FLORABEST FSG 85 B1 Betriebsanleitung Seite 28

NL
Slijp niet in aan-
drijvingsschakels
(a) of verbin-
dingsschakels (b),
in het andere geval kan de
ketting scheuren.
In geval van veronachtza-
ming bestaat er gevaar voor
ongevallen bij de omgang
met de kettingzaag.
Aanwijzingen voor het
scherpslijpen
• Reinig de zaagketting vóór het scherp-
slijpen. Elimineer de oliehoudende hout-
resten resp. olieresten met een kwast of
poetsdoek.
• Na het scherpslijpen moeten alle snijd-
schakels even lang en breed zijn.
• De ketting is versleten en moet door een
nieuwe zaagketting vervangen worden
indien er nog maar ca. 4 mm van de
snijdtand over is.
Zaagketting inleggen:
1. Om de ketinggeleiderail te openen,
draait u de spanhefboom (13) tegen
de richting van de wijzers van de klok
in. Daarvoor moet u de spanhefboom
meermaals terug in de oorspronkelijke
stand brengen.
Om de spanhefboom te ontgrendelen,
trekt u de spanhefboom naar buiten en
laat u hem, nadat hij terug in de oor-
spronkelijke stand gebracht werd, terug
vastklikken.
2. Leg de zaagketting in de kettinggeleide-
rail (7). De snijdkanten moeten naar de
slijpschijf (18) wijzen.
3. Klap de kettingaanslag (15) naar be-
neden en trek de zaagketting zover
achterwaarts totdat de scherp te slijpen
28
snijdtand (27) tegen de aanslag ligt (zie
afbeelding
Scherpslijphoek instellen:
4. Draai de vergrendel-
schroef (10) losser en
stel aan de draaitafel
van de kettingspaneen-
heid (12) de noodzake-
lijke scherpslijphoek α
aan de hand van de schaal (11) in.
Draai de vergrendelschroef weer aan.
De slijphoek stelt u in volgens de
aanwijzingen van de fabrikant.
Aanslag afstellen:
5. Beweeg de slijpkop (2) aan de hand-
greep (4) bij een uitgeschakelde motor
neerwaarts.
6. Leid met behulp van de stelschroef voor
de kettingvoeding (14a) de snijdtand
(27) tegen de slijpschijf (18) totdat de
snijdtand tegen de slijpschijf ligt (zie
afbeelding
(14a) met de stelmoer (14b).
7. Bevestig de kettingschakels in de ket-
tinggeleiderail (7) door de spanhef-
boom (13) in de richting van de wijzers
van de klok te draaien (zie 1.).
8. Stel de diepteaanslag met behulp van
de stelschroef (6a) zodanig in, dat de
slijpschijf (18) de tandbodem raakt (zie
afbeelding
diepte met de stelmoer (6b).
Scherpslijpen:
9. Schakel het apparaat in (zie „In- en uit-
schakelen").
10. Door een zachte druk op de handgreep
(4) beweegt u de slijpkop (2) neer-
waarts en slijpt u de snijdtand scherp.
De slijpschijf (18) mag niet tot de
).

‚
). Borg de stelschroef
‚
). Verzeker de slijp-