Individuele Adressen (Adresgroep/Subadres) Instellen; Toekenning Van Functiegroepen En Master Adressen - Conrad FS20 S20-3 Bedienungsanleitung

Als er meerdere zenders parallel gebruikt worden die verschillende ontvangers aansturen,
moeten er bij de zenders verschillende adressen ingesteld worden.
Van in de fabriek zijn aan de toetsenparen van de handzender (zie hoofdstuk 8) de volgende
adreskoppels (adresgroep/subadres) toegewezen:
Toetsenpaar:
Adres:
Toetsenpaar:
Adres:

Voor de adressering bij het dubbel aantal kanalen zie verder onder, subpunt
"Adressering bij dubbel aantal kanalen".

1. Individuele adressen (adresgroep/subadres) instellen

Voor het instellen van de adresgroep/het subadres gaat u als volgt te werk:
- Druk beide toetsen van het betrokken toetsenpaar gelijktijdig in voor minstens 5
seconden (bijv. voor kanaal 1 de toetsen "
Het controlelampje /LED knippert nu om de seconde.
- Voer nu met de toetsen "
cijferig subadres in.
Voorbeeld: 1431 (adresgroep 14, subadres 31)
- Na de invoer van het vierde cijfer zal de programmeermodus automatisch afgesloten
worden. Het controlelampje /LED dooft.

Houd rekening met het volgende:
Zowel adresgroep 44 als het subadres 44 hebben een speciale betekenis (zie
het volgende punt)!

2. Toekenning van functiegroepen en master adressen

Functiegroepen (44xx)
Als 44 als adresgroep ingevoerd wordt, zal het subadres (als dit niet 44 is, zie de volgende
paragrafen) als functiegroep gedefinieerd worden. Zo kunnen er 15 verschillende
functiegroepen tussen 4411 en 4443 gedefinieerd worden.

Mogelijk zijn: 4411, 4412, 4413, 4414, 4421, 4422, 4423, 4424, 4431, 4432,
4433, 4434, 4441, 4442, 4443
1 2
11 11 11 12
6 7
11 22 11 23
1 2
", " ", "
3 4
11 13 11 14
8 9
11 24 44 11
1 2
" en " ").
3 4
" en " " een 2-cijferige adresgroep en een 2-
5
11 21
10
11 44
77