volgens figuur 7 in een piek-
stroom van 3 A in de lus.
6) Met de klankregelaars BASS (7) en TREBLE (8)
stelt u de optimale klank in.
zijdeverhouding A/B
5 6 7 8
4 m
8 m
0,25
0,5
0,75
1,0
9