Monacor LA-75 Bedienungsanleitung Seite 21

3.1 Werkingsprincipe
Een inductielus bestaat uit een flexibele leiding die in
de vloer, in de muur of in het plafond wordt aange-
bracht. In deze lus ontstaat een magneetveld dat in de
inductieontvanger een spanning induceert. Deze
spanning wordt door de ontvanger opnieuw in een
audiosignaal omgezet. In een inductielus kunt u een
willekeurig aantal ontvanger gebruiken.
De maximale omvang van een inductielus kan ver-
minderen door veldsterkteverliezen te wijten aan het
aanwezige metaal in plafonds en vloeren. Bij geringe
verliezen kunt u deze met de metaalverliescorrectie
compenseren.
Bij moderne inductieve geluidsinstallaties wordt
een inductielus met een constante-stroomversterker
aangestuurd. Constante-stroomversterkers hebben
een duidelijk betere klank dan de versterkers met con-
stante spanning die in oudere installaties worden
gebruikt, omdat ze bij de hogere frequenties, die in het
bijzonder voor de verstaanbaarheid van de gesproken
berichten belangrijk zijn, niet in vermogen afnemen.
4 De lusversterker en inductielus instal-
leren
Stel de lusversterker zo op dat de lucht ongehinderd
door alle luchtopeningen kan stromen, zodat een vol-
doende koeling van de uitgangsversterker gegaran-
deerd is.
VOORZICHTIG
De in- en uitgangen mogen enkel door een gekwalifi-
ceerde vakman worden aangesloten en in elk geval
wanneer de versterker uitgeschakeld is.
Tips
1. Alvorens de geluidsinstallatie te installeren, moet u
absoluut controleren of op de plaats van installatie
vrij is van magnetische storingen. Deze kunnen de
werking nadelig beïnvloeden of zelfs onmogelijk
maken. Storingen worden b.v. door transformato-
ren, sterkstroomleidingen, fluorescentielampen met
conventioneel voorschakelapparaat en gegeven-
sinvoerbussen veroorzaakt.
2. Behalve magnetische storingsvelden kan een
inductieve geluidsinstallatie b.v. ook door vloeren in
gewapend beton of door vloerverwarming met
koperen leidingen worden gestoord. Ook hier breidt
het magnetische veld zich niet gelijkmatig uit en is
het gebruik van een inductieve geluidsinstallatie in
extreme gevallen niet mogelijk. Als de storingen die
door het staalbeton worden veroorzaakt, niet te
groot zijn, kan de frequentiecurve door metaalver-
liescorrectie (⇒ hoofdstuk 5.3) overeenkomstig
worden aangepast.
3. Indien een inductielus in buizen wordt voorzien,
zorg dan dat deze uit kunststof zijn vervaardigd;
metalen buizen kunnen magnetische veld van de
lus immers in hoge mate nadelig beïnvloeden.
4.1 Inductielus
Met de LA-75 kunnen inductieve geluidsinstallaties
voor een oppervlak van max. 75 m
seerd. De lus wordt rond het geluidsgebied gelegd. De
afstand tot de oorhoogte resp. de ontvanger moet ca.
1 – 2 m bedragen. Vermijd dat de lus op verschillende
hoogten wordt gelegd. Als inductielus dient een een-
voudige flexibele leiding met een enkele winding.
Indien de plaatselijke omstandigheden een recht-
hoekige plaatsing van de lus niet toelaten, dan is een
speciaal lusontwerp noodzakelijk dat door een des-
kundige moet worden berekend.
Nadat de afmetingen van de inductielus zijn vast-
gelegd, bepaalt u de dwarsdoorsnede van de kabel:
4.1.1 Kabeldoorsnede
De weerstand van de lus moet in een bereik tussen
0,2 Ω en 0,5 Ω liggen. Nadat de kabellengte van de lus
gemeten werd, berekent u de kabeldoorsnede. Uit de
figuren 5 en 6 kunt u voor de vastgelegde kabellengte
de nodige doorsnede aflezen:
100
75
50
25
0,25 0,5 0,75 1,0
kabeldoorsnede [mm
Figuur 5 vereiste kabeldoorsnede voor de inductielus
min. bij 0,2 Ω
kabel-
max. bij 0,5 Ω
lengte 14 m
Figuur 6 minimale en maximale kabellengte bij bepaalde
kabeldoorsneden
Voor de berekening van de kabelweerstand R (mate-
riaal: koper) kan ook de volgende formule worden
gebruikt:
L L
R = – × ρ = – × 0,0175 ––––––––
cu
A A
A = kabeldoorsnede in mm
L = kabellengte in m
ρ
= specifieke weerstand van koper
cu
0,0175 Ω × mm
2 /m
4.1.2 Aansluiting van de inductielus
De lusversterker moet buiten de lus staan (⇒ figuur 3).
1) Rol het kabelgedeelte op tussen de versterker en
de lus (⇒ figuur 3).
2) Alvorens de inductielus op de versterker aan te slui-
ten, voert u met een ohmmeter een controle uit om
te garanderen dat de lus niet met de aarding is ver-
bonden.
2 worden gereali-
toegelaten bereik
1,25 1,5 1,75 2,0 2,25 2,5
2 ]
kabeldoorsnede in mm
0,5 0,75 1 1,5
6 m 9 m 11 m 17 m
21 m 29 m 43 m
Ω × mm
2
m
2
NL
B
2,75 3,0
2
2,5
29 m
71 m
21